Drentse heide ziet zwart van de heideblauwtjes

Dat constateren Staatsbosbeheer en De Vlinderstichting.

Volgens boswacher Evert Thomas is het weer van de laatste maanden gunstig voor de vlindertjes. Door de afwisseling tussen natte en warme dagen groeien er veel planten die als voedsel dienen voor de rupsen en de vlinders. Ook andere vlinders profiteren ervan, maar de toename van het aantal heideblauwtjes valt het meest op.

Het vlindertje komt voor in het oostelijke deel van Nederland en is vrij zeldzaam. Het mannetje is felblauw, het vrouwtje bruin met vlekken. De diertjes vliegen meestal tot begin augustus. Na het leggen van de eitjes sterven ze. Rupsen overwinteren ondergronds en ontpoppen zich aan het einde van het voorjaar tot vlinder.

Of de enorme aantallen nu een voorbode zijn voor volgend seizoen is nog niet te zeggen, omdat allerlei omstandigheden de populatie kunnen beïnvloeden.