Karremans hoeft niet vervolgd te worden voor rol bij Srebrenica
ASSEN - Nederland hoeft voormalig Dutchbat-commandant Thom Karremans niet te vervolgen voor zijn rol in de val van Srebrenica. De bewering dat Nederland de zaak niet goed heeft onderzocht, is overduidelijk ongegrond en moet worden verworpen.
Dat oordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens vandaag. Militairen van Dutchbat III waren gelegerd in Assen.
Politieke druk
Nabestaanden van drie slachtoffers van de val van Srebrenica in 1995 stapten vorig jaar oktober naar het hof in Straatsburg met een klacht tegen Nederland. Hun advocaten stelden dat de rol van Karremans in het bloedbad niet goed was onderzocht en dat er politieke druk was uitgeoefend om vervolging te voorkomen.
Lees meer: Nieuw onderzoek naar val van Srebrenica
Oorlogsmisdaden
De advocaten Liesbeth Zegveld en Tomasz Kodrzycki stelden ook dat Karremans
en zijn plaatsvervanger Rob Franken medeplichtig zijn aan moord, oorlogsmisdaden en genocide.
Oorlogsmisdaden
De advocaten Liesbeth Zegveld en Tomasz Kodrzycki stelden ook dat Karremans
en zijn plaatsvervanger Rob Franken medeplichtig zijn aan moord, oorlogsmisdaden en genocide.
Geen blaam
Het Openbaar Ministerie besloot in 2013 de Dutchbatleiding niet te vervolgen omdat die geen blaam trof. Het gerechtshof in Arnhem bevestigde dat oordeel vorig jaar en ook het mensenrechtenhof laat dat nu in stand.
Enclave Srebrenica
De aanval op Srebrenica begon op 6 juli 1995. Toenmalig Dutchbat-commandant Thom Karremans vroeg een aantal malen om luchtsteun. De enclave werd beschermd door Dutchbat uit Assen. De VN reageerden steeds negatief op de verzoeken van Karremans.
Op 11 juli viel de enclave. Daarna vermoordden Bosnisch-Servische troepen onder leiding van Ratko Mladic rond de 8.000 moslimmannen en -jongens.