Landschapsbeheer Drenthe brengt pingoruïnes in kaart

De vrijwilligers boren in de grond om te onderzoeken of er een pingoruïne is (Rechten: RTV Drenthe)
De vrijwilligers boren in de grond om te onderzoeken of er een pingoruïne is (Rechten: RTV Drenthe)
ZEIJEN - Vrijwilligers van Landschapsbeheer Drenthe doen onderzoek naar pingoruïnes in onze provincie. Ze willen in kaart brengen waar in Drenthe deze overblijfselen uit de ijstijd te vinden zijn.
"Mensen in Drenthe kennen allemaal de mogelijke pingoruïnes wel. Dat zijn ronde watertjes, die we ook wel dobben of veentjes noemen. Maar er zijn er nog veel meer. We hebben in Drenthe 2.500 mogelijke pingoruïnes. Afhankelijk van of het veen eruit is gehaald, is het een rond watertje geworden", vertelt Anja Verbers van Landschapsbeheer Drenthe.


IJstijd

Een pingo is een ijsheuvel, die is ontstaan in de ijstijd. Een ijsheuvel ontstaat doordat grondwater zich door bevroren grond breekt en op het oppervlak vervolgens bevriest. Na de ijstijd smolt het ijs en ontdooide ook de bodem. Wat overbleef was een leegte, gevuld met water en soms een mooie randwal: een pingoruïne.
"Je vindt ze ook gewoon in weilanden. Soms is er een stuk grasland met een deuk erin. Dan kan daaronder nog een pingoruïne zitten", aldus Verbers.

Het TV Drenthe-programma Roeg ging bij Zeijen met de vrijwilligers van Landschapsbeheer Drenthe op zoek naar pingoruïnes


Herkennen

Een pingoruïne is te herkennen aan de ronde vorm en de verhogingen rondom. Maar dat geeft nog geen garantie dat het er daadwerkelijk eentje is. Om er helemaal zeker van te zijn is onderzoek nodig.
"We boren met handboren en gaan op zoek naar de vorm van de locatie. Dan gaat het vooral om de diepte en dikte van het veen", legt Verbers uit. En bij het boren komen ze veen in verschillende kleuren tegen. Zwart veen is aan het veraarden; er komt zuurstof bij, waardoor het langzaam vergaat. Rood-bruin veen zit dieper. Dat is het originele veen, dat vroeger werd gebruikt voor turf. En als je nog dieper boort, dan kom je uiteindelijk terecht op de peelozanden.
Verbers: "Dat zijn zanden die je kent van het gebied bij het Nije Hemelriek; witte zanden met glimmertjes erin. De peelozanden dateren van drie ijstijden geleden. Als we die vinden, dan zijn ze eerst een beetje bruin en grijs. Dat komt door de invloed van het veen. Maar uiteindelijk vinden we mooi wit-grijs peelozand. En dan weten we dat we aan het einde zijn van een pingoruïne en kunnen we stoppen met boren."

Lespakket

Landschapsbeheer Drenthe is niet alleen bezig de pingoruïnes in kaart te brengen. De organisatie wil ook dat overblijfselen uit de ijstijd bekender worden bij het grote publiek. Daarom is er onder meer een lesprogramma gemaakt voor scholen.

Reportage van vorig jaar over Landschapsbeheer Drenthe dat meer aandacht wil voor pingoruïnes

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.