Staat mag voorlopig niet in beroep in zaak treinkaping De Punt

Treinkaping bij De Punt (archief
Treinkaping bij De Punt (archief © RTV Drenthe
DE PUNT - De overheid mag niet tussentijds in beroep in de zaak die dient over de treinkaping in De Punt in 1977. De rechter besloot eerder dat de zaak mag worden behandeld, en dat die nog niet is verjaard. De Staat was het daar niet mee eens.
De rechtszaak draait om de vraag of mariniers twee van de Molukse kapers hebben geëxecuteerd. Hoewel de zaak nog loopt, besloot de rechtbank in februari tussentijds al wel dat de kwestie niet is verjaard en dat de mariniers die meededen aan de bevrijdingsactie moeten worden gehoord.
Lees meer: 'Hoger beroep van de staat is teleurstellend'
De Staat was het hier niet mee eens. De beslissing zou namelijk gevolgen kunnen hebben voor veel andere gevallen waarbij door militairen en politieagenten de afgelopen decennia geweld is gebruikt. Ook zou het horen van de mariniers erg belastend voor ze zijn.
Een tussentijds hoger beroep is niet gebruikelijk. De rechtbank heeft nu bepaald dat de argumenten om daarop een uitzondering te maken, niet zwaar genoeg wegen.
Lees meer: Meer onderzoek nodig naar beëindiging treinkaping De Punt
Lees meer: 'Het is voor de nabestaanden een geweldige uitspraak'
Advocaat Liesbeth Zegveld, die de nabestaanden van de gedode kapers bijstaat, vreesde aanzienlijke vertraging en is daarom blij met de beslissing. "Na veertig jaar is het tijd dat deze zaak opgehelderd wordt. Iedere beslissing van de rechtbank aanvechten, zoals de Staat doet, past daar niet bij."
De rechters waren in februari kritisch over de wijze waarop de overheid zich de afgelopen decennia heeft opgesteld. Zo werden autopsierapporten pas in 2013 aan de nabestaanden ter beschikking gesteld. Daardoor konden nabestaanden van de gedode kapers Max Papilaja en Hansina Uktolseja niet eerder een rechtszaak aanspannen.

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.