Stroman Rendo-zaak: Ik had geen flauw idee

28 november 2017, 15:05 • 2 minuten leestijd

Vandaag was dag vier van de grote fraudezaak rondom netbeheerder Rendo uit Meppel (Rechten: archief RTV Drenthe)

MEPPEL - Op dag vier van de grote fraudezaak rondom netbeheerder Rendo uit Meppel stond vandaag de 60-jarige Rob van der L. terecht. De tennisleraar uit Groningen werd gehoord over de aandelen SGI die hij een tijd in bezit heeft gehad.

Tijdens het verhoor in de zittingszaal vertelt Van der L. hoe hij de aandelen in bezit kreeg. "Ik heb hoofdverdachte Richard W. ooit tennisles gegeven en vervolgens zijn we vrienden geworden. Op een dag vroeg hij mij of ik aandelen van zijn bedrijf op mijn naam wilde zetten. Ik heb dat gedaan. Ik wilde hem helpen want hij heeft mij ook een aantal keren financieel geholpen met mijn tennisschool."

Het bedrijf SGI is opgericht door drie directeuren van Rendo om de bouw van een elektriciteitscentrale in Steenwijk mogelijk te maken. Rendo mocht in verband met de op handen zijnde splitsingswet niet zelf stroom produceren en daarom werd SGI opgericht. Door andere mensen, zoals Van der L., naar voren te schuiven konden de directeuren zelf buiten beeld blijven.

Van der L. zei tegenover de rechters dat hij niet bewust deel uitmaakte van deze schijnconstructie. "In 2012 stond de FIOD voor mijn deur. Ik schrok me rot. Ik had geen flauw idee. Ik zag het als een vriendendienst. Ik heb er verder niet bij stil gestaan. Ik ben in een soort Kafka-achtige situatie terecht gekomen", zei Van der L.

De tennisleraar zegt dat zijn leven sinds de Rendo-zaak aardig over hoop ligt. "Ik heb mijn tennisschool moeten verkopen en lichamelijk gaat het niet goed met mij. Het is niet mijn beste periode."

Naast de zaak van Van der L. werd vandaag ook de zaak van S. besproken. S. is de schoonvader van W. en is ook naar voren geschoven om de schijnconstructie rondom SGI mogelijk te maken. Als directeur van de privé-bv van zijn schoonzoon en hoofdverdachte Richard W., tekende S. meerdere belangrijke stukken.

S. kwam niet opdagen in de zittingszaal. Ook tijdens eerdere verhoren wilde S. weinig zeggen over zijn betrokkenheid. "Ik heb altijd naar eer en geweten gehandeld", is het enige dat hij zei. Zijn advocaat vertelde dat het met zijn cliënt niet goed gaat. "Hij is een psychisch wrak en kan dit er mentaal niet bij hebben."

De zaak gaat op 1 en 4 december verder met de verhoren van andere mede-verdachten. Op 5 december worden de strafeisen bekend.