Vinken, kepen en groenlingen redden het niet zonder winterakkertjes

Er moeten maatregelen genomen worden om vogels op het platteland te behouden. Soorten als vinken, kepen, groenlingen en geelgorzen redden het tegenwoordig niet meer zonder speciale winterakkertjes.
Winterakkers zijn veldjes met zomertarwe en zomergerst die in het najaar niet geoogst worden, maar die de hele winter blijven staan als voer voor de vogels. Dankzij subsidies voor agrarisch natuurbeheer is dit mogelijk.

Niets meer te halen

"Het zijn belangrijke akkertjes", zegt vogelkijker Hans Olk. "Vroeger bleef er nog wel wat graan liggen als er geoogst was."
Maar de oogstmachines van tegenwoordig zijn zo efficiënt dat er voor de vogels niets meer te halen valt op het moderne akkerland. "En er zijn ook bijna geen onkruidveldjes meer met zaad voor die vogels", aldus Olk.

Weinig in Drenthe

Bij Anderen liggen een aantal van die winterakkertjes. De omgeving daar is aangewezen is als akkervogelgebied. Maar volgens Henk Jan Ottens van de Werkgroep Grauwe Kiekendief kunnen er nog wel wat winterakkertjes bij, vooral in de rest van de provincie.
"Als je over het hele areaal in Drenthe kijkt is maar een half procent van al het akkerland in Drenthe in gebruik als winterakker."

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.