Boek over Strafkamp Yde: kleinzoon gevangene spit jaren naar historie

Een groepsfoto van de strafkolonie van Yde, samen met Duitse militairen, gemaakt in december '44 (Rechten: archief Erik Dijkstra)
Een groepsfoto van de strafkolonie van Yde, samen met Duitse militairen, gemaakt in december '44 (Rechten: archief Erik Dijkstra)
YDE - Als kleinzoon van een gevangene van strafkamp Yde raakte Erik Dijkstra gefascineerd door dit kamp. Waarom kwam het er, wie zaten er, en onder welke omstandigheden. Hij doet er hij al jaren onderzoek naar. En het resultaat ervan komt in het boek 'Strafkamp Yde'.
Volgend voorjaar moet het boek klaar zijn, en Dijkstra werkt er sinds februari hard aan. "Ik heb nu zoveel materiaal verzameld, archieven bezocht, oud-gevangenen gesproken, en nazaten, het verhaal is rond. En ik heb een uitgever, dus het is nu schrijven geblazen."

Duik in archieven

Kosten noch moeite heeft Dijkstra gespaard, om aan zoveel mogelijk informatie te komen. Zowel over de Duitse militairen die de baas waren in strafkamp Yde, als over de gevangenen.
Hij zat in het Bundesarchiv in Berlijn, raadpleegde het archief van Dresden, bezocht vroegere woonplaatsen van Duitse militairen, waaronder een paar in Polen, en spitte ook alle archieven in eigen land door, zoals het Nationaal Archief in Den Haag, oorlogsdagboeken bij het NIOD, en dichterbij huis het Drents Archief.

Tweeduizend gevangenen

Dijkstra kan honderduit praten over zijn speurtocht over strafkamp Yde. Zijn pake Eelke belandde er in november 1944.
Het strafkamp kwam in september van dat jaar in de lagere school van Yde, die door de Duitsers was gevorderd. In plaats van spelende kinderen op het schoolplein, was er elke dag een appèl van honderden gevangenen die vervolgens na een uur marcheren een lange dag het veld in moesten om te werken. "Ontsnappen was er niet bij, want dan kreeg je de kogel", vertelt Dijkstra.
Tussen september 1944 en april 1945 zaten er in totaal zo'n tweeduizend Friese jongens en mannen, die tevergeefs geprobeerd hadden te ontkomen aan de Duitse oproep voor tewerkstelling. Daaronder ook de pake van Erik, Eelke Dijkstra. De mannen waren opgepakt bij razzia's. Ondanks hun onderduikadressen, ontkwamen ze toch niet aan werken voor de Duitsers.

Werken met geweer in de nek

Met zo'n 200 tot 300 man tegelijk werden ze in het schoolgebouw van Yde gepropt. Strobalen deden dienst als matras, het was er koud en nat, men zat onder de luizen, er was nauwelijks te eten en overdag moesten ze bij Loon, bij het Noord-Willemskanaal, met een geweer in de nek spitten aan uitbreiding en versterking van de Westwall, een Duitse verdedigingslinie tegen de oprukkende geallieerden.
"Na de landing van de geallieerden in Normandië, raakten de Duitsers in paniek. Ze wilden het noordelijke bezette gebied hoe dan ook behouden. Daarom werden tienduizenden weerbare mannen opgeroepen, om stellingen te graven. En als je daaraan probeerde te ontkomen door onder te duiken, en je werd verraden, dan was de straf onverbiddelijk. Voor de Friezen afgevoerd worden naar strafkamp Yde. Ze zaten daar onder erbarmelijke omstandigheden", vertelt Dijkstra.

Jongens doodgeschoten

Het Drentse dorpje Yde ligt op redelijke afstand van de provinciegrens met Friesland, en daarom brachten de Duitsers hier de Friese strafgevangenen naartoe. De dorpelingen in Yde keken met gemengde gevoelens naar de 'Friese spitters'.
Sommigen staken uit meelij de uitgehongerde gevangenen stiekem wat extra eten toe. "Ook is geprobeerd gevangenen uit het kamp te helpen ontsnappen. Twee jonge gevangenen van 19 en 20 jaar hebben dat met de dood moeten bekopen. Die zijn geëxecuteerd. Op 16 november 1944 bij Norg. Hun schokkende verhaal komt ook in het boek."

Ook vrije jongens in Yde

Ook zaten er in Yde volgens Dijkstra zogeheten 'vrije' tewerkgestelden bij bewoners in huis en in boerderijen. "Dat was de vrije ploeg, de tegenhanger van de strafploeg. Dat waren Friezen die wel gehoor hadden gegeven aan de Duitse werkoproep en niet kozen voor onderduiken, om later door verraad toch gepakt te worden. Die vrije jongens, die hadden het beter, kregen meer te eten en hoefden niet op zondag te spitten, de strafgevangenen wel."
Volgens Dijkstra is er maar weinig bekend over de strafkampen in ons land. Zijn boek over Yde, met ooggetuigenverslagen en uitgebreid historisch onderzoek, moet daar verandering in brengen. Zijn Pake er persoonlijk over gesproken, heeft hij nooit. "Dat kon helaas niet, want hij stierf in 1969, en ik ben geboren in 1975. Maar hij heeft destijds een dagboek bijgehouden en dat is van hele grote waarde."

Tentoonstelling en brieven

In 2013 hield Dijkstra op basis van zijn eerste onderzoeksresultaten al een tentoonstelling over strafkamp Yde, in het voormalige schoolgebouw in het dorp. Daarna dook in het vroegere dorpscafé een blik met 68 bedankbrieven op, gericht aan de toenmalige cafébaas. Ze waren geschreven door Friese strafgevangenen uit het kamp. Ze kregen van de kroegbaas en zijn vrouw vaak extra eten en medicijnen toegestopt, en hulp bij ontsnappen. De Friezen waren hen daar dankbaar voor, en de families lieten dat later per brief weten.
Lees meer: Blik met 68 oorlogsbrieven in Yde opgedoken
Erik Dijkstra houdt over het strafkamp al enkele jaren een speciale website bij over alles wat hij tijdens zijn speurtocht over Yde aan de weet is gekomen.
Het boek Strafkamp Yde wordt komend voorjaar uitgegeven door Uitgeverij Koninklijke Van Gorcum in Assen, en is bij voorintekening al te bestellen.

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.