Drentse hulpverlener verlaat verscheurd Jemen met pijn in haar hart

Marije Broekhuijsen uit De Kiel verlaat Jemen voor India (Rechten: archief RTV Drenthe)
Marije Broekhuijsen uit De Kiel verlaat Jemen voor India (Rechten: archief RTV Drenthe)
DE KIEL - "Ik kan niet op één hand tellen hoeveel raketaanvallen ik heb meegemaakt. Oneindig veel voor mijn gevoel en het doet nog steeds veel met mij. Midden in de nacht zit je rechtop in bed. Dat vergeet je nooit meer. Het went nooit, zo'n raketaanval."
UNICEF-medewerker Marije Broekhuijsen uit De Kiel is afgelopen weekend teruggekeerd uit Jemen. In het West-Aziatische land woedt al drie jaar lang oorlog. Broekhuijsen heeft die oorlog, met bijbehorende raketaanvallen, vanaf het begin meegemaakt.

Onschuldig

Na drie jaar verruilt ze voor haar werk Jemen voor India. Broekhuijsen blikte gisteren in het Radio 1-programma De Nieuws BV terug op de afgelopen drie jaar, waarin ze naast oorlog geconfronteerd werd met honger en cholera.
"Er zijn heel veel mensen in Jemen die onschuldig zijn en niets te maken hebben met de oorlog. Het voelt alsof ik daar moet zijn en die mensen moet helpen. Ik denk dat de wereld zoveel beter kan zijn, als we elkaar helpen zonder te veel na te denken over 'oh wat betekent dat voor mezelf?', en dat is iets waar ik aan bij wil dragen."

Ziektes

Volgens Broekhuijsen is cholera nog steeds een groot probleem in het land. "Bijna vier procent van de bevolking, ongeveer een miljoen mensen, is besmet geraakt. Dat is enorm. Het is nu net wat rustiger, door het seizoen. Het is kouder en het regent minder. Als het warmer wordt is het een groot probleem. Het is heel moeilijk zo'n ziekte te stoppen."
Dat geldt ook voor difterie. "Dat was eigenlijk de tweede ziekte waar we mee te maken kregen. Er zijn steeds meer vluchtelingen, want er wordt nog steeds gevochten. Ziekenhuizen zijn dicht en watervoorzieningen doen het amper. Kinderen kunnen niet naar school. Die oorlog blijft een heel groot probleem."

Hoop niet verliezen

De UNICEF-medewerker wil eigenlijk nog drie jaar langer blijven in Jemen, maar het beleid is dat je na twee of drie jaar weer iets anders gaat doen. "Het is heel moeilijk om weg te gaan, terwijl je weet dat de nood zo hoog is. Het is voor mijzelf ook beter dat ik verder ga en iets anders ga doen. Het is niet normaal om in zo'n land te leven op zo'n manier. Het is goed om nieuwe dingen te gaan doen. Er is ook nog iets anders dan alleen maar oorlog, ellende en dag en nacht keihard werken. Het is voor mijzelf goed om weg te gaan."
Het verscheurde land achterlaten doet Broekhuijsen wel pijn. "Ik heb zitten huilen met collega's. Mensen belden mij op en smeekten om niet weg te gaan. Zij vinden het belangrijk dat wij daar zijn, want wij geven ze hoop. Gelukkig heb ik er nog heel veel collega's zitten en ik word ook vervangen. Als mensen de hoop verliezen en opgeven nu, is dat ook het einde, denk ik. Je moet niet te veel nadenken over het opgeven, dat helpt niemand."

'Wij kunnen leren van Jemenieten'

Op de vraag wat ze heeft geleerd van de Jemenieten, is Broekhuijsen duidelijk. "Terwijl je helemaal niets hebt, kun je elkaar nog steeds helpen en er voor elkaar zijn. Een groot gedeelte is op de vlucht en ondersteunt elkaar. Ze zorgen financieel voor elkaar. Dat is een heel belangrijk iets van de Jemenitische samenleving. Wij kunnen daar in Nederland veel van leren. Wij zijn heel erg individualistisch. Zo van: 'Oh, de buurman heeft een probleem, wat maakt mij dat uit?' Dat zal je in Jemen dus nooit zien. En dat is heel mooi."

Zorgen voor wc's in India

Broekhuijsen gaat in India voor UNICEF werken aan de grootste campagne ter wereld op het gebied van sanitatie. "Vijfhonderd miljoen mensen gebruiken nu nog geen wc in India. We willen dat eind volgend jaar alle mensen in India een wc hebben."
Het hele interview met Broekhuijsen is hier terug te luisteren. "Een gesprek over hoop en wanhoop, over vechten tegen de bierkaai en over de vraag of hulp helpt", aldus De Nieuws BV.

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.