Wielerschrijver bewierookt Drentse keienstroken
WIELRENNEN - "Een gruwel, maar een fijne gruwel." In zijn boek Koersen over kasseien en kiezelstenen in Nederland schrijft Martijn Sargentini over keienstroken.
De wielerschrijver en -liefhebber tekende ervaringen van wielrenners op met de Nederlandse keienstroken. De Drentse keienstroken ontbreken uiteraard niet. "Ik wilde wel eens weten hoeveel van die stroken er nog in Nederland zijn", zegt Sargentini in het
.
Geen naam
Hij plaatste een oproep op een wielerwebsite en kreeg veel tips. "Het gaat vaak om weggetjes die lokaal wel bekend zijn, maar geen naam hebben. Bijvoorbeeld in de Drentse bossen, daar liggen paden van zwerfkeien. De meeste keienstroken in Nederland zijn vrij kort, maar in Drenthe heb je paden van wel vier kilometer." Paden die ook in wedstrijdverband worden bedwongen, tijdens de Ronde van Drenthe.
Fijne gruwel
Wat is er eigenlijk leuk aan, fietsen over die hobbelige wegen? "Vooraf is het leuk en na afloop", vertelt Sargentini. "Tijdens het fietsen niet. Een gruwel, maar wel een fijne gruwel. Het is toch een soort beproeving. De sportieve fietser is wel een keer uitgekeken op vlakke asfaltwegen."