Ondernemers voor tienduizenden euro's opgelicht met valse e-mails

ASSEN - Cybercrime, criminaliteit via internet, maakt steeds meer slachtoffers in Drenthe. Ondernemers zijn de afgelopen maanden voor tienduizenden euro's opgelicht.
Een veel gebruikte oplichtingstruc is de zogenaamde CEO-fraude, waarbij iemand zich via e-mail voordoet als de CEO, oftewel de baas van het betreffende bedrijf. De oplichter zoekt eerst op internet naar allerlei informatie: Hoe heet de directeur, wat is zijn e-mailadres en met wie doet hij zaken?

Valse e-mail

Vervolgens krijgt iemand van de financiële administratie, die ook op internet is te vinden, een valse e-mail met de opdracht om geld over te maken naar een buitenlandse bankrekening. Criminelen zijn zo gewiekst dat de naam van de klant vaak klopt, maar het rekeningnummer is vals. Voor de medewerker van de administratie lijkt het bericht van de directeur te komen, maar in werkelijkheid is dat niet zo.
Criminelen versturen een mail versturen vanaf een adres dat heel erg lijkt op het echte e-mailadres of ze breken in op de computer die de digitale post verstuurd. Als dat laatste gebeurd is de valse e-mail bijna niet van echt te onderscheiden. "Criminelen slagen er dan ook regelmatig in om geld buit te maken", zegt Erik Rutkens van Insite Security.

250.000 euro

"Ik ken op zijn minst vier ondernemers die hier het afgelopen half jaar ingetrapt zijn. Dan heb je het in totaal over zo'n 250.000 euro", aldus Rutkens. Zijn bedrijf helpt ondernemers die slachtoffer zijn geworden van cybercriminelen, maar probeert ook te voorkomen dat oplichters en hackers kunnen toeslaan.

Politie

Oplichting met valse e-mails is een van de vele manieren van cybercrime. Het aantal gevallen van digitale misdaad is een groeiend probleem, ook in Noord-Nederland. "Het bestellen van illegale spullen op darkweb, internetfraude, marktplaatsfraude, sexting, op allerlei manieren zie je dat de criminaliteit op internet stijgt", zegt plaatsvervangend politiechef Ronald Zwarter van de eenheid Noord-Nederland.

Aanpak

Op landelijk niveau zijn 150 rechercheurs bezig met de bestrijding criminaliteit op internet. De politie Noord-Nederland is vorig jaar begonnen met een team dat zich specialiseert in cybercrime, maar ook de basisteams houden zich met internetcriminelen bezig als dat nodig is.
"We verwachten dat die ontwikkelingen de komende jaren erg snel gaan en daarom zoeken we samenwerking", zegt Zwarter. Daders zijn vaak moeilijk te pakken, omdat internetcriminelen niet gebonden zijn aan Nederland. De nadruk ligt daarom vooral op het voorkomen van cybercrime en juist daar is die samenwerking hard nodig. Een zogenoemde Digital Trust Centre waarin met ondernemers samen gewerkt wordt aan digitale veiligheid onder regie van bijvoorbeeld VNO-NCW kan daarbij helpen.

Lees meer: Politie zoekt samenwerking met computernerds in Noord-Nederland

"We proberen cybercrime tegen te gaan met kennisontwikkeling, samen met onder andere bedrijven en onderwijsinstellingen zoals NHL Hogeschool, Drenthe College en de Rijksuniversiteit Groningen", zegt de plaatsvervangend politiechef. "Sinds kort zijn we aan het experimenteren met een cyberbeeld, een overzicht van de meeste gepleegde delicten. Die lijst kunnen we wellicht in de toekomst delen met partners, die vervolgens barrières kunnen opwerpen voor de criminelen."

Samenwerking

Insite Security is een van de partners van de politie. "Wij gaan zelf niet op jacht naar de daders. Zodra we een idee hebben wie erachter zit gaat het onderzoek zo snel mogelijk naar de politie", zegt Erik Rutkens. De samenwerking met de politie draait nu vooral om kennisuitwisseling.
De kans dat bedrijven uiteindelijk hun centen terugkrijgen als ze zijn opgelicht is klein. De geld verdwijnt in de meeste gevallen naar buitenlandse rekeningen. "Over het algemeen is het zo dat je je geld kwijt bent, als je niet binnen 48 uur ontdekt dat je bent opgelicht", zegt Rutkens. Blijven opletten is het belangrijkste wapen tegen CEO fraude.

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.