UNESCO stelt beslissing werelderfgoed voor armenkoloniën uit

VEENHUIZEN/MANAMA - De UNESCO heeft een besluit over het verlenen van de werelderfgoedstatus aan de voormalige armenkoloniën uitgesteld. Nederland krijgt extra tijd om te laten zien waarom de koloniën van de Maatschappij van Weldadigheid de status verdienen. Volgend jaar valt een definitief besluit.
De UNESCO, de organisatie van de Verenigde Naties voor onderwijs, wetenschap en cultuur, heeft dat bepaald tijdens het jaarcongres in Bahrein. Daar waren vertegenwoordigers van 21 landen bijeen.
Voor de status is meer dan tien jaar gelobbyd vanuit Drenthe, maar ook daarbuiten. Gedeputeerde Cees Bijl was de afgelopen dagen in Bahrein om nog wat invloed te kunnen uitoefenen.

Drenthe, Overijssel en België

De Koloniën van Weldadigheid zijn in onze provincie in Veenhuizen, Wilhelminaoord en Frederiksoord, in Overijssel in Ommerschans en Willemsoord en in België in Wortel en Merksplas.
Met de status van werelderfgoed wordt het gemakkelijker om monumenten te beschermen en te bewaren. Daarnaast trekt het bezoekers aan. Oud-burgemeester Hans van der Laan van Noordenveld nam jaren geleden het initiatief voor de aanvraag. Hij wilde met name Veenhuizen een culturele en toeristische impuls geven.

Chinese muur

De lijst met werelderfgoed bestaat uit plaatsen en bouwwerken met een bijzondere waarde voor de mensheid. Nederland heeft er nu tien, zoals het Woudagemaal in Lemmer, de Grachtengordel van Amsterdam en de Van Nellefabriek in Rotterdam.
In 2016 besloot het kabinet om de armenkoloniën voor te dragen voor de werelderfgoedstatus. Nergens anders ter wereld is er op zo'n grote schaal gewerkt aan het verbeteren van de leefsituatie van armen. Dat is terug te zien in de inrichting van het landschap en de gebouwen.

200 jaar

Het idee was om de status te verkrijgen in 2018, omdat het dit jaar 200 jaar geleden is dat de Maatschappij van Weldadigheid werd opgericht. Onder leiding van Generaal Johannes van den Bosch werden vrije koloniën gesticht waar armen uit Holland een nieuw leven in de landbouw konden opbouwen. Met wisselend succes. Voor mensen die niet wilden deugen, kwamen er strafkoloniën.
In mei kwam er bij de aanvraag al een kink in de kabel. In een advies aan de UNESCO stond dat niet alle plaatsen voor de werelderfgoedstatus in aanmerking moesten komen, alleen Frederiksoord en Wilhelminaoord. In de andere plaatsen zou nog te weinig te zien zijn van de oorspronkelijke koloniën. Ook zouden alleen de vrije koloniën voor de status in aanmerking kunnen komen en niet de strafkoloniën als Veenhuizen. Het leidde ertoe dat gedeputeerde Bijl begin juni plotseling naar Parijs afreisde om UNESCO-leden daar te bewerken.
Een jaar extra
In de vergadering in Bahrein kwam Brazilië met het voorstel om Nederland en België de kans te geven om de samenhang tussen de vrije koloniën van onder andere Frederiksoord en Wilhelminaoord en de onvrije koloniën van Veenhuizen beter te beargumenteren. Daarvoor krijgen ze een jaar. Volgend jaar kan het dossier dan opnieuw worden bekeken tijdens de vergadering van UNESCO in de stad Baku in Azerbaijan.
In een eerste reactie laat gedeputeerde Cees Bijl weten heel blij te zijn met het besluit. "Daarmee zijn we niet weggestemd en hoger uitgekomen dan adviesorgaan Icomos wilde. Bovendien zien de leden van UNESCO alle koloniën als geheel. Ook dat geeft hoop voor een goeie uitslag volgend jaar."
Volgens Bijl wordt door ambtenaren bij de verschillende gemeenten, provincies en landen nu al gewerkt aan een 'beter' dossier. Het gaat wel even duren voordat aan alle eisen is voldaan.

Belangstelling

De belangstelling voor de armenkoloniën is de laatste jaren wel sterk toegenomen. Dat komt ook door het boek en het theaterstuk Het Pauperparadijs. Zo wordt er met vrijwilligers gewerkt aan het toegankelijk maken van de archieven van de Maatschappij van Weldadigheid.

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.