Joke (63) wil genoegdoening na dwangarbeid als puber in klooster Almelo

EMMEN - Dwangarbeid. Zo noemt de 63-jarige Joke Vermeulen uit Emmen het werk dat ze moest doen als 14-jarige in een klooster in Almelo voor de Zusters van de Goede Herder. Jarenlang hield ze haar verhaal voor zich, maar nu wil ze erkenning voor wat haar is aan gedaan in de drie jaar dat ze in het klooster heeft gezeten.
Samen met lotgenoot Lies Vissers uit Rotterdam heeft Joke advocaat Liesbeth Zegveld in de arm genomen om een civiele procedure te beginnen tegen de katholieke congregatie. Al 27 vrouwen hebben zich aangesloten bij een gezamenlijke claim en dat worden er iedere dag meer.

Steeds maar doorwerken

Joke is als kind seksueel misbruikt en werd door de kinderbescherming uit huis gehaald. Na omzwervingen van kindertehuis naar kindertehuis belandde ze in een klooster in Almelo. Daar werd ze vijf en een halve dag in de week achter een trapnaaimachine gezet om handdoeken, hansopjes en washandjes te naaien.
Douchen mocht alleen drie minuten op vrijdag. Wilde je lang haar wassen, dan had je pech.
Joke Vermeulen

De meisjes moesten in stilte werken en vooral niet tussentijds iets anders doen. "Als wij stopten met naaien of we keken even achterom, dan zei de zuster die toezicht hield: 'Joke, doorwerken, doorgaan!' Je ging steeds maar door - en dan heb ik het over kinderen van dertien, veertien jaar", zegt Vermeulen.

Nul vrijheid

Volgens Vermeulen is het te verklaren dat ze als pubers zo mak als lammetjes waren: ze werden gedrogeerd. Tegen sommige meisjes werd gezegd dat de gele pilletjes die ze dagelijks kregen vitaminen waren. Anderen kregen te horen dat het een medicijn tegen bedplassen was. Feit is dat ze er allemaal suf van werden.
Als een leeg omhulsel ging ik de maatschappij weer in.
Joke Vermeulen

De deuren van het klooster zaten dag en nacht op slot. Douchen mocht alleen op vrijdag, wederom onder toezicht. "Daar stond je dan. Je kreeg een beetje zeep in je handen. Aan de rechterkant stond een zuster en die bestuurde de kraan. Je had twee tot drie minuten om te douchen. En als je lang haar had dat je wilde wassen en je was nog niet klaar, dan had je pech", aldus Vermeulen.
Ze zegt dat haar identiteit van haar werd afgenomen. Ze mocht alleen haar voornaam houden. De zusters hielden een dossier bij en dat heeft ze nog. Er staan eigenlijk alleen maar negatieve dingen in. Zo zou ze aartslui zijn en de hele dag met haar hoofd op tafel liggen. Verder zou ze doortrapt en door en door verrot zijn. "Dat hele dossier is één grote aanklacht tegen mij", zegt ze.

Landurige gevolgen

Vermeulen werd na een verblijf in het klooster van 1969 tot 1972 steeds moeilijker te hanteren voor de nonnen en kreeg een vriendje in Vlaardingen, waar ze vandaan kwam. Toen lieten de zusters haar gaan. Zonder ook maar iets mee te geven. "Als een leeg omhulsel ging ik de maatschappij weer in", vertelt Vermeulen.
De periode in het klooster heeft veel invloed gehad op de rest van haar leven. Ze kon lange tijd alleen maar volgzaam zijn en durfde nergens tegenin te gaan. Pas toen ze in Emmen kwam wonen, nu veertien jaar geleden, ging ze in therapie en heeft ze het verleden een plekje kunnen geven.

Erkenning nodig

Samen met kloostergenoot Lies Visser ging ze verhaal halen bij de huidige leiding van het klooster, maar zonder resultaat. Ze rust niet voordat ze erkenning krijgt voor het leed dat haar en duizenden andere meisjes is aangedaan.
"Het gaat me niet om het geld. Voor mijn part gaan ze hier op de heuvel staan en zeggen ze hardop: 'We hebben er zo'n spijt van. Dit had nooit mogen gebeuren.' Dan is het voor mij ook goed", aldus Vermeulen. Ze is er van overtuigd dat die erkenning er vroeg of laat gaat komen.
Vermeulen roept Drentse vrouwen die hetzelfde is overkomen op om zich te melden bij de besloten groep op Facebook 'klachten en verhalen Goede Herder'.

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.