Sporen van slavernij: verkoopakte maakt van mens een product

slavernij
De verkoopakte uit het archief van Oldengaerde © Drents Archief
Het is vandaag Keti Koti, de dag waarop de afschaffing van de slavernij wordt herdacht en gevierd. Op 1 juli 1863 kwam een einde aan slavernij in Suriname en op de Antillen.
Je zou het misschien minder snel verwachten, maar ook in Drenthe zijn sporen te vinden van het slavernijverleden. Het Drents Archief beschikt namelijk over archiefstukken die herinneren aan die periode. Vooraanstaande adellijke families als De Vos van Steenwijk en Van Holthe komen voor op aktes. "De stukken die wij gevonden hebben komen uit het huisarchief van landgoed Oldengaerde bij Dwingeloo", vertelt Ellen van der Velds van het Drents Archief.
"De naam De Vos van Steenwijk is in dat archief gekomen via de familie Van Holthe", weet Van der Velds. "Rond het jaar 1800 raakten die families met elkaar verweven."

Plantages in Suriname

Eén van de gevonden archiefstukken beschrijft de verkoop van een aantal aandelen van de familie De Vos van Steenwijk in 1796. Die familie bezat toen aandelen in de plantages 't Yland en Peperpot in Suriname. Op 't Yland werd suiker verbouwd; op Peperpot tabak, cacao en koffie. De verkoopakte omschrijft welke 'eigendommen' allemaal bij de plantages hoorden.
(Tekst gaat verder onder het kader met een citaat uit de akte)
"Met derzelver woonhuizen, lootsen, molens, molenhuizen, en al de gebouwen bij ende op dezelve staande; voorts derzelver zoo onbebouwde als bebouwde gronden, met derzelver beplantingen, slaven, slavinnen, kinderen, meubelen, gereedschappen, en al derzelver toebehoor en vruchten."

Mens als eigendom

De tot slaaf gemaakten werden niet als mensen gezien, maar als producten en eigendommen. "Je hebt het hier over verkoopaktes, waarbij de aandelen van partij A naar B gaan. Er wordt beschreven hoeveel gebouwen en bijgebouwen er verkocht worden, net als de hoeveelheid land. En dan volgt er ineens een zin over slaven, slavinnen en hun kinderen", vertelt Van der Velds.

Dienstmeiden en delvers

Hoe groot het aandeel van deze familie precies was in de plantages, is niet duidelijk. Wel is duidelijk dat bij de afschaffing van de slavernij in 1863 ene barones Anna Adriana de Vos van Steenwijk uit De Wijk 1/27e aandeel had in plantage 't Yland. Zij was de vrouw van wethouder en baron Reint Hendrik de Vos van Steenwijk. Achter hun namen staan vijf tot slaaf gemaakten, die overigens ook deels (2/45e) eigendom waren van Jan Arend Godert de Vos van Steenwijk van der Havixhorst uit Assen, commissaris van de koning in Drenthe.
Het ging om Premiere Peloe, een 57-jarige vrouw die werkte als dienstmeid en geregistreerd stond als 'ziekelijk'. De 41-jarige Mietje Peloe was eveneens dienstmeid, net als de 17-jarige Afrika Peloe. De 32-jarige Gozewijn Peloe en de 41-jarige Welkom Peloe werkten gedwongen als delver. Na de afschaffing van de slavernij werden eigenaren gecompenseerd: slavenhouders in Suriname kregen 300 gulden per vrijgemaakte slaaf, weten onderzoeksplatforms Follow the Money en Pointer. Hoe die verdelen bij eerder genoemde families was, is niet bekend.
(Tekst gaat verder onder de foto)
slavernij
Een deel van de ondertekende akte © Drents Archief

Meer onderzoek?

Volgens Follow the Money telde Assen twintig plantage-eigenaren. Het Drents Archief weet niet precies wie allemaal aandelen hadden in plantages en slaven. "We hebben niet alle namen en rugnummers." Nader onderzoek naar het Drentse slavernijverleden zou het Drents Archief dan ook toejuichen.
In hoeverre Drentse families zich verrijkt hebben aan de slavernij, is ook niet helder. Wel is duidelijk dat aandeelhouders natuurlijk een economisch belang en motief hadden. "Dus dat mensen zich verrijkt hebben, kun je eigenlijk bijna niet over twijfelen", zegt Van der Velds. "Maar dat kan ik niet hard maken."
(Tekst gaat verder onder de foto)
ANP-333062621
De directeurswoning (l) en de oude koffieloods (r) op voormalige plantage Peperpot, Suriname © ANP / Pieter van Maele

Pijnlijke bladzijde in Nederlandse geschiedenis

Over het slavernijverleden van Nederland is veel te doen. Moet de Nederlandse regering daar bijvoorbeeld excuses voor aanbieden? Nee, zegt een tweederde meerderheid in een onderzoek van EenVandaag. Volgens EenVandaag vinden de respondenten dat de huidige generatie niet verantwoordelijk gehouden kan worden voor wat in het verleden is gebeurd. Burgemeester Femke Halsema van Amsterdam bood vandaag overigens als eerste haar excuses aan voor de rol die haar gemeente speelde in die periode.
Het adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden kwam vandaag met aanbevelingen voor de Nederlandse regering. Nederland moet - wat het college betreft - de slavernij en slavenhandel erkennen als misdrijven tegen de menselijkheid. Ook moet de regering daar excuses voor aanbieden.
Het adviescollege beveelt verder onder meer aan dat Keti Koti op 1 juli voortaan een nationale herdenkingsdag wordt. Ook is er volgens het adviescollege weinig kennis over het koloniale verleden en de slavernij. Niet alleen in Nederland, maar ook bij nazaten van de tot slaaf gemaakten. Er moet daarom meer onderzoek worden gedaan, niet alleen naar het verleden, maar ook naar de doorwerking in het huidige leven. Bovendien moet slavernij een vast onderdeel worden van lessen op school en lerarenopleidingen, aldus het advies. Het hele rapport is hier te vinden.

Ollongren: 'Niet mis te verstane adviezen'

Premier Mark Rutte wilde vorig jaar niets weten van excuses. Volgens hem zou dat het maatschappelijk debat niet helpen, maar zou het eerder leiden tot polarisatie. Minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken heeft overigens begrip voor de excuses van de gemeente Amsterdam. "Ik zou me goed kunnen voorstellen dat er ook een nationaal onderzoek komt", zei ze vandaag. Eerder vanmiddag nam ze het rapport van het adviescollege in ontvangst. "We kunnen nu geen nieuwe dingen meer in gang zetten. Maar het rapport ligt er en dat ligt er ook voor een nieuw kabinet." Ze sprak van een 'gedegen rapport met niet mis te verstane adviezen'.

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.