Drenthe anno 1760: 'Een landje vol fanatieke mussenmeppers'

Henk Luning, historisch onderzoeker (Rechten: RTV Drenthe)
Henk Luning, historisch onderzoeker (Rechten: RTV Drenthe)
Het is nu haast onvoorstelbaar dat de huismus in het verleden als een plaag werd ervaren in onze provincie. Mussen kwamen massaal voor en konden in korte tijd aanzienlijke schade aanbrengen aan de graanoogst. In Drenthe is de maat halverwege de achttiende eeuw vol.
Op last van Ridderschap en Eigenerfden wordt door het college van Drost en Gedeputeerden in 1758 een reglement vastgesteld ter bestrijding van schadelijk gevogelte. Daaronder worden onder meer gerekend raven, kraaien, valken, eksters, kauwen en reigers. Wie nesten van deze soorten op zijn grond tolereert, kan rekenen op een boete. In dit reglement komt ook de mus ter sprake. Er komt een oortje (een kwart stuiver) premie op elke gevangen mus.

Slecht mussenjaar

De gemeenteontvanger moet deze premie uitbetalen nadat hij er persoonlijk op heeft toegezien dat de mussen door het aftrekken van de kop vernietigd worden, zo vertelt historisch onderzoeker Henk Luning uit Assen.
Hij heeft inmiddels een lange lijst publicaties op zijn naam, zijn artikelen gaan vaak over dieren in de Drentse geschiedenis. Uit zijn onderzoek naar de mussenvangst komt Drenthe tevoorschijn als een landje waar men massaal en fanatiek losging op de gevleugelde plaagdieren.
In onze provincie hielden zich volgens Luning zeker duizend personen met de mussenvangst bezig. Hij telde in de stukken, in bijvoorbeeld Ruinen in het jaar 1767, 63 personen, waaronder zeven vrouwen, die regelmatig mussen inleverden. Een zekere Wessel Bartels staat met een score van 90 stuks aan kop. 1767 is volgens Luning een slecht mussenjaar in Ruinen: "Er worden dat jaar maar 600 stuks gevangen. In een later jaar verblijdt men zich met 2.160 gedode mussen."

Driekwart miljoen mussen

In Odoorn houden zich er maar 15 personen in dat zelfde jaar mee bezig. Maar de Odoorners vangen effectiever: 695 stuks. Hendrik Eltinge spant de kroon met 84 stuks, waarmee hij iets meer dan een gulden verdient. Het vangen van mussen is geen vetpot maar toch houden alle rangen en standen zich er mee bezig, aldus Luning.
"Boerenzoons innen evengoed de paar centen premie als de keuterboer en de arbeider. De dominee van Ruinen liet de mussen inleveren door zijn kindermeid, maar de schoolmeester bracht ze zelf."
Gedurende een kwart eeuw, tussen 1758 tot 1783, worden er in Drenthe per jaar tussen de 20.000 en 40.000 mussen gevangen. Aan de hand van de uitbetaalde premie in deze periode kan berekend worden dat het in totaal om ongeveer driekwart miljoen mussen gaat. De diertjes worden gevangen met netten, stroppen, knippen, vallen en mussenpotten.

Drenthe Toen

In 1783 wordt de premie op het vangen van mussen in Drenthe ingetrokken. De beweegredenen worden er niet bij vermeld. Luning vertelt in in het radioprogramma Drenthe Toen, morgen tussen 14.00 en 16.00 uur, meer over de Drenten en de mussenjacht. Het is de eerste van een serie gesprekken over bijzondere dierengeschiedenissen in onze provincie.

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.