Veel Drenten vinden naoberschap vanzelfsprekend

Naoberschap: helpen met de boodschappen (Rechten: Pixabay.com)
Naoberschap: helpen met de boodschappen (Rechten: Pixabay.com)
De kat eten geven, de vuilnisbakken buitenzetten of helpen met de administratie. Voor veel Drenten spreekt het vanzelf om dit voor een ander te doen.
Negen op de tien Nederlanders doet weleens iets voor een ander. Gemiddeld doet 33 procent dit dagelijks of wekelijks. Dit blijkt uit onderzoek van I&O Research, NOS, RTV Drenthe en andere regionale omroepen.

Naoberschap

Met name in Drenthe noemen veel mensen het vanzelfsprekend om anderen in de omgeving te helpen. Zoals Tessa uit Hoogeveen. De 30-jarige moeder van twee kinderen helpt mensen in haar omgeving met de administratie en klusjes als het verzorgen van planten. Tessa: "Ik vind het gewoon normaal om af en toe iets voor je buren te doen. Mensen zouden dat ook terugdoen."

Lees meer: Nieuw Moscou krijgt Naoberhulp-telefoon

Toch zijn er geen grote regionale verschillen in hulpvaardigheid. Mensen helpen elkaar in alle delen van het land ongeveer evenveel. "Het principe van naoberplicht komt zo in een iets ander daglicht te staan", zegt onderzoeker Peter Kanne van I&O Research. "Het blijkt niet voorbehouden aan het oosten van het land. En in de Randstad helpt men niet minder, maar noemt men het alleen anders: liefde of genegenheid."

Lees meer: Burgemeester Rikus Jager: Naoberschap heeft hoogtij gevierd

Naoberschap heeft ook een grens. Ondervraagden zeggen het vanzelfsprekend te vinden bepaalde klusjes voor anderen te doen, zoals de afvalbak buitenzetten. Maar als het om taken gaan die meer zorg vereisen, zoals iemand wassen of aan- en uitkleden, doet men dit om andere redenen. "Zo ver gaat het helpen bij mij niet", zegt Tessa. "Dat zou ik ook geen naoberschap meer noemen, maar eerder echt zorg."

Op de koffie

Hoe vaak men op bezoek gaat bij vader en moeder verschilt wel per regio. Meer dan de helft van de Nederlanders van wie de ouders nog leven, bezoekt die ouders minstens elke week. Maar zuiderlingen doen dat trouwer dan inwoners van andere regio's. 69 Procent van de zuiderlingen doet dat wekelijks of vaker. In Oost-Nederland, waar Drenthe in het onderzoek onder valt, is dat 52 procent.

Laagopgeleiden helpen meer

Uit het onderzoek blijkt ook dat lageropgeleiden meer doen dan hogeropgeleiden. Van de lageropgeleiden zegt 41 procent dagelijks of wekelijks iemand te helpen, tegenover 28 procent van de hogeropgeleiden. Vooral bij zwaardere taken als iemand aan- en uitkleden en douchen bieden lageropgeleiden vaker een helpende hand.
"Het is wel eens verfrissend te zien dat lageropgeleiden er positief uitspringen", zegt Kanne. "Op veel gebieden - gezond eten, duurzaam gedrag, politieke activiteit - komen ze er vaak minder goed uit. Uit dit onderzoek blijkt dat lageropgeleiden wel beter voor elkaar zorgen dan hogeropgeleiden."

Meer doen

Als het gaat om lichtere klusjes, zoals planten of huisdieren verzorgen, wil 85 procent van de Nederlanders nog wel vaker iemand helpen. Voor zwaardere taken als helpen met douchen of aan- en uitkleden geldt dat niet.
Van de mensen die nu niets doen, zegt 60 procent dat niemand ze vraagt om hulp. Een op de vijf mensen heeft er echt geen zin in om iemand te helpen.

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.