Veelbelovende Drentse coronabehandeling sterft stille dood

Een behandeling met Dexamethason is onderdeel van het COPPER-onderzoek
Een behandeling met Dexamethason is onderdeel van het COPPER-onderzoek © ANP / Remko de Waal
Te weinig deelnemers, waardoor er geen gedegen conclusies uit het onderzoek getrokken kunnen worden. Dat is de reden waarom het veelbelovende COPPER-onderzoek, dat in Valthermond startte, gestopt is.
Het onderzoek werd in opdracht van Huisartsenzorg Drenthe uitgevoerd door het General Practitioners Research Institute (GPRI). Directeur van het GPRI, Janwillem Kocks, zegt het volgende over het einde van het aanvankelijk hoopgevende COPPER-onderzoek: "Het streven voor deze pilot is niet gehaald. Dat waren vijftig deelnemende coronapatiënten. Van daaruit wilden we kijken hoeveel patiënten er nodig zouden zijn voor het gehele onderzoek."
Dat getal zou tussen de 700 en 1200 patiënten hebben gelegen, is Kocks' schatting. De pilot is namelijk vroegtijdig afgeketst vanwege het aantal patiënten (deelnemers) dat daadwerkelijk mee heeft gedaan: 34.

Hoe zat het ook alweer?

In februari kwamen huisartsen Jan Scherpenisse en Marcel de Vijlder uit Valthermond met een nieuwe coronabehandeling. "Als het klopt wat wij zien, kunnen we coronapatiënten in een eerder stadium behandelen. Daarmee kunnen we voorkomen dat coronapatienten binnen ziekenhuismuren verdwijnen", zei Scherpenisse destijds.
De Vijlder vulde hem aan: "Als dit blijkt te zijn wat wij hopen dat het gaat betekenen, verwachten wij dat het een behoorlijke bijdrage gaat leveren aan de afname van de ic-bezetting."
Huisartsenzorg Drenthe conformeerde zich vervolgens aan het onderzoek. Directeur Jan Schaart zei: "We rollen dit COPPER-onderzoek uit in veertien Drentse huisartsenpraktijken. Als daar dezelfde resultaten worden geboekt als in Valthermond, dan is dat een enorme stap in de goede richting."
Kocks verwachtte er ook veel van: "We hadden verwacht dat we heel snel, heel veel patiënten in de studie zouden krijgen. Het aantal coronapatiënten liep in februari behoorlijk op, maar het aantal aanmeldingen viel tegen."
Uiteindelijk deden er niet veertien, maar zelfs vijftig huisartsen mee aan het COPPER-onderzoek, waarvan 45 Drentse. Zij vonden echter niet meer dan 34 patiënten bereid om in het onderzoek te stappen.

Drukte door vaccinaties

De oorzaak van het tegenvallende deelnemersaantal weet Kocks wel te vertellen: "Op dat moment was het erg druk in de huisartsenpraktijken vanwege het vaccineren. Huisartsen waren dag in en dag uit in touw om vaccinaties uit te delen. Het vinden van patiënten voor het onderzoek konden ze er toen niet bij hebben."
De directeur van het GPRI voegt daar aan toe: "Als je voor een onderzoek deelnemers zoekt, dan is er aandacht vereist. Het kost tijd om potentiële deelnemers te informeren over het onderzoek, hetgeen schaars bleek door de chaos rondom het vaccineren."
Volgens huisarts Scherpenisse is dat waarheid als een koe: "In die periode van vaccineren zijn we echt overbelast geweest als huisartsenpraktijken."
Toch is niet alles voor niets geweest, vindt Kocks. "Als we niet hadden gedacht dat dit een belangrijke bijdrage kon leveren aan het bestrijden van het coronavirus, dan waren we er niet aan begonnen. We zagen mogelijkheden om de behandeling thuis of eerder te kunnen doen. Ook de balans tussen bijwerkingen van dexamethason en de positieve bijdrage die het middel levert, was het onderzoeken waard."

Veiligheidscommissie grijpt in

Op 16 februari startte het COPPER-onderzoek, maar op 4 mei besluit het Data Safety Monitoring Board (DSMB) al om er een einde aan te breien. Het DSMB is een onafhankelijke commissie die bij alle onderzoeken waarin medicatie een rol speelt, wordt ingesteld om de veiligheid van de mensen die aan het onderzoek meedoen te waarborgen.
Door het tegenvallende deelnemersaantal grijpt de veiligheidscommissie in mei in: "Zij zeiden dat wanneer het rekruteren op deze snelheid door zou gaan, we het benodigde aantal mensen in ons onderzoek niet zouden halen. Dat zou betekenen dat we geen betrouwbare uitspraak zouden kunnen doen naar aanleiding van ons onderzoek. Als je dat weet, kun je beter voor de veilige keuze kiezen en dus stoppen."
Infographic van de wijze waarop de monitoring vormgegeven moet worden volgens Huisartsenzorg Drenthe
Huisartsen monitoren op deze wijze het zuurstofgehalte in het bloed © Huisartsenzorg Drenthe

Dobbelsteen

Het COPPER-onderzoek is in te richten in twee delen: het ene deel richt zich op monitoring van het zuurstofgehalte in het bloed (zogeheten saturatie). Het andere deel behelst het al dan niet behandelen met ontstekingsremmer dexamethason.
In het laatstgenoemde deel van het onderzoek krijgt de helft van de deelnemers dexamethason toegediend. De andere helft niet. Bij wie dat wel en niet gebeurt, wordt door een dobbelsteen bepaald. Kocks legt uit: "Dat is om de menselijke maat te tackelen. In een onderzoek zit altijd een dobbelsteen - een kans - zodat er een betrouwbare controlegroep samengesteld kan worden." Daarmee kan bij wijze van spreken een huisarts er niet voor zorgen dat zijn lieve buurvrouw in deel A of deel B van het onderzoek terechtkomt.
In totaal hebben vier mensen in het onderzoek dexamethason toegediend gekregen. Ondanks dat die vier mensen er allemaal bovenop zijn gekomen, kan Kocks er geen deugdelijke conclusie uit trekken: "Het ging namelijk ook voor een groot deel goed met de mensen die geen dexamethason toegediend kregen. Na een dag of acht had ook deze groep geen klachten meer."
In hoeverre helpt dit middel dan, is een lastige vraag volgens de onderzoeker: "Dat is een vraag die ik niet kan beantwoorden vanwege de te kleine controlegroep. We kunnen niet zeggen dat we het goed onderzocht hebben en dat het goed en bovenal veilig is."

Voorzichtige conclusie

Toch kan er wel een voorzichtige conclusie getrokken worden uit het COPPER-onderzoek, zegt Kocks: "We zijn nu bezig met het analyseren van het onderzoek en het rapport. Over de rol van dexamethason kunnen we dus weinig zeggen vanwege het lage aantal deelnemers. Wat we wel zien is dat bij mensen die je iedere dag monitort, de kans op verslechtering in de eerste dagen na de besmetting het grootst is en dat de helft na acht dagen weer opknapt. Daarentegen heeft vijftien procent van die groep na een maand nog steeds klachten. Dat is iets om verder te onderzoeken en dat gaan we ook doen. Er komen dus geen mensen meer bij, maar de 34 die mee hebben gedaan, blijven we sowieso nog een jaar lang volgen."
Daarnaast gaat de huisarts in Valthermond, ondanks dat het onderzoek gestopt is, verder met de behandeling: "Het is dan misschien niet de richtlijn, er zit ook geen verbod op. Bovendien is het succesvol, dus wij zien geen reden om daarmee te stoppen."

Berichtgeving tegenover wetenschap

In Drenthe is de aandacht voor het onderzoek er wel geweest, maar in de rest van het land bleef dat ietwat achter. De berichtgeving rondom het onderzoek hielp ook niet mee in de werving van nieuwe deelnemers. "Patiënten vonden de resultaten veelbelovend en wilden de dobbelsteen niet gooien, oftewel het risico dat ze geen dexamethason zouden krijgen, wilden ze niet lopen. Zij kwamen bij de dokter en zeiden: ik wil niet meedoen aan dat onderzoek, maar doe mij dat medicijn maar. Dat zat ons wetenschappelijk gezien ook een beetje in de weg."
Huisarts Jan Scherpenisse van 'de Noorderdokters'
Huisarts Jan Scherpenisse uit Valthermond stond aan de wieg van het COPPER-onderzoek © RTV Drenthe / Tom Meijers

Pufjes of pillen

Ondertussen is in Engeland ook een grootschalig onderzoek geweest naar ontstekingsremmers, zoals dexamethason. Daar richtten onderzoekers zich op de behandeling met pufjes en ontstekingsremmers. Geen dexamethasonpillen, maar pufjes dus.
"Daaruit blijkt dat pufjes minder bijwerkingen hebben dan pillen en bovendien herstellen mensen anderhalve dag sneller. Dat onderzoek is nog in volle gang en wordt alleen nog maar belangrijker, want de vraag waarmee iedereen zich bezighoudt is: hoe kunnen we voorkomen dat mensen met milde klachten alsnog op de ic belanden of long covid krijgen?"

Richtlijn

Volgens Scherpenisse moet er sowieso een richtlijn komen voor saturatiemeters. Dat moet volgens de dokter hetzelfde gezien worden als een thermometer bij koorts. "Coronapatiënten worden niet echt benauwd, maar moe. Vermoeidheid is voor veel mensen geen reden om de dokter te bellen. Bovendien ogen ze niet heel ziek op het moment dat het coronavirus al in werking treedt. Het meten van de saturatie en het registreren daarvan kan een hulpmiddel zijn om bij een coronabesmetting op tijd de huisarts te waarschuwen. Zoals ook de thermometer aangeeft wanneer je koorts hebt. Je geeft coronapatiënten daarmee de mogelijkheid om op tijd de dokter te bellen, voordat klachten verergeren."

Dank

Tot slot wil Kocks zijn dank uitspreken: "Aan de deelnemende patiënten, aan Huisartsenzorg Drenthe voor de ondersteuning en aan Jan Scherpenisse. Hij is hiermee gestart en heeft niet geprobeerd om dit alleen voor zijn eigen patiënten te gebruiken. Hij heeft actief gezocht naar manieren om dit onder de aandacht te brengen. Dat heeft geleid tot dit onderzoek, wat dus helaas niet verder is gekomen, maar wel van belang is geweest om verder kennis te vergaren over het gedrag van het coronavirus."
Het COPPER-onderzoek is dus niet voor niets geweest, maar sterft wel een stille dood.

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.