Suikerbietenboer: Misschien ben ik wel een jaar voor niets aan het werk geweest
Ze rijden af en aan: vrachtwagens vol met suikerbieten. En het is nog lang niet klaar, want de suikerbietencampagne, begonnen op 11 september, gaat nog zeker door tot januari. Maar de oogst tot nu toe valt de boeren zwaar tegen.
"We hebben gewoon veel minder opbrengsten, want de bieten zijn veel kleiner dan anders", legt bietenboer Otto Willem Eleveld uit. Al jaren verbouwen hij en zijn familie suikerbieten bij Hooghalen, maar zeker een jaarinkomen blijft dit jaar aan gewas in de grond zitten. "Regelmatig een buitje, mooi gematigde omstandigheden, dat is voor de biet eigenlijk het beste. Zo extreem droog als dit jaar is net even te veel van het goede."
Langer in de grond
De suikerbietencampagne begon daarom dit jaar ook later, zodat de bieten langer in de grond konden blijven groeien. De Suikerunie verwacht dat er dit jaar vijf tot tien procent minder bieten aangevoerd zullen worden. "De opbrengst verschilt sterk per gebied", zei manager Teun van der Weg van Suikerunie in Hoogkerk, waar ook suikerbieten vanuit Drenthe naartoe gaan, in een eerder interview. "In Flevoland bijvoorbeeld gaat het goed, maar er zijn ook gebieden waar het veel droger is geweest."
Wél kwaliteit
Daarentegen is de kwaliteit van de suikerbiet dit jaar volgens Eleveld wél goed. "Ze zijn kleiner, dus hebben ze naar verhouding meer suiker. Kijk, we hebben hier een suikerbiet en je kunt het goed zien, hij is veel te klein. Er zit mooi loof op, dus er is wel suiker gevormd, maar alles zit in een kleinere ruimte, dus met een hoge concentratie suiker."
Makkelijker rooien
Eleveld krijgt bij het rooien hulp van loonwerkers uit de buurt. Zij zien ook het voordeel in van de droogte. "Het is niet leuk voor de boeren en voor ons ook niet. Wij vinden het ook veel leuker als we in plaats van veertig ton, tachtig ton kunnen rooien. Droogte is niks aan, maar het maakt het rooien wel gemakkelijker. Bij natte omstandigheden gaan meer dingen kapot want dan heb je meer slijtage en nu niet", vertelt Robert Pomper.
Toch blijft Eleveld het zelf vooral erg zuur vinden. "Je bent het hele jaar aan het werk geweest en misschien wel een heel jaar voor niets. Het is een moeilijk jaar, daar moeten we niet te veel van hebben."