Het mysterie van Darp: De militairen

Sjaak Koote
Sjaak Koote werkte als landmeter op de basis in Darp © RTV Drenthe
Een kale zandvlakte met op de hoek nog een met prikkeldraad omgeven wachttoren. Dat is het enige dat nog rest van wat in de volksmond de Amerikaanse site heet, het militaire complex tussen Havelterberg en Darp waar ooit mogelijk atoomwapens lagen opgeslagen.
Sjaak Koote is dienstplichtig militair en wordt in december 1975 gestationeerd bij het 119e bataljon veldartillerie, gelegerd in de Johannes Postkazerne in Havelte: "Toen ik hier voor het eerst kwam gaf dat wel een heel beklemmend gevoel. Ik had ook het idee: het lijkt wel een concentratiekamp. Het was heel erg zwaar bewaakt." Hij vindt de eerste aanblik van de site beangstigend. "Er waren niet veel mensen, maar de hekken, het prikkeldraad, de wachten, de militairen die echt bewapend waren... Dat gaf toch wel een heel beangstigend gevoel. Dat je ook dacht: hier moet ik niet zomaar zelf gaan rondlopen."

Strenge controle

Meint Tempel is beroepsmilitair bij hetzelfde bataljon en in dezelfde tijd als Sjaak Koote. Hij heeft soortgelijke ervaringen: "Je moest als burger echt niet in de buurt komen van de site. Ik weet nog dat de groenteboer kwam, toen was ik er toevallig. Die man die kwam elke dag groenten brengen en hij wist het wachtwoord niet, of hij had het verkeerde wachtwoord, want dat wachtwoord dat wisselde soms wel een paar keer per dag. Dus hij had het verkeerde wachtwoord en toen moest ie z'n handen omhoog doen en werd hij gefouilleerd en afgevoerd. Nou ja, die man die kwam er elke dag? Dan denk je toch, maar nee: niks daarvan. En als je die instructies niet opvolgde dan was je natuurlijk zelf de sigaar als militair, want dan had je je taak niet goed uitgevoerd."
(Tekst gaat verder onder de video)
Het mysterie van Darp: De militairen

Van Heutz-bataljon

De Amerikaanse site, zoals de locatie in de volksmond heet, wordt in de eerste jaren bewaakt door bewakingscompagnieën van het regiment Van Heutz, dat gelegerd is in Steenwijkerwold. De soldaten draaien een twaalfuursdienst, de andere helft van het peloton is dan vrij. Daarna wordt nog eens 24 uur piket gedraaid, dat betekent dat de soldaten stand-by moeten staan op de kazerne. Omdat de diensten zo lang zijn, liggen vervelingen en stress op de loer. Vandaar dat in 1972 voor een nieuw systeem wordt gekozen. De bewaking van de site wordt voortaan bij toerbeurt voor een week gedaan door parate eenheden van het Legerkorps. Zo lopen honderden militairen uit Nederland vanaf 1972 tot in de jaren 90 wacht bij Havelterberg.
Voor dienstplichtig militair Sjaak Koote en beroepsmilitair Meint Tempel ligt de situatie anders. Koote volgt na zijn oproep voor militaire dienst een opleiding bij de terreinmeetdienst van de artillerie, wat inhoudt dat hij de positie en baan van raketten leert berekenen. Vervolgens wordt hij geplaatst bij het 119e bataljon veldartillerie in Havelte. Dit bataljon heeft vier lanceerwagens waarop raketten gepositioneerd kunnen worden. Die raketten liggen op de site, de lanceerwagens staan op de kazerne. Koote kiest niet zelf voor Havelte: "Je hebt zelf geen invloed waar je terecht komt als dienstplichtige. Dat wordt voor je bedacht, je hebt niks te denken. Je bent gewoon militair."
Tempel is in die tijd beroepsmilitair bij hetzelfde bataljon en zit bij de Bevoorrading. Beide mannen zitten bij de staf van het bataljon. De 119e is een parate afdeling, die de Honest John-raket beheert, waarmee ook wordt geoefend. Koote: "Soms droog in Nederland. Dan werd 'ie ergens neergezet in Drenthe, maar dan werd er dus niet geschoten. Als we gingen schieten, dan gingen we naar Hohne in Duitsland. Daar hadden ze grote schietbanen en daar werden ze afgevuurd, soms twee, soms drie."
(Tekst gaat verder onder de foto)
Militairen tijdens een oefening
Militairen op oefening in Duitsland © Sjaak Koote

Elke dag alarm

Daarnaast vervullen beide mannen ook hun taken als bewaker van de site. Meint Tempel: "Twee keer per jaar van vrijdag tot vrijdag. De hele afdeling deed mee, zo'n veertig mensen. Sjaak Koote: "Je had drie ploegen. Acht uur, acht uur, acht uur: dus 24 uur per dag. Twee ploegen zaten op de kazerne en een ploeg zat acht uur lang op de site. Die werd dan normaal afgelost en als er alarm was, dan moesten alle ploegen naar de site. Of je dan net in je bed lag of niet, dat maakte niet uit. Hup, in de drietonners en in een paar wagens. Elke dag was er alarm, maar je wist nooit wanneer dat alarm kwam. Het was een oefening."

'Halt, wie daar'

Tempel is als beroepsmilitair commandant van aflossing en moet met een groep militairen de wacht aflossen die rondom het complex staat. Dat kost elke keer erg veel tijd. "Als ik als aflosser rond moest lopen was ik een uur kwijt, want om de 25 meter stond iemand en dan moesten we de hele procedure doorlopen. 'Halt, wie daar', dan moest je een wachtwoord zeggen en dan kon je verder."
Koote heeft een andere functie en moet regelmatig patrouille lopen in het bos rond het terrein. "Ik hoefde niet op wacht te staan. Ik reed vooruit als er een alarm was. Ik ging in mijn eigen auto met een officier. Ik had een kogelvrij vest aan en dan liep ik met een paar anderen met een radio op mijn nek, ik moest het bos in rondom de site. Dan moesten wij een rondje lopen om te kijken of er een eventuele vijand of een indringer zou zijn."
Volgens hem was dat best spannend: "Dan stond je hier weleens stil en stond je te turen, midden in de nacht. Je keek en dacht: zit er nu wel iets? Soms dacht je: daar bij die boom beweegt wat. Maar ja, dan was het gewoon die boom en bewoog er eigenlijk niks. Dat kwam puur door het turen en toch ook wel de spanning als je daar zo liep en stond."
Meint Tempel heeft een keer meegemaakt dat het misging bij een wacht: "En dan was er ook weleens iemand die zenuwachtig werd. Die riep drie keer: 'Halt wie daar, halt wie daar, en toen ging hij schieten. Die is toen ook afgelost."
(Tekst gaat verder onder de foto)
Mein Tempel
Meint Tempel heeft nog veel herinneringen aan zijn tijd als militair in Darp © Meint Tempel

'We deden gewoon ons werk'

Beide mannen hebben tijdens hun diensttijd wel een idee van wat er op de site ligt, maar echt duidelijk is dat niet. Tempel: "Dat hoorde je niet, dat wist niemand. Ik denk dat alleen de mensen heel hoog in de boom dat wisten." Koote: "Je wist gewoon dat die raket met een nucleaire kop uitgerust kon worden. Er werd niet de nadruk op gelegd en nu denk je: wat kan dat aanrichten? Je ziet de spanningen die er in de wereld zijn en je denkt: als ze nu met die dingen gaan gooien of schieten is dat niet best. Maar toen was je je daar niet echt van bewust." Tempel vult hem aan: "We deden gewoon ons werk."
Bang voor de eigen veiligheid zijn ze in die periode eigenlijk niet. Sjaak Koote: "Daar sta je niet bij stil. Je bent 21 jaar en dan doe je dat gewoon." Meint Tempel: "Je doet je werk. Ik heb een fantastische tijd gehad. Echt nadenken over het nucleaire? Nee, dat deed je toen niet."

Amerikanen

Zowel Meint Tempel als Sjaak Koote hebben tijdens hun diensttijd regelmatig contact met de Amerikaanse militairen: Meint Tempel: "Ik ben wel vaak in dat 'Amerikaanse hotel' geweest. Wat altijd opviel was dat wij er ten opzichte van die Amerikanen altijd sjofel uitzagen in onze kleding. Bij die Amerikanen was alles tiptop: kleding en schoenen. En lakschoenen bij een mooi uniform. Dan kwamen wij in gevechtsuniform met van die zakken op je broek." Koote: "Alles was gewoon wat meer bling bling bij de Amerikanen."
Maar volgens de beide militairen zei dat niets over hun gevechtskwaliteiten. "Als het echt op oefenen aankwam in Duitsland, dan waren wij als Nederlanders wel beter dan die Amerikanen." Heel af en toe kwamen beide mannen op een feestje in het Amerikaanse hotel. Sjaak Koote: "Als ze dan eens een feestje hadden en er werd een band overgevlogen uit Amerika, bijvoorbeeld Jerry McCoy and Friends, dan mochten wij ook komen."
Ze kwamen alleen niet bij de Amerikanen thuis. Meint Tempel: "Nee, dat stonden ze ook niet toe. Ze vonden ons een beetje wereldvreemd. Wij hadden als Nederlandse militairen lang haar en dat soort dingen. Zoiets leek in hun altijd ongedisciplineerd, maar dat was niet zo."
Bron achtergrondinformatie: Oosterboer, Frank., Kernwapenopslag in Darp en 't Harde. Het geheim in de achtertuin, Uitgeverij Aspect

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.