Drenthe mikt na EK veldrijden nu op EK wielrennen, maar wat levert zo'n evenement eigenlijk op?

De provincie Drenthe wil volgend jaar dat de Europese kampioenschappen wielrennen in Drenthe wordt verreden. Het is het volgende grote (Europese) wielerevenement dat naar Drenthe moet komen.

Vorig jaar vormde de Col du VAM het decor voor de EK veldrijden. En sinds 2020 is deze oorspronkelijke afvalberg het huis voor de eindstreep van de nationale kampioenschappen wielrennen. En zo is er telkens een grotere wedstrijd in Drenthe. Het betekent ook tegelijk dat er steeds meer euro's mee gemoeid gaan.

In 2020 betaalde de provincie 140.000 euro voor de Nederlands kampioenschappen. De EK veldrijden kostten 350.000 euro. De EK wielrennen steken er in dat opzicht met kop en schouders bovenuit. De provincie wil daar bijna een miljoen euro voor vrijmaken: 900.000 euro om precies te zijn.

De volledige economische impact van de EK veldrijden is niet berekend. Slechts een gedeelte van de opbrengst is bekend. Het gaat dan om de directe bestedingen - daar vallen bijvoorbeeld de uitgaven in de horeca onder. Die opbrengst is 400.000 euro. Dat is meer dan de 350.000 euro die de provincie heeft betaald.

Overigens is een groot deel van de organisatiekosten teruggekomen in het Drentse leven. Zo zijn onder meer investeringen voor catering, beveiliging, dranghekken en videoschermen afgenomen bij Drentse bedrijven. De organisatie heeft voor 300.000 euro besteed in Drenthe.

Maar er zit een addertje onder het gras. Die 350.000 euro die de provincie betaalde zijn niet de totale kosten. In totaal heeft de organisatie van de EK veldrijden 731.000 euro gekost. De rest van het geld is betaald door sponsors en ook het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft bijgedragen. De totale kosten voor de Europese kampioenschappen wegwielrennen worden geschat op 2 miljoen euro.

Wat niet is mee berekend in de opbrengst is de media-aandacht. Zes landen, en Eurosport, zonden het evenement uit, goed voor meer dan 11 miljoen kijkers. De NOS zond zowel de vrouwen- als mannenwedstrijd live uit. De dames trokken 996.000 kijkers, de heren 1.496.000.

Wielersportvereniging De Peddelaars heeft meegeholpen met de organisatie van de EK veldrijden vorig jaar. Zo hielpen vrijwilligers met het aanleggen van het parcours. "Een hele leuke ervaring", blikt Steven Berends terug. Hij was destijds nog voorzitter van de wielervereniging. Maar behalve een leuke ervaring hebben de Europese kampioenschappen ook wat anders opgeleverd voor de Hoogeveense club. "We hebben een financiële bijdrage gekregen voor de inspanningen die we hebben verricht. Daar kunnen we nu voor de junioren in deze sporttak wat extra's mee doen."

Extra leden heeft het overigens niet opgeleverd. "Niet direct, dat durf ik zo wel te zeggen", aldus Berends. Wellicht is het daar ook nog wat te vroeg voor. "De sport heeft zeker aandacht gekregen. Als kinderen nu geïnteresseerd zijn geraakt, zullen ze eerst een fiets kopen en het zelf gaan proberen."

Bij twee wielerzaken, Reinders Wielersport in Ruinerwold en Scholten Cycling in Dalen, merkten ze in de winkel niet zoveel dat de EK veldrijden in Drenthe was. Een medewerker van Reinders Wielersport vertelt dat er door corona vorig jaar sowieso veel animo was voor racefietsen, mountainbikes en gravelbikes, maar dat er niet nog een extra piek was door de Europese kampioenschappen.

Een van de redenen dat de provincie de EK wielrennen van volgend jaar naar Drenthe wil halen is omdat het leidt tot meer bestedingen en overnachtingen in de toeristische sector. Dat is niet alleen door toeristen overigens. Tijdens de EK veldrijden hebben alle deelnemers overnacht binnen de provinciegrenzen. En er deden 370 veldrijders mee, uit 19 landen.

Daarin is wel meteen een groot verschil te zien met de EK wegwielrennen. Vorig jaar deden er 1042 wielrenners uit 39 landen mee aan de EK wielrennen. Overigens is wel een van de aandachtspunten voor toekomstige evenementen, zo schrijft de organisatie van de EK veldrijden, dat er vanuit toeschouwers, met name uit het buitenland, vraag was naar vaste arrangementen.

De provincie houdt er rekening mee dat de Europese kampioenschappen in Drenthe minimaal 1,8 miljoen euro gaan opleveren. Dat bedrag kan oplopen, naarmate er meer toeschouwers komen.

Het is niet alleen maar economie die de provincie drijft om het evenement te herbergen. Het vijfdaagse evenement moet een boost geven aan het imago van de 'fietsprovincie' en de Col du VAM als fietslocatie in het bijzonder. De media-aandacht komt daarbij goed van pas: er wordt gerekend op 23 miljoen kijkers. Het evenement wordt uitgezonden door televisiezenders in negen landen.

Die 23 miljoen kijkers krijgen niet alleen de afvalberg te zien, al is de finish daar in 11 van de 13 wedstrijden. Voor de start van de dertien wedstrijden wordt gedacht om die op verschillende locaties te doen: Wildlands, het TT Circuit of de hunebedden worden bijvoorbeeld genoemd.

Daarnaast hoopt de provincie dat het evenement inwoners een boost geeft om vaker de fiets te pakken. Gewoon naar het werk, maar ook om op de fiets naar het evenement te komen. Daar zit overigens nog wel verbetering. De organisatie vindt dat er bij de veldrijdwedstrijden er "veel bezoekers met de auto naar het evenement kwamen."

De oorzaak daarvan is gebrekkig openbaar vervoer. Er is namelijk geen ov-verbinding richting Drijber, waar de Vamberg vlakbij ligt. De organisatie probeerde nog om het op te vangen door bewaakte fietsenstallingen aan te bieden, maar desalniettemin kozen 'veel bezoekers' om met de auto te komen.

De Drentse politiek beslist woensdag (13 april) over het plan om de EK wegwielrennen naar Drenthe halen. De kans is groot dat de provincie toestemming krijgt, er lijkt een meerderheid voor het plan.

CDA, D66, GroenLinks, Sterk Lokaal, STIP, VVD, zijn sowieso voor. De SP, PVV en Partij voor de Dieren twijfelen. En dan zijn er nog partijen die enthousiast zijn over het idee, maar nog wel vragen hebben over de kosten. De totale kosten om de Europese kampioenschappen wegwielrennen te organiseren worden geschat op 2 miljoen euro. De organisatie maakt afspraken met andere partners voor 300.000 euro. Met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en (inter)nationale bedrijven worden afspraken gemaakt voor de rest van 800.000 euro.