Eis: 18 jaar gevangenisstraf voor kofferbakmoord

De Emmenaar heeft zelf altijd ontkend dat hij iets met Meinema's dood te maken heeft. De 31-jarige Klazienavener werd op 31 maart 2017 dood gevonden in de kofferbak van zijn klassieke Mercedes. Die werd 's ochtends vroeg gevonden door een langsrijdende vrachtwagenchauffeur, terwijl hij op de rand van het Stieltjeskanaal hing, met de voorkant in het water.

Meinema werd zwaar toegetakeld in de kofferbak gevonden. Hij was met een hard voorwerp en met vuisten geslagen, maar ook met een mes gestoken. Uit onderzoek blijkt dat hij meer dan zeven keer is geslagen. Hersenletsel is hem fataal geworden.

Volgens het OM is duidelijk geworden dat er minimaal nog één iemand betrokken moet zijn geweest bij de moord op de Klazienavener en het in het kanaal rijden van diens auto. Uit het onderzoek van het lichaam van Meinema blijkt dat hij met twee voorwerpen is geslagen en is gestoken met een mes.

Ook gaat officier van justitie Thea Pitstra ervanuit dat de Klazienavener buiten de auto is vermoord, omdat uit de sectie is gebleken dat hij veel bloed had verloren, maar in zijn auto geen bloed van hem is gevonden. Pitstra: "Dit betekent dat zijn levenloze lichaam in de kofferbak moet zijn getild. Dat lijkt een lastige, zo niet onmogelijke, opgave te zijn voor één persoon."

Verder zijn op de plek waar de auto van Meinema is achtergelaten bandensporen gevonden van een andere auto en is er DNA van een onbekend gebleven persoon gevonden in Meinema's Mercedes. Dat zat op een frisdrankflesje dat tussen de middenconsole en het gaspedaal van de automaat was geklemd, waardoor die 'zelfstandig' het water in kon rijden. Ook is er een sigarettenpeuk met hetzelfde DNA gevonden achterin de auto van Meinema.

O.'s DNA is gevonden op de linkerbroekzak van het slachtoffer. Dat komt volgens de Emmenaar omdat de twee elkaar kort voor de dood van Meinema drie keer hebben ontmoet en toen handen hebben geschud. Ook stelt hij het stuur van Meinema's auto te hebben vastgehad. Zijn DNA is volgens hem via Meinema's handen op diens broek gekomen. De kans dat dit kan zijn gebeurd, is klein, concludeerde aanklager Pitstra op basis van onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut.

Pitstra gelooft O.'s verhaal over twee van de drie eerdere ontmoetingen ook niet. Een dag of zes voor Meinema werd gevonden, zou O. de Klazienavener zijn tegengekomen toen hij op zijn motor richting Weiteveen reed. Meinema zwaaide vanuit zijn Mercedes naar hem, keerde de auto en vroeg O. te stoppen, aldus de Emmenaar. Daarna raakten de twee in gesprek en zou Meinema hem drugs hebben aangeboden.

Op 30 maart zouden de twee elkaar nogmaals hebben ontmoet, toen op een afgelegen plek, om verder te spreken over de drugs, heeft O. verklaard. De officier gelooft dat niet. "O. omschrijft Ralf Meinema als een vage kennis die hij alleen groette in het café of op straat. Waarom zou Ralf hem dan deze handel aanbieden, terwijl O. zegt dat hij nooit in drugs heeft gedaan? En hoe zou Ralf hebben geweten dat O. te vertrouwen was?" Ze gaat er vanuit dat Meinema helemaal geen 'handel' had.

Ook de tijdstippen van die door O. genoemde ontmoetingen, kloppen niet, stelt Pitstra. Op de avond voor Meinema's dood ontmoette O. hem in het winkelcentrum van de wijk Rietlanden, heeft hij verklaard. Dat was volgens hem rond 22.20 uur. Toen zou Meinema de beloofde drugs niet bij zich hebben gehad en zouden ze beiden naar huis zijn gegaan.

Maar de officier zegt dat uit telefoongegevens juist blijkt dat Meinema pas na 23.00 uur die avond vanuit zijn woonplaats Klazienaveen naar Emmen is gereden. Hij had al geslapen, bleek toen de politie de volgende dag zijn huis doorzocht. Voor hij naar Emmen reed, zocht hij eerst de plek van het winkelcentrum Rietlanden op op een oude telefoon die hij nog had. Pitstra: "Waarom hij naar Emmen is gegaan? Niet voor verboden handel, maar omdat O. hem in de val lokte en dat werd hem fataal."

Ook de verklaring van de anoniem gebleven bedreigde getuige, die zich in 2018 meldde, weegt zwaar voor het bewijs, bleek uit het verhaal van de officier. Die heeft verklaard dat hij of zij O. zelf heeft horen vertellen dat hij Meinema met een wapen heeft doodgeslagen, daarna de sporen met zijn vrouw en familie heeft opgeruimd, het lichaam heeft weggebracht en de auto in het kanaal heeft proberen te rijden.

De vrouw van O. heeft zijn verklaringen altijd ondersteund. Zij was naar de bingo die avond en kwam rond hetzelfde tijdstip als haar man thuis, ongeveer om 23.00 uur, heeft ze gezegd. Toen bleek dat dat tijdstip niet kon kloppen, maakte de vrouw er in latere verklaringen 23.30 uur en 23.45 uur van. Na thuiskomst waren de twee de hele nacht samen volgens O.'s vrouw. Op basis van de verklaring van de anonieme getuige vermoedt het OM dat O.'s vrouw zelf ook wat te verbergen heeft en loyaal is aan haar man.

Opmerkelijk was dat Pitstra ook aanhaalde dat uit afgeluisterde telefoongesprekken bleek dat O. een buitenechtelijke relatie had. Hij wilde met die vrouw verder en zijn eigen vrouw verlaten. Zijn ouders en kinderen wisten van zijn plannen om te vertrekken. Toch deed hij het niet. De reden heeft volgens Pitstra met de moord te maken. "Zijn vrouw heeft hem in haar greep, omdat zij hem een alibi verschaft, omdat ze weet wat ze heeft gedaan. Het risico dat hij loopt om haar loyaliteit te verliezen als hij haar inruilt voor een andere vrouw is veel te groot."

De officier gaat uit van moord, omdat Meinema in de val is gelokt door O., die bewust een prepaid-telefoon kocht voor hij contact zocht met Meinema en alleen met die, lastiger te traceren telefoon, naar hem belde. "Helaas heeft het onderzoek geen duidelijk motief opgeleverd voor moord op Ralf Meinema. Dat is onbevredigend voor de politie, maar vooral voor de familie en vrienden van Ralf", aldus de aanklaagster.

De familie eist 68.000 euro schadevergoeding. Pitstra vindt dat O. dat bedrag moet betalen. Morgen komen advocaten Nico Meijering en Bas van Faassen aan het woord voor hun pleidooi. Meijering heeft al aangekondigd dat dat ongeveer drie uur gaat duren. Op 12 mei doet de rechtbank uitspraak.