Is uitbreiding van het Fochteloërveen een oplossing voor het stikstofprobleem?

Het kwetsbare hoogveen, bijzondere planten en een verscheidenheid aan dieren. Het Fochteloërveen is een van de Natura2000-gebieden, boordevol bijzondere flora en fauna. Gelegen op de grens van Drenthe en Friesland, een gebied dat tot de verbeelding spreekt met vogels als de kraanvogel en de blauwe kiekendief. Het is een van de laatste gebieden met hoogveen in West-Europa.
Heeft Natuurmonumenten plannen om dit gebied uit te breiden, en dan specifiek in de richting van Smilde? Dat vraagt een inwoner van Bovensmilde zich af, wonende aan de rand van het gebied. Hij stuurde zijn vraag in naar Zoek het uit!.
'Dat is niet aan ons'
"Het Fochteloërveen is een Natura2000-gebied", zo legt woordvoerder Fred Prak van Natuurmonumenten uit, "en daar is nu veel bij gaande. Met name het stikstofprobleem is een heet hangijzer, en de provincie kijkt hoe dat het beste opgelost kan worden."
Een van die oplossingen zou kunnen zijn om de depositie te verlagen, oftewel, zorgen dat er minder stikstof is. Een andere mogelijkheid is zorgen dat de stikstof het meest kwetsbare gebied niet of minder kan bereiken. Prak: "Dan leg je als het ware een buffer aan om het kwetsbare gebied heen."
Als er een buffer aangelegd zou worden, zou je dat kunnen zien als uitbreiding van het gebied. Prak: "Wij hebben als Natuurmonumenten natuurlijk ook wensen, maar het allerbelangrijkste voor ons is dat zeldzame natuur beter beschermd wordt. En hoe dat dan gebeurt, dat is aan de provincie."
Tekst gaat verder onder de video
Wat doet de provincie?
Provincie Drenthe heeft, net als veel andere provincies in Nederland, de taak gekregen om de Natura2000-gebieden in de provincie te beschermen tegen te veel stikstof. In Drenthe wordt per gebied bekeken wat de beste aanpak is. Het kan dus zijn dat dat voor het Dwingelderveld anders is dan voor het Fochteloërveen.
Drenthe kent veertien Natura 2000-gebieden, waarvan er twaalf als stikstofgevoelig zijn aangemerkt. Het Fochteloërveen is een van deze twaalf. Ieder gebied is anders, waardoor één algemene aanpak niet effectief is. De stikstofopgave vraagt een gebiedsgerichte aanpak, volgens de provincie: "Het is daarbij belangrijk om per gebied te kijken hoe het staat met de natuur, waar de stikstof vandaan komt en welke ruimte nodig is voor gewenste, toekomstige ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld woningbouw."
De provincie is sinds oktober 2019 in gesprek met vertegenwoordigers van de sectoren landbouw, natuur en bedrijven over de landelijke stikstofontwikkelingen. Halverwege 2020 is gestart met een verkenning om samen te werken aan een Drentse gebiedsgerichte aanpak, gericht op de middellange termijn (2020-2030). Deze gebiedsverkenning is in 2021 afgerond, en heeft als resultaat een interactieve kaart opgeleverd waarop per gebied te zien is wat er uit de verkenning gekomen is.
De volgende stap is het opstellen van de gebiedsagenda's. In de gebiedsagenda's staan de opgave per gebied en het voorgestelde uitvoeringsplan. De laatste stap is vanzelfsprekend de uitvoering van de gebiedsplannen: "In en rondom Natura 2000-gebieden werken we enerzijds aan het reduceren van de stikstofdepositie en anderzijds aan het creëren van voldoende ontwikkelruimte voor maatschappelijke en economische initiatieven. Waar mogelijk zetten we bronmaatregelen in om de oorzaak weg te nemen, werken we aan het versnellen en intensiveren van natuurherstel en zetten we in op maatregelen die perspectief bieden voor landbouw en bedrijven", zo valt op de website van de provincie te lezen.
Stikstof terugdringen
Gedeputeerde Henk Jumelet is de aangewezen persoon binnen de provincie Drenthe om tot een oplossing te komen voor het stikstofprobleem rondom de Natura2000-gebieden.
Drenthe heeft, samen met de provincies Groningen en Friesland, een plan ingediend bij de minister om de eerste stappen te zetten. Minister Christianne van der Wal, verantwoordelijk voor het dossier stikstof, heeft de provincies namelijk gevraagd met een plan te komen. Drie plannen zijn er ingediend. Door Noord-Brabant, Gelderland en de drie noordelijke provincies tezamen. Het plan van Drenthe, Groningen en Friesland is in februari van dit jaar ingediend.
Minister Van der Wal stuurde op 1 april een brief aan de Tweede Kamer waarin ze op hoofdlijnen uiteenzette hoe het kabinet de komende jaren de stikstofuitstoot verder wil terugdringen. Hoewel de aanpak nog concreet moet worden, leidde de brief al tot commotie in de provinciale politiek.
Verontwaardiging
De VVD-fractie in Drenthe publiceerde een open brief op haar website waarin zij aangaf allerminst tevreden te zijn met de woorden van de minister. "De uitspraken zijn zeer ongelukkig en onze verontwaardiging is groot," schreven de Drentse VVD'ers naar aanleiding van het optreden van minister Van der Wal bij talkshow Op1, waar zij de Kamerbrief op 1 april kwam toelichten.
Het CDA in Drenthe liet zich ook negatief uit. Statenlid Siemen Vegter vindt dat de minister te veel nadruk legt op het onteigenen van boeren. Hoewel de minister schrijft dat onteigening pas een optie is als alle andere oplossingen niet werken, is volgens Vegter nog niet goed nagedacht over de impact die onteigening heeft op de leefbaarheid.
Drents gedeputeerde Jumelet zou graag zien dat er meer landelijke maatregelen worden genomen, zegt hij tegen NOS. Nu voelt het alsof de verantwoordelijkheid vooral bij de provincies komt te liggen. "Eigenlijk kieperen ze nu alles over de schutting."
Is uitbreiding een oplossing?
Uitbreiding van het Fochteloërveen wordt momenteel niet genoemd als gedeeltelijke oplossing van het stikstofprobleem. Dat betekent niet dat de optie compleet van tafel is. Begin juni komt minister Van der Wal met een natuurrapport, de zogenoemde 'Quickscan natuurdoelanalyse'. Daaruit zal blijken welke natuurgebieden nu zwaar onder druk staan en waar de stikstofaanpak versneld moet worden. Rond diezelfde tijd volgt ook een Kamerbrief van minister Henk Staghouwer van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit waarin hij het perspectief voor de boeren zal schetsen.
De stikstofcrisis
De stikstofcrisis is een crisis die in 2019 in Nederland ontstond toen de vergunningsaanvragen van naar schatting 18.000 bouw- en infrastructuurprojecten werden stilgelegd. Volgens de bouwbedrijven zouden 27.000 banen kunnen vervallen.
De crisis ontstond toen op 29 mei 2019 de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State twee uitspraken deed over het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Het PAS mocht volgens deze uitspraak niet gebruikt worden voor het verlenen van vergunningen die extra neerslag van stikstofverbindingen in de Natura 2000-gebieden veroorzaakten.
De Raad stelde vast dat in de vergunningprocedure een ecologische toets ontbrak, die nodig zou zijn om het effect van de beloofde maatregelen, ter compensatie van de stikstofuitstoot, te bevestigen. Een direct gevolg was dat bouwvergunningen niet langer verleend konden worden op basis van het PAS.
De milieu-achtergrond van de crisis is de stikstofproblematiek, die in de hele wereld speelt, maar in sterke mate ook in Nederland. In Nederland wordt de bodem belast door een zeer hoge toediening van stikstofverbindingen, met name NH3, oftewel ammoniak, in de vorm van dierlijke mest.
Daarnaast worden stikstofoxiden (NOx) uitgestoten door verbrandingsmotoren, zoals in motorvoertuigen en in de industrie. Menselijke activiteiten waarbij stikstofverbindingen in grote hoeveelheden vrijkomen, leiden tot problemen met de ecosystemen op land, in water en in de zee.
Eigen strenge eisen gesteld
De crisis ontstond in 2019, maar was zeker niet nieuw. In 1991 werden al de eerste Europese normen vastgesteld. Europa stelt geen eisen aan de stikstofdepositie, dat doen lidstaten zelf. Deze zijn verplicht te voldoen aan de Habitat-richtlijn, die stelt dat in de Natura2000-gebieden gestreefd moet worden naar een 'gunstige staat van instandhouding'. Nederland heeft daar zeer strikte normen voor vastgesteld, strenger dan in andere Europese landen.
Om de situatie op de lange termijn (tot 2030) op te lossen werd een commissie ingesteld onder leiding van Johan Remkes: deze commissie Remkes bracht op 8 juni 2020 haar eindrapport uit, "Niet alles kan overal". Hierin adviseerde zij de landelijke uitstoot van ammoniak en NOx met 50 procent te verminderen ten opzichte van 2019. De ammoniakdoelstelling zal in bepaalde gebieden, dicht bij natuurterreinen, hoger moeten zijn.
Minder stikstofoxide
Hoewel er volgens wetenschap en politiek gestreefd moet worden naar een flinke vermindering van de uitstoot, laat onderstaande animatie zien dat de uitstoot van stikstofoxiden de afgelopen jaren al minder is geworden. De uitstoot van ammoniak is hierin niet meegenomen:
Fochteloërveen toekomstbestendig
Nog afgezien van het verminderen van de hoeveelheid stikstofneerslag in het gebied, is Natuurmonumenten ook druk met het toekomstbestendig maken van het Fochteloërveen op een andere manier. In november werd bekend dat er dertig miljoen euro is uitgetrokken om het gebied nat te houden.
Water is namelijk van essentieel belang voor het hoogveen en de kwetsbare dieren die er leven. Maar het gebied is te vergelijken met een omgekeerd soepbord. Het hoogste punt ligt op twaalf meter boven NAP. En het laagste punt op zes meter boven NAP. Elke druppel regenwater stroomt dus weg, als er geen barricade tussen zit.
Die barricades zijn aangelegd in de vorm van kades. Een groot deel ervan functioneert niet meer: ze zijn lek en/of verzakt. Om het hoogveen, maar ook de kwetsbare soorten zoals de kraanvogels, te behouden, zijn dus maatregelen nodig.
Proefkade
De belangrijkste maatregel is het herstellen en vervangen van veertig tot vijftig kilometers aan kade. Een proef met een nieuw soort kade, dat ook in het Bargerveen water vasthoudt, lijkt succesvol te zijn. Het zijn geen houten damwanden, maar verschillende lagen zand en leem, waar planten bovenop gaan groeien. Deze vegetatie is weer een geschikt leefgebied voor onder andere reptielen.
Natuurmonumenten is de uitvoerder van het project. In het najaar wordt begonnen met de werkzaamheden. Daarbij wordt geprobeerd het zand door een pijpleiding te vervoeren, in plaats van met wagens over de weg, om de impact op het verkeer zo klein mogelijk te houden.
In november maakten we daar onderstaande reportage over. Tekst gaat verder onder de video.
Miljoeneninvestering om uniek hoogveen te behouden
Om nog even terug te komen op de vraag die ingestuurd is naar Zoek het uit!: Nee, er zijn momenteel geen plannen om het Fochteloërveen uit te breiden in de richting van Smilde, of in welke richting dan ook. Het aanpakken van de stikstofneerslag wordt op een andere manier gedaan. Daarmee is niet uitgesloten dat dit in de toekomst ook zo blijft.
Zoek het uit!
Wij duiken graag in de vragen die jij instuurt. Dus aarzel niet en stuur je vraag in! Dan doen wij ons best om het antwoord te vinden.