OV 'piept en kraakt' door naweeën corona, provincies willen langer rijkssteun

Dat de gevolgen van het coronavirus z'n sporen heeft nagelaten in het openbaar vervoer, is goed duidelijk geworden uit het aantal reizigers dat in 2020 en 2021 van het OV gebruikmaakte. Dat daalde namelijk met vijftig procent. Vervoersbedrijven die door corona in financieel zwaar weer zijn gekomen, lijken steun van het Rijk voortaan te kunnen vergeten en dat heeft gevolgen. Provincies en vervoerregio's dreigen nog voor het eind van dit jaar twintig tot dertig procent van het OV te moeten schrappen.
Twaalf gedeputeerden uit alle provincies luiden de noodklok over de situatie met een opiniestuk in Trouw, dat onder meer is ondertekend door de Drentse gedeputeerde Nelleke Vedelaar (PvdA).
'OV is onmisbare publieke voorziening'
Ondanks dat het aantal reizigers in beide coronajaren met vijftig procent daalde, hield de overheid het openbaar vervoer-netwerk voor negentig procent in stand. "En met een reden", stellen de gedeputeerden. "Het OV is een onmisbare publieke voorziening. Veel werknemers en studenten komen anders niet op hun bestemming." Het Rijk en de regio maakten daarnaast ook een plan voor de komende jaren, want voordat het aantal reizigers weer zit op het niveau van voor de coronacrisis, is het al snel 2026.
Dat het OV een klap heeft gekregen in coronatijd is volgens de gedeputeerden geen verrassing. "Het openbaar vervoer kraakt en piept nog steeds onder de gevolgen van corona. Vaste reispatronen zijn veranderd, reizigers stapten over op de auto, en we werken en studeren meer thuis. Om het OV overeind te houden en bovendien voor te bereiden op de toekomst, is een herstructurering nodig", bepleiten ze. Reizen met de bus en trein moet aantrekkelijker worden gemaakt. Als dat niet gebeurt, wordt er gevreesd voor 'vervoersarmoede'.

Ruggengraat
In de brief wijzen de gedeputeerden op de 900.000 extra woningen die voor 2030 moeten verrijzen in ons land, maar dat leidt volgens hen ook tot een ander probleem. "Zonder auto kunnen veel mensen geen kant op, en met een auto zullen ze vaker stilstaan dan vooruitkomen", schetsen de gedeputeerden de situatie waarin mensen terecht kunnen komen. "Het openbaar vervoer is de ruggengraat die voorkomt dat zij vastlopen en voor veel mensen een levensader. Naar het werk, de markt of oma. Geen openbaar vervoer betekent voor velen geen mobiliteit."
Mogelijke vervoersarmoede kan eenzaamheid dan ook in de hand werken, waarschuwen de gedeputeerden. "Aan de ene kant staan mensen die de gevolgen van bijna elke crisis voor zichzelf kunnen afkopen. Daartegenover staan degenen die niets hebben om de rampspoed te keren. Nederlanders die echt afhankelijk zijn van de bus of tram om op het werk te komen, of bij zorg voor familie. Vooral zij zijn de dupe. Zoals bij iedere crisis, raakt ook deze crisis kwetsbaren het zwaarst. Rijk, neem uw verantwoordelijkheid."