Mantelzorgers maken weinig gebruik van logeerzorg: ‘Ik ga mijn vrouw toch niet ergens dumpen'

De 77-jarige Eise Hindriks uit Assen is 24 uur per dag mantelzorger voor zijn vrouw Deddy, die lijdt aan dementie. Hij moet er niet aan denken om zijn vrouw een tijdje uit logeren te doen, zodat hij even kan uitrusten.
“We zijn gewoon verslaafd aan mekaar. Je kunt er niet meer zonder. Dan zet je iemand toch niet even ergens in een hoekje. Dat wil je toch niet?“

100.000 euro voor onderzoek

Het verhaal van Eise Hindriks staat niet op zichzelf. Mantelzorgers in Drenthe maken maar zeer spaarzaam gebruik van logeerzorg. De gemeenten Assen en Midden-Drenthe hebben 100.000 euro gekregen van het Ministerie van VWS om uit te zoeken hoe dat komt.
"Het kan zijn dat het nog niet genoeg bekend is. Het kan ook iets te maken hebben met hoe je dat moet aanvragen. Dat zijn allemaal dingen die we in gesprek met de mantelzorgers en de professionals willen ontdekken. Dat is precies waar de pilot over gaat", zegt wethouder Harmke Vlieg van de gemeente Assen.

Scepsis

Bij veel mantelzorgers bestaat scepsis tegenover het gebruik van logeerzorg. Ook Eise Hindriks uit Assen ziet vooral nadelen. "Vaak heb je op dat soort logeeradressen dat ze onderbezet zijn. Dan heb je meer mensen dan dat er begeleiding is", zegt Hindriks.
Zorgorganisaties spreken dit tegen en noemen de zorg die wordt geboden in logeerhuizen juist heel goed. Ook wethouder Vlieg heeft vertrouwen in de zorg die wordt geboden en hoopt dat er snel meer gebruik van wordt gemaakt.
"Het is denk ik ook kenmerkend voor heel veel mantelzorgers. De ontzettende bereidheid om er voor die ander te zijn. Van diegene waar van je houdt. Maar soms wordt dat echt te veel voor mensen en dan is het gewoon heel mooi dat er zoiets als logeerzorg is", aldus Vlieg.
Het onderzoek naar de oorzaken voor het spaarzame gebruik van logeerzorg is inmiddels begonnen. Na de zomer worden de eerste resultaten verwacht.

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.