Landbouwminister: zorgelijke situatie rond vogelgriep, situatie verbetert niet

Landbouwminister Henk Staghouwer noemt het 'zorgelijk' dat het vogelgriepvirus nog steeds om zich heen grijpt. Hij schrijft in een brief aan de Tweede Kamer 'dat de situatie niet verbetert en dat de sterfte bij wilde vogels onverminderd doorgaat'.
Bij de Drents-Overijsselse provinciegrens werd na 15 juli drie keer vogelgriep vastgesteld. Dat gebeurde rond Dalfsen, bij bedrijven met vleeseenden, vleeskuikenouderdieren en leghennen. Alle vogels op de getroffen bedrijven zijn geruimd.
Uit onderzoek is gebleken dat wilde vogels de uitbraak vermoedelijk hebben veroorzaakt. Bij het vleeseendenbedrijf werd een dode ooievaar gevonden, wat een verband kan hebben met de vastgestelde vogelgriep. Dat is 'verontrustend', aldus Staghouwer. "Dit betreft opnieuw een nieuwe vogelsoort, die ook in grote delen van Nederland kan voorkomen. Deze ontwikkelingen laten de onvoorspelbaarheid van de verspreiding zien." Onder meer bij ooievaarsstation De Lokkerij bij de Wijk bezweken zeker zo'n veertig ooievaars aan vogelgriep.
Nog steeds besmettingen, ondanks zomerperiode
Normaal gesproken wordt de vogelgriep in de zomer niet meer aangetroffen, maar "na een herfst en winter met uitzonderlijk veel besmettingen" worden er nog steeds besmettingen gevonden bij zowel wilde vogels als pluimveebedrijven, meldt de minister in een Kamerbrief.
Sinds eind oktober vorig jaar geldt een ophokplicht voor kippenboeren en andere pluimveehouders. Eind juni werd die ingetrokken in een aantal regio's, onder andere in Drenthe. De deskundigen die het kabinet adviseren zien geen aanleiding om de regels verder te versoepelen. De gedeeltelijke ophokplicht blijft dus in stand.