Nog elf dagen tot de TT Assen: 'Ze schoten me voorbij alsof ik stilstond'

Hoogeveen behoort midden jaren negentig bij de beste coureurs van Nederland. De top drie uit het Nederlands kampioenschap krijgt in die tijd een uitnodiging om met een wildcard deel te nemen aan de TT. Maar voor de Smildeger kwam die uitnodiging toch als een grote verrassing. “Ik kreeg ineens een telefoontje van een verslaggever van RTV Drenthe op het werk. Daar was ik wel even van ondersteboven. Op dat moment besef je pas wat je in die tijd presteerde.”

“Ik ben ooit begonnen met racen omdat ik het mooi vond. Nooit had ik me druk gemaakt om een TT-deelname”, kijkt Hoogeveen terug. “Ik wilde gewoon kijken hoe ver ik zou kunnen komen in de racewereld.” Het is de tijd dat Max Biaggi, Loris Capirossi, Tetsuya Harada, Ralf Waldmann en Jürgen Fuchs de dienst uitmaken in de 250cc. En ineens mocht ook Hoogeveen van dit circus deel uitmaken.

De Smildeger bereidt zich goed voor op de races. Hij heeft in die jaren goede contacten met Yamaha en krijgt wat extra materiaal. De motor moet er bovendien piekfijn uitzien vanwege de verwachte aandacht. Samen met zijn broer Peter, waarmee hij het team vormt, zorgt hij ervoor dat alles klaar is voor het weekend. “Maar mijn eerste TT was geen succes. De aandacht die je ineens krijgt is enorm. Er kwam zoveel op me af, dat verraste me destijds.”

Een jaar later is dat anders. Hoogeveen geniet deze keer van het weekend en herinnert zich de race nog als de dag van gisteren. “De start, dat vond ik mooi. Niet alleen vanwege de volle tribunes, ik kon gewoon goed starten. Die eerste ronde wist ik me daarom goed te handhaven. Maar daarna werd het verschil goed zichtbaar.” En dat verschil is enorm. De topsnelheid van de beste Aprillia’s van het veld ligt zo’n veertig kilometer per uur hoger dan die van de Yamaha van Hoogeveen.

Het wordt een eenzame race voor Hoogeveen. “Dan zijn achttien rondes best lang.” Uiteindelijk finisht hij zijn tweede TT als zeventiende, nadat hij een jaar eerder een plek lager eindigde. “Vervolgens krijg je de uitloopronde. Die was ook prachtig. In die tijd kwam het publiek nog op de baan. Daar rijd je dan tussendoor. Ik denk dat elke coureur daarvan droomt.”

Na de TT Assen van 1997 blijft de Drentse coureur rijden in de 250cc, maar hij verschijnt niet meer aan de start van de TT. Alhoewel dat niet onmogelijk is. In 2002 krijgt hij een aanbieding om Grand Prix-coureur te worden. “Dat was bij Kurz Yamaha. Daar reed op dat moment een Japanner, Naoki Matsudo. Die had de beschikking over goed materiaal. Maar hoewel ik altijd de ambitie heb gehad om in de GP’s te rijden, heb ik het niet gedaan. Als ik iets doe, dan wil ik het ook goed doen. Maar dat was daar niet mogelijk. Ik ben blij dat ik nee heb gezegd, want het had me heel veel geld gekost.”

De tijd van de wildcardrijders is grotendeels voorbij. Tijdens de TT zal alleen Ryan van de Lagemaat met een wildcard aan de start verschijnen in de Moto3. Hij rijdt op dit moment in het Spaans kampioenschap, een stap onder het WK. “We hebben geen Nederlands kampioenschap in de Moto3”, zegt Hoogeveen. “Als je als Nederlandse coureur iets wil, dan moet je naar Spanje of Italië. Daarnaast is het verschrikkelijk duur om een goede Moto3-machine samen te stellen. Dat maakt het erg moeilijk om op een hoog niveau te rijden, maar ook moeilijk om wildcards uit te delen.”