Hygiëne betekende het einde van het vlooientheater

"Elke zichzelf respecterende kermis had vroeger een vlooientheater." stelt historisch onderzoeker Henk Luning uit Assen. In de archieven en kranten van pakweg een eeuw geleden wemelt het van de aankondigingen van mini-circusjes waar de insecten koorddansen, karretjes trekken en draaimolentjes in beweging zetten.
De werknemers van het vlooiencircus waren zogenaamde mensenvlooien, vertelt Luning: "Een ander diertje dan de vlooi van hond of kat. Mensenvlooien zijn groter en sterker en dus geschikter voor het circuswerk. Ze werden steeds zeldzamer naarmate de hygiëne in de Nederlandse huishoudingen toenam."

Vuil in de vloernaden

De kleine artiesten van het vlooiencircus worden in de loop van de vorige eeuw steeds zeldzamer, zodanig dat kermisexploitant Henri van Dillen zich in het Nieuwsblad van het Noorden in 1965 beklaagt: "Je hebt eerder een leeuw dan een vlo."
Van Dillen herinnert zich ook nog de betere tijden. "Vroeger begonnen wij 't seizoen altijd in de Zaanstreek want daar kon ik altijd rijkelijk vlooien krijgen. Dat zat 'm geloof ik in de houten huizen. Vlooien kunnen daar fijn overwinteren in de naden van het hout en het vuil in vloernaden was bovendien een goede basis voor de ontwikkeling van de eitjes."

Veel geduld

Het dresseren van de vlooien mag eigenlijk die naam niet hebben, zegt Henri van Dillen tegen de verslaggever van het Nieuwsblad. "Wat er gebeurt is dat ik een gebrand zilverdraadje om de nek leg. Ze kunnen dan niet meer wegspringen. Ik ga dan wat met ze spelen. De dieren, die hardnekkig proberen te kunnen blijven springen, moeten eruit. De anderen gaan lopen en worden ingespannen voor de rijtuigjes. 't Is een kwestie van veel geduld en voor de dieren een kwestie van eindeloze herhaling tot het een gewoonte wordt."

Elzenblad onder de bedstee

In Drenthe werd de opmars van de vlo ontmoedigd door elzenblad onder de bedstee te leggen, weet Luning. "Of dat hielp weet ik niet. Misschien was het wel een bijgeloof. Maar toen de DDT (een insecticide red.) kwam, was het natuurlijk einde verhaal voor de mensenvlo."
In de jaren 70 werd uiteindelijk wel vijf gulden per vlo neergeteld door wanhopige exploitanten, vertelt Luning. "Van Dillen had zo zijn vaste adresjes waar hij mensenvlooien kocht. Een bejaard echtpaar in Brabant was vaste leverancier, tot de oudjes in een bejaardentehuis terechtkwamen waar ze regelmatig in bad moesten. Zo werd de toenemende lichaamshygiëne de ondergang van de mensenvlo. Toen die uitstierf was het met de minuscule kermisattractie gedaan."
Het hele gesprek met Henk Luning is te beluisteren in ons Radio Drenthe programma Drenthe Toen op zondag 8 september tussen 14.00 en 16.00 uur. Daarna is Drenthe Toen terug te luisteren via uitzending gemist en de podcast.

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.