'Opa's kennis' in Meppel ingezet tegen gebruik bestrijdingsmiddelen
Vanaf 2020 mogen sportverenigingen alleen bij hoge uitzondering nog gebruikmaken van bestrijdingsmiddelen voor hun sportvelden. Dit najaar komt het kabinet met een wetsvoorstel hierover. Maar zijn de sportverenigingen er al klaar voor? Meppel laat in ieder geval zien dat het zonder kan.
Sinds tweeënhalf jaar werkt Meppel, als enige Drentse gemeente, mee aan een proef om geen bestrijdingsmiddelen meer te gebruiken. Zo worden er bij de sportvelden van Alcides in Ezinge geen chemicaliën meer gebruikt. Volgens wethouder Jaap van der Haar is dat ter voorbereiding op het wetsvoorstel. “We wilden weten wat er dan moet gebeuren, want het is niet alleen maar het ophouden met iets, maar het is ook met iets anders beginnen”.
Niet goed voor leefomstandigheden
In 2015 werd er onder de overkoepelende naam ‘Green Deal Sportvelden’ afspraken gemaakt met de sportsector om in 2020 sportvelden chemievrij te krijgen. Dit geldt voor natuurgrasvelden, maar ook voor sommige andere sportvloeren, zoals kunstgras en gravel. Vanaf 2020 mogen terreinbeheerders alleen nog maar landbouwgif gebruiken als dat strikt noodzakelijk is.
“Er werden natuurlijk op allerlei plekken middelen gebruikt”, legt Van der Haar uit. “Als we aan de waterschappen vragen wat de uitstroom van landerijen in het water is, dan worden daar hele hoge percentages chemicaliën waargenomen. Dat hadden we twintig jaar geleden nog niet in de gaten, maar tegenwoordig weten we dat het gebeurt en dat is niet goed voor onze leefomstandigheden, zoals het drinkwater.”
Kennis van opa terughalen
Eerder dit jaar bleek uit een onderzoek van de Volkskrant dat nog veel terreinbeheerders meer tijd nodig hebben om het gebruik van onkruidverdelgers drastisch te verminderen. Is de gewoonte en het gemak van het besproeien net zo hardnekkig als het onkruid zelf? Volgens Van der Haar wel.
“Je moet anders gaan denken", zegt Van der Haar. "Het is zo makkelijk om bij onkruid meteen te gaan spuiten, maar dat hoeft bijvoorbeeld niet bij klaver omdat er aan klavervoetjes stikstof zit. Als we klaver op een goede manier maaien, dan verspreiden we ook meer stikstof over het veld wat op een natuurlijke manier ander onkruid kan tegenwerken.”
Op deze manier wordt in Meppel gebruikgemaakt van oude wijsheden. “Je moet eigenlijk de kennis van opa weer tevoorschijn halen. Die wist vroeger ook dat als je bepaalde gewassen naast elkaar zette, je een bepaalde bestrijding kreeg. We moeten oude kennis met nieuwe onderzoeken verwerven en dan kan het echt.”
Meer tijd en geld
Het belangrijkste is het onderhoud van de zode, de bodem onder het gras. Die moet volgens zoveel mogelijk versterkt worden zodat onkruid tussen het gras eigenlijk geen kans maakt. “Kort maaien met scherpe messen en verticuteren, het met apparaten maken van gaatjes in de grasmat waardoor er zuurstof in de grond kan en een betere graslaag kan ontstaan”, aldus Van der Haar.
Er is ook een keerzijde: hoe goed het experiment in Meppel ook verloopt, terreinbeheer zonder bestrijdingsmiddelen vraagt meer tijd en geld. “Het is niet allemaal weg te halen. Denk aan de paardenbloemen op het veld, die hebben een penwortel. Als je die na het maaien laat zitten dan komt die altijd weer naar boven. Dus je moet ook gewoon wat meer zelf gaan doen. Maar in goede samenwerking met de organisaties die van de velden gebruikmaken is het dan echt realistisch haalbaar.”