Hoe Drenten vroeger supersnelle slechtvalken vingen bij Smilde

De slechtvalk, tegenwoordig een zeldzame broedvogel in Drenthe, was in vroeger tijden een begeerde prooi voor valkenjagers. Op diverse locaties in onze provincie werden de vogels gevangen. Gedeputeerde staten gaven daarvoor zelfs speciale vergunningen af.
De valken waren niet voor de consumptie bestemd, vertelt historisch onderzoeker Henk Luning uit Assen: "Edellieden en andere heerschappen gingen vroeger met afgerichte valken op jacht. Daarvoor moet je natuurlijk wel eerst een valk vangen om die vervolgens af te richten. Er waren mensen die daar vroeger hun beroep van maakten, de valkeniers."

Ergernis

De vroegste aanwijzing van valkenvangst in Drenthe stamt uit een koopakte. Johan Rengers, heer van Scharmer, verkoopt in 1491 de erven Olde en Nije Rosinghe bij Emmen aan de prior van het klooster Ter Apel. Daaronder bevindt zich ook een stukje land dat de ‘Valkenhutte’ wordt genoemd.
Luning vindt ook elders in Drenthe valkenvangers: "Een geliefde plek daarvoor was het nu verdwenen Hoedmeer onder Smilde. Op de trekroute van de slechtvalk waren hier in de loop der tijd maar liefst vier valkeniershutten opgericht. Tot grote ergernis trouwens van de valkeniers onderling, die verbeten ruzieden over wie er daar recht had op een plek."

Peperduur

Maar hoe ging het vangen van deze snelste der vogels in zijn werk? Luning: "De valk wordt gelokt met een houten duif die via een lijn in beweging wordt gebracht. In de buurt zit aan een touwtje een klapekster die met zijn alarmroep de vanger verklapt, vandaar zijn naam, dat er een roofvogel in aantocht is. De vanger laat de nepduif langs het touw bewegen. Wanneer de valk de duif probeert te slaan, haalt de vanger zijn net neer. Veel moeite voor het vangen van één enkele vogel, jazeker, maar de dieren waren zeldzaam en daardoor peperduur."

Opgestookt

Aan het begin van de 19e eeuw loopt de valkenvangst terug. "Dat is te wijten aan de ontginning van het veen." aldus Luning. "Het hoogveen was altijd een eldorado voor vogels geweest. Maar rond 1800 konden de turfgravers van het Kloosterveen en Bovensmilde elkaar de hand reiken. Op wat kleine stukken na was het veen grotendeels opgestookt in de Hollandse huiskamers. De habitat voor vogels veranderde drastisch en de valkeniers hadden er niets meer te zoeken."

Drenthe Toen

Het hele gesprek met Luning is zondagmiddag 29 september te horen in Drenthe Toen op Radio Drenthe. Daarna via uitzending gemist en de podcast.

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.