Geen oproep meer bij reanimatie voor ruim kwart burgerhulpverleners

Zo'n 26 procent van de burgerhulpverleners die Drenthe telt, wordt niet meer opgeroepen om iemand te reanimeren. Ze hebben namelijk geen opfriscursus gevolgd of niet recent iemand gereanimeerd, waardoor ze niet voldoen aan de vereisten van een burgerhulpverlener.
Alleen in Limburg is dat percentage lager, ook daar ligt het rond de 26 procent. Landelijk gaat het om 30 procent van de 270.000 burgerhulpverleners die Nederland telt. Dat blijkt uit cijfers van HartslagNu, het reanimatie-oproepsysteem, die zijn opgevraagd door de NOS. Hoeveel burgerhulpverleners Drenthe telt is niet bekend.
Stichting Hartveilig Drenthe heeft wel een verklaring voor de daling. Voorzitter Arwaud Snippe constateert dat mensen na het afronden van de cursus reanimeren er niet aan denken of vergeten om zich aan te melden bij HartslagNu. Het gevolg is dat deze mensen dus niet worden opgeroepen voor een reanimatie.
Oproepen bij reanimatie in de buurt
HartslagNu is het reanimatie-oproepsysteem in Nederland. Op de site staat vermeld waar AED's hangen en burgerhulpverleners kunnen zich er aanmelden. Zij krijgen een melding van dit systeem zodra iemand in de buurt een hartstilstand krijgt. Zij kunnen dan gaan reanimeren en/of de dichtstbijzijnde AED halen.
Bij een hartstilstand worden gemiddeld tachtig burgerhulpverleners opgeroepen die in de buurt zijn. Zij kunnen de patiënt reanimeren voordat er een ambulance ter plaatse is, wat de kans op overleven vergroot. Per dag worden er gemiddeld bijna 3.000 burgerhulpverleners opgeroepen in Nederland.
Om burgerhulpverlener te zijn is het vereist om jaarlijks een opfriscursus te volgen. Kennis en kunde over het reanimeren wordt tijdens zo'n cursus bijgespijkerd. Toch hebben veel burgerhulpverleners dat niet gedaan, waardoor ze niet meer worden opgeroepen bij een reanimatie.
Burgerhulpverleners belangrijker in landelijke gebieden
Aart Bosmans, bestuurder van oproepsysteem HartslagNu, vertelt tegen de NOS dat mensen in landelijke gebieden het belangrijker vinden burgerhulpverlener te blijven. "In die gebieden kennen mensen elkaar beter en zijn ze meer betrokken met elkaar. Daarnaast is de aanrijtijd van de ambulance langer in dunbevolkte gebieden. De noodzaak van burgerhulpverleners is dan groter."
Een afname van het aantal burgerhulpverleners heeft tot gevolg dat de gemiddelde afstand tot een patiënt toeneemt. Het kan hierdoor langer duren voor een persoon die een hartstilstand krijgt, gereanimeerd kan worden.
"Iedere minuut die een patiënt langer moet wachten, neemt de kans op overleven met 10 procent af. Er gaat al kostbare tijd verloren aan het melden van een hartstilstand en het alarmeren van burgerhulpverleners. Het is daarom van levensbelang dat er binnen een paar minuten iemand in de buurt is die kan reanimeren."