Luchtwachttoren Schoonebeek gerenoveerd: 'Icoon van de Koude Oorlog'

Na maandenlange renovatie is 'ie klaar. De luchtwachttoren bij het Schoonebeker diep op de grens met Duitsland stond de afgelopen tijd in de steigers.
Er misten onderdelen en de toren kampte met betonrot. "Ja, het was zonde zoals 'ie erbij stond", zegt Rob Wethly van Stichting Luchtoorlog Onderzoek Drenthe, die de toren beheert. "Het resultaat is mooi geworden. Ik denk dat het iets gaat toevoegen aan de geschiedenis in Schoonebeek, en Drenthe in het bijzonder."
Want veel restanten uit de Koude Oorlog zijn er volgens Wethly niet meer. "We kennen de Koude Oorlog vooral als een tijd die we willen vergeten en uit geschiedenisboekjes. We hebben nog bunkers, maar die zitten onder de grond."
Tekst loopt door onder de foto
Op de toren stonden de mannen van de luchtwachtdienst, die in de jaren zestig laagvliegende Sovjet-vliegtuigen signaleren en de radar probeerden te ontwijken. "Hier in het midden", wijst Wethly vanaf boven op de toren aan, "stond een kijker met een kaart. De luchtwachters moesten op het geluid letten, dan kijken en het doorgeven aan Groningen."
Vanaf de toren is er ver uitzicht. "Daar zie je de windmolens bij Schöningsdorf. En ga je naar rechts, daar zie je een rookpluim. Dat is de kerncentrale in Lingen", wijst Wethly aan.
Maar of de 138 torens in Nederland nut gehad hebben? "Eigenlijk niet", lacht de Schoonebeker. "Tegen de tijd dat de torens af waren, was het idee al achterhaald. De radars konden toen ook al laagvliegende toestellen signaleren."
Tekst loopt door onder de foto
Ondanks dat is het volgens Wethly belangrijk dat de toren gerenoveerd is, ook al kostte dat 350.000 euro. "Sommigen vinden het zonde van het geld, ik vind dat het waard geweest. Het is een icoon van de Koude Oorlog. Een markant gebouw door de raatbouw. Het is één van de twee overgebleven torens in Drenthe. Dus dan mag het op een gegeven moment ook wel een beetje geld kosten, als ik zo mag zeggen."

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.