Reddingsteam: 'Mensen in paniek, daar kun je niet op trainen'

Ze zijn pas net terug uit Turkije: de Drentse begeleiders en reddingshonden van Oger SARdogs en RHGD. Toch staat de eerste training alweer voor de deur. De aardbeving maakt voor de organisaties duidelijk waarom trainen zo belangrijk is.
"Alles wat wij hier in Nederland hebben geleerd over de afgelopen 29 jaar op het gebied van het lezen van de hond, op rare situaties en op het coördineren van zoekacties, alles komt bij elkaar", vertelt Janine Schopmeijer van de RHGD. "Het is mooi om te ervaren dat we dat niet voor niks hebben gedaan."
Al kun je nooit helemaal voorbereid zijn op wat je in een rampsituatie aantreft, weet het reddingsteam. "Het puin ziet er hetzelfde uit", vertelt Roeland Strijk van Oger SARdogs. "Maar alles wat eromheen zit maakt de grootste indruk: de mensen die in paniek zijn, het lawaai van de machines. Daar kun je niet op trainen."
RTV Drenthe mocht bij de training met de reddingshonden aanwezig zijn. Bekijk in de video hoe dat gaat.
Tekst gaat verder onder de video
Reddingswerkers oefenen weer in Nederland na hun werk in Turkije en Syrië
Het Drentse reddingsteam vertrok in het weekend van 11 februari via Amsterdam en Istanbul naar Adana. Van daaruit vlogen ze met een helikopter naar Hatay, een van de zwaarst getroffen gebieden. Net op de dag dat hulporganisaties besloten dat het er niet veilig meer was. Strijk: "Ik heb mij geen moment onveilig gevoeld. Die grimmige sfeer heb ik niet geproefd. Wij werden echt onthaald."
Ook Schopmeijer heeft veel van die dankbaarheid meegekregen. "De Turken hebben niks meer en toch komen ze zelf bij je om thee te brengen of om een mandarijntje te delen. Dat je denkt: doe het niet. Je hebt het zelf nodig. Dat was heel bijzonder."
Nieuwe aardbeving
Gisteren was in het gebied opnieuw een grote aardbeving. Strijk heeft in het gebied zelf ook aardschokken meegemaakt. "Donderdag, vlak voordat we weggingen hebben we nog een schok gevoeld van 5.4. Het duurde niet lang, maar je voelde het wel. Op dat moment zijn alle groepen uit het gebied gehaald. Het instortingsgevaar wordt dan groter. De acties zijn toen gestopt."
Het gevaar is dus nog steeds aanwezig. "Niemand durft zijn huis meer in. Mensen sliepen op straat. Ze maken vuurtjes, slapen op banken of in tenten."Die ontredderdheid die Strijk ter plaatse zag blijft hem bij.

'Het is niet te beschrijven'
Het rampgebied heeft ook een diepe indruk gemaakt op Schopmeijer. "We hadden natuurlijk de beelden in Nederland gezien. Als het in het echt is dan valt je mond open. Je wordt stil", vertelt ze. Voor zoekacties ging ze onder andere het centrum van de stad Antiochië in . "Het is een verwoeste stad. Er is geen enkel gebouw dat nog heel is. Het is niet te beschrijven."
Het team werkte in Turkije samen met de lokale SRO en had ook twee tolken mee. Eerst kwam er een melding of een oproep binnen waarna vervolgens de zoektocht met de honden in gang werd gezet. Soms moesten mensen worden uitgegraven met tunnels. "De honden geven aan waar ze een verwijzing hebben en daarna gaan wij weer weg voordat er wordt gegraven. Dus wij horen later pas wat er gevonden is." Het team kwam dus zelf niet in contact met de mensen onder het puin.
De mensen die het breken doen, dat zijn de helden.
Op de eerste dag van de Drentse groep is nog een levend meisje van dertien jaar oud gered. "Dat hebben we 's avonds pas gehoord in het kamp", vertelt Strijk. "We hebben daar helemaal niets van gezien, maar zagen wel dat de honden op bepaalde plekken geur hadden en verwezen. Wij weten dan dat er iets is, maar niet wat."
Met de honden werd dus een belangrijke bijdrage geleverd. Maar Strijk voelt zich totaal geen held. "De mensen die het breken doen, dat zijn de helden. Die doen het meeste werk. Wij geven alleen aan waar ze moeten graven."
Het team keerde afgelopen vrijdag terug. "Het is alsof je nog in twee werelden zit", legt Schopmeijer uit.
Ook Strijk vindt het wennen. Vooral de gebouwen die er nog staan en om de voorzieningen bij de hand te hebben. "Slapen in mijn eigen bed is lekker, het voelt toch wat spartaans in het kamp. Dat is prima want je weet waar je het voor doet, dan zijn de voorzieningen niet zo belangrijk."
