'Meppel mag trotser zijn op z'n zilveren geschiedenis'

"Drenthe was dunbevolkt, Meppel was eigenlijk de grootste stad. Het ligt ook gunstig en werd daarom het 'Rotterdam van Drenthe' genoemd. Het had een grote haven, had veel gildes. Dus Meppel was de place to be."

Het Stedelijk Museum heeft enkele vitrines met dit glimmend edestaal. Volgens deskundige Siem Willems zijn het topstukken. "Daar werd heel hoog tegenaan gekeken. In de omgeving is er dan ook heel veel vraag naar geweest. Het waren sierstukken voor op tafel en voor de familie."

Vooruitstrevend is ook de rol van vrouwen. Een van hen is Femmigje Bokking (1740-1820). Ook van haar staat zilverwerk tentoongesteld in het museum. "Dat is zeer bijzonder. In de afgelopen eeuwen zijn er maar drie vrouwen geweest die geproduceerd hebben. Ze heeft haar man Arend de Vries geholpen met het maken van de voorwerpen", bewondert Willems.

Na het overlijden van haar man nam ze dat werk verder over en vroeg ze een meesterteken aan in 1812. Zo heeft ze tot 1820 geproduceerd. "Hele mooie stukken en heel erg goed gedaan."

De zilveren geschiedenis van Meppel was lange tijd uit het oog verloren, nadat Napoleon de archieven van de gildes liet vernietigen. Willems hoopt dat de tentoonstelling die geschiedenis weer voor het voetlicht brengt. "Dat er geen straatnamen naar smeden vernoemd zijn, dat moet toch eigenlijk veranderen?", vindt ze. "Meppel mag trotser zijn op haar zilveren geschiedenis."

De expositie Meppeler Zilver is het komende half jaar nog te bezichtigen in het Stedelijk Museum Meppel.