65 jaar na de verwoestende brand in Schattenberg: 'Opeens werd het aardedonker'

brand kamp schattenberg
De troosteloze resten na de grote brand van 1958 © Collectie MHM / Drents Museum
Dinsdag 18 maart 1958 is een ochtend als alle andere op Woonoord Schattenberg. Mensen gaan aan het werk en kinderen gaan naar school. Meester Pattinama staat die ochtend voor de klas in de schoolbarakken op het terrein.
Een van de kinderen die die ochtend les krijgt, is de 10-jarige Otis Polnaya. Hij zit in de vierde klas van de lagere school. Er is niks aan de hand, er wordt rustig gewerkt. Maar ineens loeien de sirenes. Het teken dat er brand is op het terrein.

'Ik dacht dat de aarde verging'

Even verderop is brand uitgebroken in barak 60, waar meerdere Molukse families woonden. De brand slaat over naar de barakken 61, 62 en 63. Het is een enorme vlammenzee. "Opeens werd het aardedonker", weet de inmiddels 75-jarige Polnaya. "Ik dacht dat de aarde verging."
In de klas gilt een van de meisjes - Annie - dat de barak waar zij woont in brand staat. Dat beeld staat Polnaya nog altijd op het netvlies gebrand. "Annies vader was een vriend van mijn vader, dus we gingen veel met elkaar om."
De rillingen lopen mij nog over de rug. Zó erg was het
Otis Polnaya
De families woonden op de Molukken al tegenover elkaar en ook in Schattenberg komen ze vaak bij elkaar over de vloer. "Ik zag het allemaal gebeuren", beschrijft Polnaya. "Als ik eraan terugdenk, lopen de rillingen mij nog over de rug. Zó erg was het."
Meester Pattinama stuurt de kinderen naar huis. Iedereen heeft wel wat anders aan z'n hoofd dan braaf in de schoolbanken zitten. "Mijn moeder was ook ongerust, omdat ze niet precies wist waar de brand was", vertelt Polnaya. "De brand was dicht bij de school waar ik zat. Dus ik rende gauw naar huis en vertelde dat Annies barak in brand stond. Het was zo sneu."

Woonoord Schattenberg

Kamp Westerbork is vooral bekend als doorgangskamp in de Tweede Wereldoorlog. Vanuit het kamp werden 107.000 Joden naar de vernietigingskampen in het Oosten gedeporteerd. Ook Sinti, Roma en verzetsstrijders werden op transport gezet. Slechts 5.000 mensen keerden terug.
Het kampterrein was voor de oorlog ook al in gebruik, toen diende het als vluchtelingenopvang voor Joden. Tussen april 1945 en december 1948 werd het kamp gebruikt als interneringskamp voor NSB'ers, SS'ers en andere collaborateurs. Het jaar erna diende het als militair kamp.
In 1950 werden er gerepatrieerde Indische Nederlanders opgevangen. Een jaar later werden er de eerste Molukkers opgevangen. In het kamp woonden KNIL-militairen met hun families, die op dienstbevel naar Nederland waren gekomen.

Waarschijnlijk kortsluiting

De brand ontstond waarschijnlijk door kortsluiting. Volgens Guido Abuys, conservator bij Herinneringscentrum Kamp Westerbork, zijn er meerdere theorieën maar is kortsluiting de meest logische. "In die tijd waren er meerdere branden, die ontstonden vaak tijdens het koken. Die dag stond een harde oostenwind, de brand kon in die houten barakken makkelijk uit de hand lopen. En dat is dus ook gebeurd."
Van de vier barakken brandden er drie tot de grond af. Er is niets meer van over. Op foto's van de nasleep zie je alleen nog wat pilaren, een potkachel en hier en daar wat geraamten van ledikanten staan. De mensen die er dan wonen hebben niets meer. Wonder boven wonder raakt niemand gewond.

Veel geld in een oude kous

Volgens Polnaya zijn de bezittingen die dan verloren gingen niet eens het belangrijkst. "Wat wel belangrijk was, was dat er veel geld werd gespaard", legt hij uit. In de eerste jaren na de aankomst in Schattenberg in 1951 'zorgt' de overheid nog voor de Molukkers, maar vanaf 1956 geldt de zogeheten zelfzorg.
"Vanaf 1956 mochten onze ouders aan het werk, maar daarvoor niet. Dus werd er in die eerste jaren veel zwartgewerkt", beschrijft Polnaya. "Mijn vader en de vader van Annie gingen samen aan het werk bij de boer. Dat zwarte geld werd natuurlijk niet naar de bank gebracht, maar werd in een oude kous gestopt." Het geld is bedoeld om te sparen voor een terugkeer naar de Molukken, een droom die veel van hen dan nog hebben.

Emotioneert nog na 65 jaar

De gezinnen in de afgebrande barakken zien hun geld - en hun droom - letterlijk en figuurlijk in rook opgaan. "Als ik er zo over praat en eraan terugdenk, emotioneert het mij weer", verzucht Polnaya.
De gevolgen voor het woonoord zijn groot, maar voor de mensen die in die vier barakken woonden enorm. "Er woonden in die barakken zo'n negentig grote gezinnen", weet Polnaya. "Ineens waren vijfhonderd mensen dakloos."
65 jaar na de verwoestende brand in Schattenberg

Deel van de gemeenschap weg

Een brand met grote gevolgen voor de Molukse gemeenschap. "Er woonden destijds bijna drieduizend mensen in het woonoord", weet conservator Abuys. "Voor de mensen in de afgebrande barakken was ook geen alternatieve woonruimte. Van de een op de andere dag was 15 tot 20 procent van de gemeenschap weg." De getroffenen worden overgeplaatst naar bijvoorbeeld Vaassen en Wierden.

Het begin van het einde

De grote brand van 65 jaar geleden zou het begin van het einde betekenen voor Schattenberg. Aanvankelijk pakken de 'achterblijvers' het leven weer op, maar in 1959 besluit de overheid dat het gebeurd moet zijn met de Molukse woonoorden. "Men wilde dat de Molukse gemeenschap zou integreren in de Nederlandse gemeenschap", vertelt Abuys. "Vanaf 1960 zie je dat steeds meer gezinnen het woonoord verlaten. Daarom is de brand van 1958 echt een keerpunt geweest."
Hij vervolgt: "Tot dat jaar woonden de mensen bij elkaar, leefden met elkaar en waren ze gewend aan de omgeving hier. Er had zich een heel hechte gemeenschap gevormd. Toen kwam de brand en een jaar later het overheidsbesluit. Het was het begin van het einde."
kamp schattenberg
Kinderen bij de schoolbarakken, niet ver van de plek waar later brand zou uitbreken © Herinneringscentrum Kamp Westerbork

Anders

Ook Polnaya weet nog goed dat het leven na de brand anders is. "Er hing wel een andere sfeer, ja. Maar we hadden veel steun aan elkaar, want de Molukkers vonden het mooi om samen te zijn. Je steunt elkaar altijd."
Maar veel praten doen ze onderling niet. Ook niet met de mensen die destijds gedwongen moesten verhuizen. "Voor sommigen was het heel triest, dus het was waarschijnlijk te pijnlijk om over te praten. Ze hadden bepaalde ideeën en spaarden omdat ze geloofden in een terugkeer. En dan is alles in een paar minuten weg", stelt Polnaya.

'Geen mooie tijd in Schattenberg'

Het zijn verdrietige herinneringen voor Polnaya. "Ik vond het geen mooie tijd in Schattenberg. Ik snapte niet dat wij in zulke woningen werden gehuisvest, we sliepen gewoon op een stromatras in heel kleine kamers in koude, tochtige en gehorige barakken."
Hoewel Polnaya zijn periode in het woonoord niet als een fijne tijd heeft ervaren, heeft hij ook nooit geloofd in een terugkeer naar de Molukken. "Dat durf ik nu wel te zeggen. Toen durfde ik dat niet, want dan had je kans dat je ramen ingegooid werden", lacht hij. "Ik ben blij dat we gebleven zijn. Niet alle Molukkers denken er zo over, maar ik wel. Mijn toekomst lag hier."

Laatste Molukkers vertrekken in 1971

Het grootste deel van de gemeenschap in Schattenberg verhuisde in 1964 en 1965 naar een speciale Molukse woonwijk in Assen. De laatste bewoners vertrokken pas - onder dwang - in 1971 en trokken naar de Molukse wijk in Bovensmilde.
RTV Drenthe en het Drents Archief maakten in 2021 - 70 jaar na de aankomst van de Molukkers in Nederland - een podcast over Kamp Schattenberg.

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.