Ook tientallen graven KNIL-militairen Hoogeveen krijgen speciale status

De graven van 35 eerste generatie KNIL-militairen uit Hoogeveen krijgen een bijzondere status. De komende dertig jaar hoeven er geen grafrechten betaald te worden voor zowel de soldaten als hun partners.
De colleges van de gemeenten Assen en Midden-Drenthe dienden hetzelfde voorstel al eerder in. Beide gemeenteraden moeten nog akkoord gaan.
"Vandaag is een mooie, maar vooral belangrijk dag", vertelt burgemeester Karel Loohuis. Hij mocht de boodschap vandaag overbrengen aan de Molukse gemeenschap in Hoogeveen. "En om heel eerlijk te zijn: een dag die veel eerder had moeten plaatsvinden. We komen hier om een schuld bij u in te lossen. Een schuld ten opzichte van 35 KNIL-militairen en hun echtgenoten uit uw familie, uw gemeenschap."
Moeizaam
Die schuld kent een lange geschiedenis. Een grote groep Molukse KNIL-militairen vertrok in 1951 samen met hun families van Indonesië naar Nederland. Dat deden ze niet vrijwillig, het ging namelijk op dienstbevel. De Molukse soldaten hadden gevochten in Het Koninklijk Nederlands-Indisch leger. Vanwege hun loyaliteit aan Nederland, konden ze na de Indonesische onafhankelijkheid niet langer blijven.
Ze kwamen naar Nederland, maar de integratie verliep moeizaam. Het zou namelijk gaan om een tijdelijk verblijf. Bij veel gezinnen stonden de koffers voor de terugreis naar de Molukken ingepakt. De Nederlandse regering had de militairen en hun families beloofd dat ze ooit terug konden keren naar een eigen Molukse staat, maar dat gebeurde niet. De Molukkers vinden dat er meer erkenning en respect moet zijn voor dit verleden.
Blijdschap
De stichting Maluku4Maluku pleit al jaren voor erkenning van het leed dat de Molukse inwoners is aangedaan. Vicevoorzitter Sarah de Lima is blij met het nieuws. "Zelfs een beetje emotioneel. We hebben hier lang naartoe moeten werken. Het voelt voor mij ook extra speciaal, want de Molukse wijk bestaat dit jaar zestig jaar in Hoogeveen."
Volgens de Hoogeveense is het ook tijd dat haar gemeenschap deze waardering krijgt. "Eigenlijk hadden we dit twee jaar geleden al gewild. Toen was het zeventig jaar geleden dat Molukkers voor het eerst naar Nederland kwamen. Maar we zijn hier natuurlijk hartstikke blij mee. Vooral om ook dit stukje geschiedenis door te geven aan de volgende generatie Molukkers."
Toch vindt ze het jammer dat Leo Reawaruw het nieuws meer kan meemaken. Hij was voorzitter van de stichting maar kwam vorig jaar te overlijden. "Hij heeft zich telkens hard gemaakt om dit voor elkaar te kregen. Het is jammer dat hij deze ontwikkeling in Hoogeveen niet meer kan meemaken. Ik heb hem altijd beloofd om door te strijden en dat is nu gelukt."
Slepende kwestie
Dit jaar viert Hoogeveen dat de Molukse wijk zestig jaar bestaat. Burgemeester Loohuis spreekt grote waardering en bewondering uit voor de gemeenschap. "U heeft een prima positie binnen de Hoogeveense samenleving. Generaties hebben zich flexibel getoond, zonder onzichtbaar te worden. Het behoud van de Molukse identiteit is belangrijk. Die heeft zich van generatie op generatie in het dna genesteld."
"Het besluit om de graven van de eerste generatie Molukse KNIL-militairen en hun partners vrij van grafrechten te stellen is een daad die zonder grote woorden een punt zet achter een slepende kwestie. Een daad van verbinding tussen de Molukse gemeenschap en haar dienende."