Het trechtervolk maakte kleding uit vlas, maar hoe deden ze dat?

De vlasplant is een veelzijdige plant, je kunt er van alles mee. Dat weet ook Inge Leonora den Ouden uit Meppel. Zij is een enthousiaste handwerkster. Dankzij allerlei technieken kan zij op vrij eenvoudige wijze kleding maken. De Meppelse weet dat de hunebedbouwers al linnen uit vlas wisten te winnen, maar ze vraagt zich af hoe zij dat toen deden.
Natuurlijk stuurde Inge Leonora haar vraag naar Zoek Het Uit! De redactieleden bedachten zich niet en doken het veld bij het Hunebedcentrum in Borger in om het antwoord te zoeken.
Vlas
Bij het Hunebedcentrum vinden we archeoloog Riemke Scharff en Karin Olfert bereid om ons vertellen en ook te tonen hoe het trechtervolk linnen uit vlas maakte. De vlasplant draagt de fraaie Latijnse naam Linum usitatissimum, hij levert de grondstof voor linnen en uit de zaden kan olie geperst worden. Tegenwoordig kennen we meerdere soorten vlasplanten met verschillende kleuren bloemen, maar in de prehistorie was er maar een soort vlasplant.
Vroeger werd vlas vooral gebruikt voor het maken van weefstoffen of touw. Tegenwoordig wordt het veel gebruikt in de auto-industrie (verwerkt in hoedenplanken en dashboarden), als isolatiemateriaal en bijvoorbeeld als strooisel in paardenstallen. Van de zaadoverblijfselen worden lijnzaadkoeken geperst voor veevoer.
Bij het Hunebedcentrum toont Karin Olfert aan mevrouw Den Ouden hoe linnen uit vlas wordt gewonnen. Tekst gaat na de video:
Van vlas tot linnen
Prehistorie
De oudste vondst van wilde vlas als grondstof voor textiel is gedaan in een grot in Georgië. Het textiel werd daar goed bewaard. Het was gesponnen, geverfd en geknoopt en dateert uit de oude steentijd, zo'n 30.000 jaar geleden. Het eerste vlas was afkomstig uit het Midden-Oosten, ongeveer 5000 jaar geleden kwam het gewas naar Midden-Europa.
Bewaard
In Drenthe is geen 'vlaskleding' van het trechtervolk teruggevonden omdat de stof vergaat. De in 1991 in de Italiaanse Alpen gevonden ijsmummie Ötzi droeg volgens archeoloog Riemke Scharff wel kleding gemaakt uit vlas. Hij is de oudste mummie die in Europa is gevonden en bleek bijzonder goed bewaard. Ötzi leverde veel informatie op over het leven in de nieuwe steentijd, 5300 jaar geleden.
Zie hieronder een veld vol vlas, tekst gaat daarna verder.

Linnen uit vlas
Vlas wordt eind maart of begin april gezaaid en de planten bloeien eind mei of begin juni. Het beste vlas voor linnen krijg je als het wordt geoogst wanneer de zaadbollen nog niet geheel rijp zijn. Bij het oogsten wordt de gehele plant uit de grond getrokken, in de prehistorie deden ze dat waarschijnlijk met de hand.
Het vlas wordt hierna gedroogd en dan worden de zaadbollen verwijderd. Dit proces wordt repelen genoemd. Vervolgens komt het zogeheten roten van de stengels aan de orde. Hierbij wordt het vlas in water gelegd of er wordt gebruik gemaakt van de dauw op de akkers. Op deze manier wordt het houtachtige deel van de stengels losgeweekt van de vezels. Dit kan twee weken tot twee maanden duren, afhankelijk van het klimaat.
Daarna wordt het geheel gedroogd en volgt het zogeheten braken. Hierbij wordt het houtachtige deel van de stengels stukje voor stukje gekneusd en gebroken. De buigzame stengels blijven hierbij ongedeerd. Dan volgt het zwingelen, waarbij de laatste houtachtige restanten van de bruikbare vezels worden gescheiden. Hiervoor werd in de prehistorie een steen gebruikt.
Zie hieronder hoe het vlas gekneusd wordt. Tekst gaat na de foto verder.

Draden spinnen in de prehistorie
Tot slot worden de vezels gesponnen tot draden waarmee textiel gemaakt kan worden. Een draad maken van vezels kan op verschillende manieren: spinnen en 'spiltsen-en-draaien', waarbij lange vezels om elkaar heen worden gedraaid tot een draad. Splitsen is een heel oude techniek, spinnen kwam later tot ontwikkeling.
Om te kunnen weven, naaien, sprangen, vlechten, knopen, twijnen en naaldbinden (deze technieken waren allemaal bekend bij het trechtervolk) heb je draad nodig. In principe zijn alle vezels met een lengte van minimaal vijf centimeter bruikbaar. Bij een kortere lengte is het moeilijker een sterke draad te maken.
Overigens werd niet alleen vlas gebruikt, ook van hennep, lindebast en brandnetels werd textiel gemaakt.
Leer en linnen
Volgens archeoloog Riemke Scharff werd in de vroege steentijd geen wol gebruikt omdat de schapen toen nog niet zo'n dikke vacht droegen. De mensen in die tijd droegen voornamelijk kleding gemaakt van linnen of leer.
Artikel gaat verder onder de foto:

Zoek Het Uit!
blijf nou niet langer zoeken
verspil niet al die dagen
leg maar weg de boeken
je kunt Zoek Het Uit! toch vragen
verspil niet al die dagen
leg maar weg de boeken
je kunt Zoek Het Uit! toch vragen
En dat kan middens een e-mail naar zoekhetuit@rtvdrenthe.nl of hieronder