Natuurdoelanalyses provincie: natuur herstelt niet, maar verslechtert juist

Bargerveen vergrassing
Door de stikstof groeit gras goed en verdwijnt heide in het Bargerveen © RTV Drenthe / Serge Vinkenvleugel
De Drentse natuurgebieden zijn er slecht aan toe en die verslechtering zet door. Ondanks de maatregelen van de afgelopen jaren om natuur te herstellen. Dat blijkt uit de eerste acht natuurdoelanalyses van de provincie Drenthe. Dat zijn onderzoeken naar kwetsbare en stikstofgevoellige Natura 2000-gebieden, totaal heeft Drenthe 12 van deze natuurgebieden.
Stikstof is de grootste boosdoener. En verder moet de natuur nog natter worden, want er is veel verdroging. Ook voor de natuurgebieden waarvan de analyses nog niet klaar zijn, is al duidelijk dat stikstof en verdroging ook daar de grote boosdoeners zijn. Slechts op een paar plekken zijn ook verbeteringen zichtbaar dankzij natuurherstel.

Maatregelen nodig

"Voor alle Drentse Natura 2000-gebieden zijn daarmee aanvullende maatregelen nodig, binnen en ook buiten die natuurgebieden, op het gebied van stikstof en waterhuishouding. Welke maatregelen is nog niet bekend. Maar de resultaten van de natuurdoelanalyses worden in eerste instantie gebruikt in het gebiedsprogramma dat op 1 juli ingediend moet worden bij het Rijk", schrijven de Gedeputeerde Staten.
De resultaten van de analyses moeten vanaf nu betrokken worden bij het geven van vergunningen. "Vergunningverlening was al moeilijk en blijft dat ook", schrijven de Gedeputeerde Staten.
Bekijk hieronder de 12 stikstofgevoelige natuurgebieden in Drenthe. Artikel gaat verder onder de afbeelding.
Stikstofkaart Drenthe
Stikstofkaart Drenthe © Localfocus/RTV Drenthe

Het Bargerveen

Nu 2.083 hectare, maar het hoogveengebied was ooit 170.000 hectare groot en liep door tot ver in Duitsland. Bijna alles is afgegraven en daarmee verdween de natuur en kwam er landbouwgrond voor terug. Behalve dus het Bargerveen.
Het Bargerveen kampt met de sterkste overbelasting van stikstof van Drenthe. In 94 procent van het stikstofgevoelige gebied is sprake van een sterke overbelasting van stikstof. Dat komt neer op meer dan twee keer het toegestane stikstofniveau. Op sommige plekken gaat het zelfs om vier keer de norm.
Er komt te veel stikstof binnen om de natuur in stand te houden, laat staan te laten herstellen. Voor de grasgebieden komt daar verdroging bij. De verslechtering in het hoogveen komt niet alleen door stikstof, maar ook door de waterhuishouding. Een aantal vogelsoorten kan met de huidige natuurherstelmaatregelen niet in stand worden gehouden.

Het Drouwenerzand

Een gebied van 222 hectare. Ontstaan door teveel begrazing van schapen en plaggenwinning in de 18e en 19e eeuw. Heide en zandverstuivingen. Een zandverstuiving is een open plek waar geen begroeiing is. De wind heeft er vrij spel om het zand verder te verspreiden. De beperkte grootte van het gebied is al een zorgenpunt - zandverstuivingen hebben over het algemeen veel ruimte nodig - maar door stikstof groeien de zandverstuivingen sneller dicht met planten.
Op grote stukken stuifzandheide met struikhei gaat goed, want die zijn 'stabiel.' Maar de natuurkwaliteit verslechterd op zowel de heide als de zandverstuivingen. En als de stikstofneerslag niet omlaag gaat, zal de natuur in die gebieden verder verslechteren. Met de korstmossen op het Drouwenerzand gaat het nu al niet goed.

Dwingelderveld

Met 3.768 hectare het grootste oppervlakte natte heidegebied van West-Europa. Het gebied ligt op hogere zandgrond.
Een deel van de heidesoorten is stabiel, maar de kwaliteit neemt af. Van verschillende soorten vennen is niet goed vast te stellen hoe het ermee gaat. Wat de onderzoekers wel weten: de overbelasting van stikstof op de vennen is 100 procent. Er zijn nog geen maatregelen die de negatieve effecten van de zware overbelasting kunnen tegen gaan.
Verschillende bossoorten zijn stabiel, maar ook die hebben last van verzuring of vermesting. Bijna alle natuur op het Dwingelderveld heeft last van verdroging, ondanks alle maatregelen de afgelopen jaren om delen van het Dwingelderveld natter te maken. Van een aantal vogelsoorten zoals de zwarte specht en de tapuit wordt de instandhoudingsdoelstelling niet gehaald.
Door de stikstof wordt de bodem voedselrijker en zuurder. Daar profiteert gras van, ten koste van heide en stuifzanden. De verwachting is dat zonder maatregelen de heide en het stuivende zand verdwijnen en daarmee ook de leefomstandigheden voor dieren. Sommige planten zijn zelfs al verdwenen als gevolg van de verzuring van de bodem, zoals het rozenkransje en welriekende nachtorchis.

Elperstroom

Beekdalen-natuurgebied van 351 hectare. Een van de vier natuurgebieden in Nederland waar kalkmoeras aanwezig is. Dat wordt internationaal gezien als een sterk bedreigde soort natuur, vol met bijzondere en vaak met uitsterven bedreigde soorten.
Vijf van de zeven soorten natuur in het Elperstroomgebied kunnen met de huidige maatregelen niet in stand worden gehouden. De vochtige heide, blauwgrasland, heischrale graslanden en kalkmoeras gaan het op termijn niet redden door te veel stikstof en verdroging. Zowel in kwaliteit als in oppervlakte is nu al verslechtering te zien.

Holtingerveld

1.754 hectare hogere zandgronden met heide en bos. Er ligt een voormalig vliegveld uit de Tweede Wereldoorlog. De startbanen zijn blijven liggen en daar hebben zich veel flora op ontwikkeld. Bijvoorbeeld orchideeën, varens en de rozenkransjes. Bovendien is het gebied rijk aan dagvlinders, waaronder een vorm van het icarusblauwtje die alleen hier en op Terschelling leeft.
Ook in dit gebied is er verslechtering van alle natuursoorten door te veel stikstofvermesting en verdroging. Bijna alle bos- en begroeiingssoorten zijn stabiel in oppervlak en (matig) stabiel in kwaliteit. Met zowel vochtige heide als droge heide, beuken, eiken en de hulst gaat het slecht. Ook in dit gebied kunnen planten en diersoorten niet in stand worden gehouden als de stikstofneerslag hetzelfde blijft als nu.
De gevlekte witsnuitlibel en de kamsalamander hebben beide stabiele populaties in het gebied. Maar allebei zijn ze geen fan van een 'zure' leefomgeving en behalve verdroging en vermesting door stikstof ligt ook verzuring van hun leefgebied op de loer.

Mantingerbos

Waarschijnlijk het oudste nog bestaande bos in Nederland. Het bos van 46 hectare staat vooral op hogere zandgronden. De beuken- en eikenbossen met hulst zijn stabiel maar gaan wel langzaam achteruit. Ook hier is stikstof de boosdoener.

Mantingerzand

Het 780 hectare grote Mantingerzand bestaat vooral uit hogere zandgronden. De stuifzanden van het Mantingerzand wijken af van de meeste andere gebieden in Nederland, omdat de 'duinen' in het gebied niet zo hoog lijken te zijn opgestoven.
Verschillende heidesoorten winnen het niet van de vergrassing. Het gras groeit goed door stikstof. Op sommige plekken zijn er wel positieve resultaten omdat er geplagd is of omdat er regelmatig begrazing door vee is. De kwaliteit van de zandverstuivingen, stuifzandhei, struikhei, kraaihei, vochtige en droge heidegebieden neemt af.
Ondanks de ingrepen in de natuur om het gebied te laten herstellen, lukt het niet om verzuring, vermesting en verdroging tegen te gaan.

Norgerholt

In dit hogere zandgrondenbos van 26 hectare staat de grootste hulstboom van Europa. Sinds 1962 wordt er eigenlijk niets gedaan aan beheer in het gebied. De natuur in het Norgerholt, die voornamelijk bestaat uit beuken- en eikenbomen, mag haar eigen gang gaan.
Zowel het hoogveenbos als het deel beuken- en eikenbos met hulst is stabiel in oppervlakte als kwaliteit. De stikstofdruk is hoog maar het bos lijkt er nog niet te veel last van te hebben. Maar met de kennis en meetmethode van nu kan niet worden uitgesloten dat op lange termijn dezelfde hoeveelheid stikstof als nu wel negatieve gevolgen zal hebben voor het Norgerholt.
Dwingelderveld
De weidsheid van het Dwingelderveld © RTV Drenthe / Serge Vinkenvleugel

Klimaatverandering

Ook klimaatverandering is een 'drukfactor' die nu al speelt en waardoor ook een aantal natuurdoelen in Drenthe niet gehaald kunnen worden.
Daarnaast zitten er volgens de provincie tegenstrijdigheden in het natuurbeleid: genomen maatregelen om een planten of diersoorten in stand te houden kunnen ten koste gaan van de instandhouding van een andere soort. Bijvoorbeeld het veranderen van de waterhuishouding is goed voor veenontwikkeling, maar gaat ten koste van een aantal vogelsoorten die niet van te natte voeten houden.

Vier analyses nog niet klaar

De natuurdoelanalyses voor Het Drentsche Aa gebied, het Drents Friese Wold & Leggelderveld en het Fochteloërveen zijn nog niet af. Voor het Witterveld moet het Rijksvastgoedbedrijf een analyse maken.

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.