'Lelylijn moet snel zijn, geen overlast geven en goed zijn voor noordelijke economie'

Een treinreis met de Lelylijn moet zo kort mogelijk zijn. Dat vinden zowel noordelingen als inwoners elders in ons land. Ook mag de natuur geen last hebben van de spoorlijn en daarnaast moet de snelle treinverbinding tussen Groningen en de Randstad ook zorgen voor banen en een betere economie in het Noorden.
Dat is in een notendop de uitkomst van de burgerraadpleging over de Lelylijn. De raadpleging onder ruim 11.000 mensen is uitgevoerd via een Participatie Waarde Evaluatie (PWE). De basis van die methode om onderzoek te doen is dat inwoners advies geven over een keuzevraagstuk van de overheid. "Daarmee laten inwoners zien waar de overheid aan de tekentafel rekening mee moet houden", aldus directeur Niek Mouter van Populystics die onderzoek en de burgerraadpleging organiseerde.
Boost voor Noorden
Zowel noorderlingen als de rest van Nederland vindt dat de reistijd tussen het Noorden en de Randstad op de Lelylijn zo kort mogelijk moet zijn en de natuur er zo weinig mogelijk hinder van moet hebben. Daarnaast moet de nieuwe spoorlijn zorgen dat mensen minder de auto of het vliegtuig gebruiken en vaker de trein.
De spoorlijn moet daarnaast bij voorkeur zorgen voor werkgelegenheid in het Noorden en de noordelijke economie een boost geven. Die twee punten werden door respondenten in Noord-Nederland als belangrijk aangemerkt. De groep die representatief is voor Nederland vindt het relatief belangrijk dat de Lelylijn niet te duur wordt.

Lelylijn-varianten
In het tweede deel van de raadpleging werd aan deelnemers gevraagd om een keuzes te maken tussen twee varianten van de Lelylijn of geen Lelylijn. Veertig procent gaf daarbij aan liever een hele snelle Lelylijn met vijf tussenstations tussen Amsterdam en Groningen te hebben, evenals dat er iedere tien minuten een trein rijdt. Deze Lelylijn mag relatief veel belastinggeld kosten. Van een iets grotere groep - 43 procent - mag de Lelylijn iets minder snel, met drie tussenstops, ieder half uur een trein en minder belasting geld worden gebouwd.
Uit het tweede deel van de Lelylijnraadpleging blijkt dus dat deelnemers graag een snelle Lelylijn willen, maar niet onder elk beding. Als de hele snelle variant maar één tussenstation heeft tussen Amsterdam en Groningen/Leeuwarden, veel mensen overlast ervaren van deze variant en de kosten erg hoog zijn, dan hebben de deelnemers liever een wat minder snelle variant van de Lelylijn.

Noorden is aan zet
Deelnemers die vinden dat de Lelylijn niet te duur moet worden, motiveerden dit veelal als onrechtvaardig wanneer er in de besluitvorming sterk naar de kosten van de spoorverbinding zou worden gekeken. Zij vinden dat er in het verleden bij projecten in de Randstad zoals de Noord/Zuidlijn en de Hogesnelheidslijn Schiphol-Antwerpen ook veel geld is uitgegeven en het Noorden nu aan de beurt is. Zeker omdat de rest van het land sterk heeft geprofiteerd van de aardgasbaten, terwijl het Noorden vooral de lasten heeft gedragen.
Hier kunnen we ons voordeel mee doen
Commissaris van de Koning in Groningen, René Paas, is in zijn nopjes met de uitkomsten van het onderzoek. "Hier kunnen we verder mee."
Los van het hoge aantal mensen dat de spoorlijn wel ziet zitten is Paas vooral blij dat 'Nederland nu meer als één geheel gezien wordt dan aan het begin van deze kabinetsperiode'. "Haagse bestuurders hebben te vaak en te lang problemen willen oplossen in en met de Randstad."
De CdK van Groningen zei verder snel te verwachten dat het kabinet binnenkort over de brug komt met extra geld voor de Lelylijn. Staatssecretaris Vivianne Heijen zei daarop: "Er is voor de Lelylijn 3 miljard gereserveerd. Dat is inderdaad nog lang niet genoeg. Maar het is wel een ongelofelijk groot bedrag voor iets waar het echte onderzoek nog naar moet beginnen."
Ja, de Lelylijn staat bij het kabinet echt wel voor de bril, zo blijkt uit de kabinetsreactie. Maar nee, er komt voorlopig nog geen geld bij, zo hoor je tussen de regels.
Zorgen
In het derde deel van de raadpleging konden deelnemers aangeven wat zij als de belangrijkste voordelen en nadelen van de Lelylijn zien, welke kansen zij zien en welke zorgen zij hebben. De overlast van de Lelylijn staat daarbij met stip op één: 510 deelnemers gaven dit aan.
Dat de kosten hoger uitvallen dan begroot, omwonenden geluidsoverlast krijgen, de spoorlijn zorgt voor landschapsvervuiling en er mogelijk mensen naar het Noorden komen die voor overlast zorgen, werden ook genoemd als pijnpunten.
Puzzel
Hoe is die spagaat op te lossen? De natuur mag zo weinig mogelijk lijden en tegelijk moet er een nieuwe spoorlijn van 120 kilometer komen. Heijnen weet dat het een hele puzzel gaat worden: "Inpassen in het landschap en tegelijk moet die Lelylijn wel goed bereikbaar zijn", gaf ze mee.
Volgens Mouter (Populystics) zit de suggestie van 'leg hem aan langs bestaande autosnelwegen' veelvuldig in de uitkomsten van de burgerraadpleging.
Aandeel voorstanders 'heel goed nieuws'
Het onderzoek, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat en de Noordelijke provincies, was niet bedoeld om te meten hoeveel voor- en tegenstanders de Lelylijn heeft. Dat 80 procent van de deelnemers voor aanleg van de Lelylijn is, vindt staatssecretaris Vivianne Heijen alleen maar heel goed nieuws.
Er deden 920 Drenten aan de burgerraadpleging mee. Ook die denken volgens Mouter niet wezenlijk anders over de Lelylijn dan de uitslag in grote lijnen aangeeft.
Vervoerder
De burgerraadpleging ging ook niet over welke vervoersmaatschappij op de nieuwe spoorverbinding moet gaan rijden. De NS zou dat in theorie kunnen doen, want de nieuwe intercity's die de vervoerder momenteel laat bouwen kunnen 200 kilometer per uur rijden. Volgens Heijnen moet in de tweede helft van 2024 een zogeheten 'voorkeursbeslissing' genomen worden over of en hoe de Lelylijn kan worden aangelegd.

Hoe werkt deze PWE als burgerraadpleging?
Een PWE-raadpleging wordt enerzijds gedaan door een geselecteerde groep deelnemers en anderzijds kunnen alle inwoners die geïnteresseerd zijn deelnemen aan een open raadpleging. In de raadpleging met geselecteerde deelnemers worden mensen random uit een internetpanel getrokken. Zij worden zo geselecteerd dat de resultaten representatief zijn voor de bevolking op de kenmerken geslacht, leeftijd en opleidingsniveau. Iedereen kan meedoen en daarvoor vindt geen selectie plaats.
7.459 Nederlanders deden mee aan de open raadpleging. Een groep van 1.635 Nederlanders was zo geselecteerd dat de uitkomsten representatief zijn voor de Nederlandse populatie als geheel op de kenmerken leeftijd, geslacht en opleidingsniveau. De andere geselecteerde groep, 2.260 inwoners van Noord-Nederland, geeft representatieve uitkomsten voor de bevolking van Noordelijk Nederland op dezelfde drie kenmerken.