'Laatste turfsteker' zag al eerder een energietransitie
Turfsteker Herman Arling uit Barger-Compascuum zag hoe het veengebied veranderde toen aardgas de turf verdrong. "Zestig procent van de inwoners werkte in het veen, misschien wel meer."
"Het was hier in het veen gewoon zo. Je groeide er mee op. Je kwam van school af en ging in het veen werken." Ook Herman Arling zelf werkte in het veen, net als zijn vader en zijn broer Geert.
Kansen en bedreigingen
De laatste jaren gaat het veel over de energietransitie. Een overstap van fossiele brandstof naar groene vernieuwbare energie, die in zichzelf kansen en bedreigingen draagt. Ook Arling maakte in de veenkoloniën al eens zo'n transitie mee. "In 1967 kwam de gasfabriek langs en schakelde praktisch iedereen over op gas."
Een groot deel van Zuidoost-Drenthe was afhankelijk van de turf. Het leverde ook een aardig zakcentje op vergeleken met sommige andere beroepen in het gebied. Dat hield allemaal in één keer op. "Er gingen heel wat banen verloren en de meeste mensen moesten ander werk zoeken. Mijn vader kon aan het werk in de plantsoenendienst. Ik denk niet dat hij daar zo blij mee was, maar je moest wat."
Herman Arling is 83, maar nog steeds steekt hij soms turf, nu als vrijwilliger in het Veenpark. "Maar het gaat niet meer zo als vroeger. Toen moést je, nu is het een aardigheidje."