Herdenking veteranen Nederlands-Indië in Emmen: 'Het doet me nog steeds iets'

Gert Achterhof
Gert Achterhof spreekt het publiek toe tijdens de herdenking bij het Indië Monument. © RTV Drenthe / Rien Kort
Tussen 1945 en 1963 vonden ruim 6.200 Nederlandse militairen de dood in het toenmalige Nederlands-Indië. Een dertigtal slachtoffers uit Zuidoost-Drenthe wordt jaarlijks herdacht bij het monument bij het Insulindeplantsoen in Emmen. Gert Achterhof, spilfiguur achter de herdenking, is er dit jaar voor het laatst bij als stichtingsvoorzitter.
Aan de ene kant is dat verrassend, aangezien Achterhof vorig jaar al zijn vertrek had aangekondigd na ruim dertig herdenkingen. "Mijn werk is nog niet klaar", glimlacht hij. Er is extra tijd nodig geweest om zaken goed af te sluiten en het ordentelijk achter te laten voor zijn opvolger. "Maar dit jaar ben ik hier voor het laatst in deze rol. Ik heb iemand op het oog die het stokje zou kunnen overnemen." Wie dit is, wil Achterhof nog niet zeggen.

Slecht uitgerust

Achterhof en anderen maakten zich dertig jaar geleden hard voor de installatie van het Indië Monument in Emmen. Achterhof kan uit eerste ervaring meepraten over de strijd in Nederlands-Indië. Zelf is hij namelijk ook veteraan. Onderdeel van een logistieke eenheid die de transporten moest verzorgen in Jakarta.
Een allerbelabberdste klus, oordeelt hij. "We werden destijds opgeroepen. Wacht, dat zeg ik niet goed. We moesten. Zo niet, dan wachtte de cel. Slecht uitgerust en met onvoldoende training werden we vervolgens naar een voor ons onbekend gebied gestuurd." De veteraan houdt er nog altijd een nare smaak van in zijn mond. "Ze hebben ons gewoon de dood ingejaagd", zegt hij met trillende stem.

Het besef

Naast Achterhof sprak ook luitenant-kolonel Marc Souman, commandant van het Regiment bevoorradings- en transporttroepen. Een vergelijkbare rol met Achterhof, in dat opzicht. Souman is de zoon van een vader die geboren is in Nederlands-Indië, wiens jeugd zich deels in een Japans kamp heeft afgespeeld.
De commandant bracht onlangs een bezoek aan Indonesië en werd daar geconfronteerd met de graven van toenmalige leeftijdgenoten van zijn vader. "Daar had mijn vader ook tussen kunnen zitten." Een besef dat leidt tot een naargeestig gevoel, maar het brengt ook zijn eigen bestaan in perspectief. "Het besef dat ik hier daarom sta."

Open armen

Het militaire optreden van Nederland destijds wordt tegenwoordig flink veroordeeld. Maar Souman plaatst daar wel een historische context bij. "De militairen vertrokken naar Nederlands-Indië met het idee dat ze de bevolking zouden helpen. In de veronderstelling dat de inheemse bevolking pro-Nederlands zou zijn. Dat ze met open armen zouden worden ontvangen."
In plaats daarvan belandde Nederland in een gewelddadige guerrilla-oorlog met duizenden doden tot gevolg.

Geen verhalen over een verloren oorlog

Die open armen waren ook niet te vinden bij terugkomst in Nederland, aldus burgemeester Jan Seton van Borger-Odoorn. Hij was aanwezig om te spreken namens de drie gemeenten in Zuidoost-Drenthe. "Want wie de oorlog overleefde, hoefde daar niet op te rekenen."
In het Nederland van na de Tweede Wereldoorlog draaide alles om wederopbouw en vooruitgang. Niemand zat te wachten op verhalen over een verloren oorlog. De teruggekeerde soldaten waren weer thuis, maar toch ontheemd. De strijd overleeft, maar hun verhaal doodgezwegen.
"De mannen wiens namen prijken op het monument verdienen dan ook niets meer dan respect", vindt Achterhof. "Het lezen van die namen op het monument doet me daarom nog steeds iets."

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.