Bijzonder: jonge jeneverbesstruiken gevonden op Dwingelderveld

Goed nieuws voor natuurliefhebbers. Schaapherder Johan Coelingh trof 12 jonge jeneverbesstruiken aan op het Dwingelderveld en dat is al jaren niet meer gebeurd. De karakteristieke, conifeerachtige struik verdwijnt namelijk langzaam uit het Drentse landschap.
Dagelijks loopt Coelingh met zijn schapen van natuurmonumenten over het Dwingelderveld met zijn neus aan de grond om te kijken of hij iets bijzonders ziet. "In dit gebied heb ik al mooie dingen zien ontwikkelen. Zo ineens liep ik op deze jonge jeneverbes en dat is wel heel bijzonder om dat dan te treffen. Dan krijg je ook het gevoel van: we zijn goed bezig."
De jeneverbes is al een lange tijd een beschermde plant. De omstandigheden moeten namelijk aan veel eisen voldoen wil de plant voor nieuwe aanwas kunnen zorgen. Dat is niet altijd het geval. Zo maakt de samenstelling van stoffen in de buurt volgens Rik Veldhuis, onderzoeker van de RUG, uit. "Het kan zijn dat het neerslaan van stikstof zorgt voor een verzuring en vermesting van de bodem. Dat is slecht voor de jeneverbes. Een ander probleem is het vrijkomen van aluminium en ijzer. Dit zijn giftige stoffen voor de struik", legde hij in een eerder interview uit.

Verstoring is nodig

Daarnaast maken volgens Coelingh de recente gebeurtenissen in de grond uit. Daardoor hebben waarschijnlijk de jonge struiken het op het Dwingelderveld gered. "Zo'n tien jaar geleden is men hier op het Noordenveld, een stukje van het Dwingelderveld, bezig geweest met het afgraven van teelaarde. Door het afgraven van die teelaarde is de grond verschraald. Die natuurontwikkeling heeft zo'n drie jaar geduurd en is daarna met rust gelaten. Zo'n verstoring, met daarna een periode van rust, daar heeft de jeneverbes heel veel baat bij."
En dat is volgens Coelingh bij de oudere jeneverbessen op het Dwingelderveld niet anders geweest. "De jeneverbes staat daar altijd op plekken waar men zo'n 100 tot 150 jaar geleden met paard en wagen langs gingen om bijvoorbeeld heideplaggen op te halen uit het veld. Op die manier was er een verstoring en die is abrupt gestopt toen de heideplaggen niet meer nodig waren. Door de rust zijn daarna de jeneverbessen gaan groeien."
Bang dat de schapen de jonge struiken meteen opeten hoeven we niet te zijn. "Schapen zijn erg kieskeurig. De jeneverbes is voor de schapen te stekelig." De schapen kunnen volgens Coelingh daarom juist helpen de jeneverbes te behouden. "Het is nu de kunst om met de schaapskudde pleksgewijs openheid te creëren om er daarna weer een hele lange tijd weg te blijven."

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.