Moeders Srebrenica stappen naar Europees mensenrechtenhof

De plek waar de Dutchbatters in Potocari gelegerd waren (Rechten: ANP / Jan Kooy)
De plek waar de Dutchbatters in Potocari gelegerd waren
Nabestaanden van de genocide in Srebrenica in de zomer van 1995 stappen naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in Straatsburg. Ze dienen een aanklacht in, omdat ze het er niet mee eens zijn dat de hoogste rechter de aansprakelijkheid van de Nederlandse Staat voor de dood van een groep van 350 mannen heeft vastgesteld op 10 procent. Eerder had het gerechtshof die kansberekening vastgesteld op 30 procent.
Door deze berekening krijgen de zogeheten Moeders van Srebrenica ook slechts dat percentage van de toekomstige schadevergoeding. Het hof kwam als eerste bij zijn uitspraak tot zo'n berekening, omdat het vond dat de overlevingskans van de mannen 30 procent zou zijn geweest als de Nederlandse militairen de mannen niet hadden weggestuurd van de VN-basis maar ze hadden laten blijven. De Hoge Raad verlaagde die kans naar 10 procent. Maar de advocaten van de moeders stellen dat er over een eventuele kansberekening geen feitelijk debat is geweest bij de rechters.

Dutchbat-militairen uit Assen

De groep mannen zochten in juli 1995, na de val van de enclave Srebrenica, hun toevlucht op de Nederlandse basis in Potocari. De enclave werd toen beveiligd door militairen van Dutchbat, die vooral gelegerd waren op de Johan Willem Friso Kazerne in Assen.
Srebrenica werd bedreigd door de Bosnische Serviërs, waarna Dutchbat zich overgaf en vertrok. Dutchbat stuurde 350 mannen van de basis, hoewel het wist dat de 350 mannen die van het terrein werden afgestuurd gevaar liepen op mishandeling en de dood, zo oordeelde de Raad eerder.
Deze beelden van Srebrenica gingen de hele wereld over

Lees ook:

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.