Tien jaar Bondgenootschap: 'Niet kunnen lezen en schrijven blijft hardnekkig probleem'

Een aanzienlijk deel van de Drenten kan niet lezen of schrijven. Dat zegt Eric van Oosterhout, voorzitter van het Bondgenootschap voor een Geletterd Drenthe. Vandaag tien jaar geleden, richtte hij zijn stichting op. In die tijd is veel bereikt. Maar om laaggeletterdheid uit te bannen, is nog een lange weg te gaan, ziet hij.
Wie eenmaal kan lezen, kan zich nauwelijks voorstellen hoe de wereld eruit moet zien zonder het goed onder de knie te hebben. Toch is dat hoe een deel van de Drenten door het leven gaat. Laaggeletterdheid is een groot probleem in Drenthe en in de rest van Nederland, zegt Van Oosterhout. "Als je in deze samenleving niet goed meekomt met lezen en schrijven en ook niet met digitale vaardigheden, dat wordt het wel heel ingewikkeld in Nederland."
Moeite met lezen en schrijven
Wie laaggeletterd is, heeft moeite met lezen en schrijven, en soms ook met digitale vaardigheden en rekenen. Dat treft 10 tot 15 procent van de Drenten, vergelijkbaar met het landelijk percentage.
Van Oosterhout, tevens burgemeester van Emmen, houdt zich met zijn stichting al jaren bezig met laaggeletterdheid. "Tien jaar geleden werd ik burgemeester in Drenthe en ik heb een taalachtergrond. Ik dacht toen: daar moeten we wat mee. Toen heb ik een groep vrienden om me heen verzameld die daar wat mee willen."
Veel oog voor
Inmiddels viert het Bondgenootschap het tienjarig jubileum. "In tien jaar is die groep uitgegroeid tot 110 partijen van gemeenten, provincie, bibliotheken, huisartsen en bedrijven. Op heel veel plekken in Drenthe zijn er mensen die hier oog voor hebben."
Zo kunnen huisartsen de laaggeletterdheid signaleren en patiënten doorverwijzen en zijn er bedrijven die cursussen aanbieden op het werk voor werknemers die moeite hebben met lezen en schrijven. "Ik heb het idee dat we het thema steeds meer op de agenda hebben staan."
Schaamte
Toch zorgt schaamte ervoor dat het probleem hardnekkig is en een aanzienlijk deel niet aan de bel trekt, constateert Van Oosterhout. "Ik hoor heel vaak dat mensen zeggen: 'Het heeft heel lang geduurd voordat ik de stap maakte naar de bibliotheek of naar een school om dat te vertellen'. Ik zeg weleens: 'Je zegt makkelijker dat je zweetvoeten hebt, dan dat je moet zeggen dat je niet zo goed bent in lezen en schrijven'."
Uit schaamte moeten mensen zich in allerlei bochten wringen om hun geheim voor zich te houden. "Mensen verzinnen allerlei smoesjes. Dan zeg je: ik ben mijn bril vergeten of kan jij het even lezen, want ik kan het niet zo goed zien.' Het duurt heel lang voordat mensen een bruggetje maken naar een cursus. Maar dan kan het ook heel snel gaan. Als mensen eenmaal op zo'n cursus zitten, dan kunnen ze binnen een half jaar al een heel stuk beter lezen en schrijven."
'Praat erover'
Hoewel er veel werk verzet is de afgelopen tien jaar, ziet Van Oosterhout dat er nog een hoop moet gebeuren. "We zijn er nog lang niet", zegt hij. "We weten nog steeds dat heel veel mensen zich nog schamen. We willen met die 110 partijen zo goed mogelijk laten zien dat je je helemaal niet hoeft te schamen. Ook als je in je omgeving mensen hebt die niet zo goed kunnen lezen en schrijven. Heb het erover met elkaar en probeer ze in een traject te krijgen."
Dat kan heel goed door naar taalpunten in de bibliotheek te gaan, maar ook bij de gemeente kun je terecht, legt Van Oosterhout uit. Maak die stap, roept hij op. "Mensen ga alsjeblieft leren lezen en schrijven, want de wereld wordt er een heel stuk leuker van."