Chirurg Roelfsema uit Meppel was een van de eerste slachtoffers van wraakmoorden van de SS

"Ik moet even weg hoor, maar ik ben met een paar minuten terug." Het waren zo ongeveer de laatste woorden van chirurg Engbert Roelfsema uit Meppel, volledige naam Engbertus Johannes Roelfsema.
In de nacht van 28 op 29 september in 1943, nu 80 jaar geleden, belden er twee mensen aan bij zijn huis aan het Wilhelminapark in Meppel. Ze kwamen hem ophalen, met een smoes. Vermoedelijk was het iets in de richting dat er een ongeval was of dat hij even mee moest voor een politieonderzoek. Naar zijn vrouw, die op dat moment in verwachting is, roept hij dat hij zo terug is.
Niets van dat alles is waar. In Ruinen krijgt de auto waarmee hij wordt vervoerd pech. Zogenaamd pech. De auto stopt langs de kant van de weg, tussen Ruinen en Pesse. Iedereen in de auto moet uitstappen. Roelfsema stapt uit. Al snel worden er twee kogels op hem afgevuurd. Roelfsema is neergeschoten. Zijn lijk wordt in de sloot naast de weg gelegd. Het is een wraakactie vanuit Duitsland.

Het gaat om de Silbertanne Aktion. Dat is een serie sluipmoorden in Nederland die vooral door Nederlandse SS'ers is uitgevoerd. In totaal zijn er in Nederland 28 van dit soort aanslagen geweest, waarbij 56 slachtoffers zijn gevallen. Elf mensen overleefden de aanslag. De eerste moorden van de Silbertanne Aktion waren in Meppel en Staphorst. Behalve chirurg Roelfsema worden in dezelfde nacht ook garagehouder Dijkstra uit Meppel en docent Boldewijn uit Staphorst vermoord. Ook zij zijn met een smoes uit huis gelokt en vermoord.
NSB'er vermoord in de Wijk
De moorden zijn een wraakactie van de Duitsers. "Een paar dagen voordat Roelfsema en zijn kameraden zijn opgepakt, was er in de Wijk een boer vermoord. Die boer was een NSB'er", vertelt Rien Smit, vrijwilliger bij Oud Meppel. Dat was in een tijd dat er meerdere politieke moorden vanuit het verzet zijn gepleegd. Als reactie op die moorden deelden de Duitsers jachtgeweren aan boeren om zich te verdedigen. Het hielp niet. Dus gingen ze een stap verder. Ongeveer honderd Drenten die anti-Duits waren, werden opgepakt en rechtstreeks afgevoerd naar een concentratiekamp.
Eerste Silbertanne-moorden vonden precies 80 jaar geleden
De moord op de boer in de Wijk was voor de Duitsers de druppel. Ze gaan over tot actie. Wraakmoorden. Garagehouder Dijkstra is de eerste die ter plekke wordt neergeschoten. Zijn vrouw was net iets eerder overleden, en terwijl Dijkstra de deur opent wordt hij neergeschoten. Hij laat vijf kinderen achter. Zo'n 400 meter verderop gaat ook de bel op de deur van Roelfsema. En datzelfde gebeurt ook in Staphorst bij Boldewijn, die laat acht kinderen achter.
"Die mensen die omgebracht zijn, hadden niet een actieve rol in het verzet", zegt Smit. De zonen van Dijkstra en Boldewijn zaten in het verzet. Roelfsema hielp het verzet wel eens. De slachtoffers stonden nu eenmaal op een lijst, omdat ze Oranjegezind waren en mogelijk verbanden hadden met het verzet.
Roelfsema hielp het verzet, maar ook de Duitsers
"Het opmerkelijke wat hij gedaan heeft is hulp bieden bij de bevrijding van een marechaussee, die gewond gearresteerd was door de Duitsers en opgenomen was in het ziekenhuis in Groningen. Roelfsema heeft een brief geschreven, waarmee leden van het verzet in Meppel naar Groningen konden. Ze kregen contact met artsen in het ziekenhuis en konden een plan maken. Een paar dagen later bevrijdden ze die gewonde marechaussee en vervoerde ze hem naar Meppel. Hij is toen door Roelfsema verzorgd in Meppel, zelfs nog met bloedtransfusie. Op een gegeven moment moest de marechaussee ook opgenomen worden in het ziekenhuis in Meppel en ook daar werd hij verzorgd door Roelfsema. Dus voor het verzet was hij van belang. Dat ze in ieder geval contact hadden met iemand in de medische wereld. Als de nood aan de man was, dan kon hij wel wat zaken voor ze doen."

Tegelijk hielp Roelfsema ook Duitsers. Zo probeerde het verzet in Nijeveen twee mensen te liquideren. Dat was een paar maanden voordat Roelfsema werd doodgeschoten. Een van de twee mannen werd daarbij dodelijk getroffen, de andere werd zwaargewond naar het ziekenhuis in Meppel gebracht. Roelfsema behandelde hem. "Een van de verzetsmensen zei toen tegen Roelfsema: 'Hé dokter, had je niet wat minder je best kunnen doen. Dan had die misschien ook wel kunnen overlijden'." Daar had Roelfsema geen boodschap aan.
"De historische woorden van Roelfsema waren destijds: 'Als jullie niet beter kunnen schieten, dan lap ik hem weer op.' Toen was toch weer zijn medische eer om niet alleen Nederlanders maar ook Duitsers en wie dan ook te helpen. Dat was Roelfsema in het kort."
Schrik
De acties waren bedoeld om angst in te boezemen bij de bevolking; het verzet tegen te gaan. "In Meppel werd met schrik gereageerd. Roelfsema was een vooraanstaand Meppeler. Iedereen kende hem. De enige chirurg die in Meppel aanwezig was, die haal je weg. Gelukkig, moet ik zeggen, is het ook de enige actie geweest van de Silbertanner in Meppel."
De schrik zat er ook goed in dat er in een nacht meerdere moorden werden gepleegd. Van de daders ontbrak ieder spoor. De politie begon een onderzoek. Maar te diep graven, dat mocht ze niet. Van hogerhand werd besloten dat de politie het onderzoek moest staken, toen ze te dicht in de buurt van de daders kwamen. Die mochten niet gevonden worden, daar hadden de Duitsers geen enkel belang bij. Een paar maanden later werd de politiechef in Meppel vervangen, door een Duitsgezinde politiechef: Van Wijnen. "Het wrange is, dat hij in september 1943 betrokken is geweest bij twee soortgelijke aanslagen van de Silbertanner in Groningen."

Jan Bruggink, medewerker helpdesk Tweede Wereldoorlog bij het Drents Archief, heeft in het archief oude politierapporten gevonden waarin het voorval beschreven staat. Tijdens de oorlog werden de daders niet gepakt, daarna wel. "Een aantal van de Nederlanders is veroordeeld tot gevangenisstraffen." Eigenlijk worden de meesten eerst ter dood veroordeeld, maar die straf is omgezet naar gevangenisstraf.
Straatnaam
Langs de weg naar Ruinen waar Roelfsema is vermoord, staat nog een steen ter herinnering. In het Wilhelminapark is zijn naam opgenomen bij het verzetsmonument, waar 38 namen staan van Meppelers die zich hard maakten voor het verzet en dat met de dood hebben moeten bekopen. De naam van Jan Dijkstra is daar ook opgenomen.
Van Dijkstra is dat echter het enige wat nog verwijst naar zijn geschiedenis. In Staphorst is een straat vernoemd naar schoolhoofd Arend Boldewijn. Naar Engbert Roelfsema is ook een straat vernoemd in Meppel. De straat waar hij tot zijn dood woonde. Rien Smit is daar maar wat blij mee. "Het is een klein laantje, genoemd voor de man met een groot hart. Dat moet mij dan wel deugd."
