Herstelde perenallee in Frederiksoord heeft eeuwoude perenrassen weer terug op eigen bodem

Vandaag gaan de eerste stekjes van de stokoude, maar originele perenrassen van de Perenallee G.A. van Swieten Tuinbouwschool in Frederiksoord de grond in. Voormalige praktijkleraar Harry van Noort is met de werkgroep Proef al vanaf 2020 bezig de verwaarloosde tuin uit 1884 te herstellen.
Bijna 140 jaar geleden werden de eerste bomen geplant in de perenallee. Van de dertig perenrassen waren er amper vijftien over. Voor Harry van Noort uit Diever en een aantal van zijn oud-collega's tijd voor actie. "Het ging mij aan het hart. Al die oude leibomen. Zo'n oud element van de tuinbouwschool waar na al die tijd nog maar een paar restjes van over zijn, dat vind ik wel heel jammer."
De perenallee, ook wel de perenleiding genoemd, was een karakteristiek element van de tuinbouwschool in Frederiksoord, legt Van Noort uit. Na de jaren 90 raakte de tuin in verval. "De meeste leerlingen hebben er hele goede herinneringen aan. De peren mochten niet worden geplukt, maar dat gebeurde wel. De perenleiding bleef in de loop van honderd jaar ook heel lang staan."
Rassen achterhalen uit jaarboekjes
Maar van die oorspronkelijk aangeplante bomen was de laatste jaren weinig meer over. En dus doken Van Noort en zijn oud-collega's in de jaarboekjes van oud-leerlingen. "Die zijn van eind 19e eeuw en in die jaarboekjes is te zien wat er is aangeplant en welke uitbreidingen hebben plaatsgevonden. Daaruit kan je concluderen wat er is aangeplant, welke rassen er stonden."
Van Noort en zijn oud-collega's hadden zelf ook nog enten van de oorspronkelijke bomen. "Zo hebben we driehonderd bomen ge-ent. Een heleboel rassen die er stonden, maar ook wat recentere rassen."

Tijdsbeeld
Zo moet het herstel van de perenallee niet alleen iets zeggen over de beginjaren van de Tuinbouwschool, maar ook een beeld schetsen van het huidige tijdperk. "Je moet ook naar de toekomst kijken. De bomen die we nu planten, zeggen over honderd jaar ook iets over de rassen die nu gangbaar zijn." Toch zijn de onderlinge verschillen niet zo gek groot, zegt Van Noort. "Het zijn allemaal handperen, maar de nieuwe rassen zijn zoeter en langer houdbaar."
Uiteindelijk moet de perenallee, die uit drie delen van veertig meter bestaat, binnen tien jaar weer in volle glorie bloeien. "De komende drie jaar wordt alles aangeplant. Dan moeten ze nog volgroeien tot bomen van zo'n 2,5 meter."
