De Val van Srebrenica, nog altijd een open wond

Het is 11 juli 1995 wanneer Srebrenica valt. Het Servische leger neemt dan de Bosnische moslimenclave in, onder leiding van generaal Ratko Mladic. Dutchbat-militairen kijken machteloos toe. Uiteindelijk worden 8.327 moslimjongens en -mannen vermoord: de grootste genocide sinds de Tweede Wereldoorlog.
De Val van Srebrenica is onderdeel geworden van de Nederlandse geschiedenis, maar ook zeker die van Drenthe. Veel van de Dutchbatters waren namelijk gelegerd op de Johan Willen Friso Kazerne in Assen. Dutchbat zit sinds 1994 in Srebrenica (11, 12 en 13 Infanteriebataljon Luchtmobiel lossen elkaar af).

De Serviërs komen dichterbij

Begin juli 1995 komen de Serviërs steeds dichterbij. Dutchbat vraagt meermaals om luchtsteun, maar die wordt geweigerd. Op 11 juli wordt opnieuw om luchtsteun gevraagd. Uiteindelijk voeren twee Nederlandse F-16's een aanval uit, maar die verloopt nagenoeg kansloos. Wanneer de Serviërs de enclave zijn binnengevallen, wordt een nieuwe luchtaanval afgebroken. Gevreesd wordt dat de Dutchbatters dan gedood zullen worden door Servische militairen.
Eén Dutchbatter is dan al gedood: Raviv van Renssen. Hij komt op 8 juli 1995 om het leven, vlak bij een observatiepost. Daar vechten Serviërs en Bosniakken (zoals de Bosnische moslims ook wel worden genoemd) tegen elkaar. Een van de moslimstrijders gooit een handgranaat naar het Nederlandse pantservoertuig. Van Renssen sneuvelt.

Potocari

Dutchbatters en vele inwoners van Srebrenica zijn dan al gevlucht naar Potocari. Dat is de plek waar de VN-basis van Dutchbat is, in een oude accufabriek. Van een VN-vredesmissie is dan allang geen sprake meer. Formeel gezien zijn de Dutchbatters neutraal, maar daar trekken de Serviërs zich niets van aan. Zij zijn de baas.
In Potocari is de situatie schrijnend. Er is amper eten en drinken en ziektes kunnen volgens artsen 'elk moment' uitbreken. Duizenden mensen zitten opeengepakt in een grote fabriekshal.

In koelen bloede vermoord

13 juli is een inktzwarte dag. De Bosnische moslims denken veilig te zijn op de Dutchbat-basis, even buiten Srebrenica. Maar dat is niet het geval. Mannen en jongens worden die dag gescheiden van de vrouwen en meisjes. Dutchbatters helpen de Serviërs, maar de Nederlandse militairen zeggen nog altijd dat ze toen niet wisten wat er ging gebeuren. Ze dachten dat het om een evacuatie ging.
De ruim achtduizend moslimmannen en -jongens zouden volgens de Servische generaal Mladic slechts 'geëvacueerd' worden. Dat blijkt niet het geval. Ze worden vrijwel allemaal vermoord. De vrouwen en meisjes horen vaak pas jaren later officieel dat hun man of vader is vermoord. Het duurt lang voordat lichamen geïdentificeerd worden.

Het boek kan nooit dicht

Woede en frustratie is er nog altijd. De littekens verdwijnen nooit, aan beide kanten. Veel nabestaanden van de genocide vragen zich nog altijd af waarom Dutchbatters hen niet beschermden. Anderzijds voelen de Nederlanders zich nog steeds in de steek gelaten door de Verenigde Naties. Waarom werd hun hulpvraag keer op keer genegeerd?
En ook 25 jaar na dato kan het boek nog altijd niet gesloten worden. De wond gaat nooit helemaal dicht. Zijn de Dutchbatters verantwoordelijk? Wie heeft er schuld? Vele rechtszaken volgen. Uiteindelijk werd bepaald dat de Nederlandse staat voor 10 procent aansprakelijk is voor de dood van een groep van 350 mannen. De rechtbank en het gerechtshof oordeelden nog dat de staat voor 30 procent verantwoordelijk was, maar de hoge raad ging daar niet in mee. Nabestaanden van de genocide stapten daarop naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Ondertussen is ook een onafhankelijke commissie aangesteld die schadeclaims moet beoordelen, maar daar zijn de nabestaanden ook kritisch over.
Een deel van de Dutchbat-verpleegkundigen die als eersten werden vrijgelaten in Potocari (Rechten: ANP / Toussaint Kluiters)
Een deel van de Dutchbat-verpleegkundigen die als eersten werden vrijgelaten in Potocari

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.