Vrouwen van Srebrenica kregen jarenlang hulp vanuit Drenthe

Jarenlang heeft Alok van Loon uit Geeuwenbrug zich ingezet voor de vrouwen van Srebrenica. Vrouwen waarvan de man en vaak ook de zoons in de Balkanoorlog zijn vermoord. Via haar stichting Toekomst Overlevenden Srebrenica, STOS, is gewerkt aan een nieuwe toekomst voor deze vrouwen. Ze kijkt terug op die periode.
Het begint allemaal na de val van de enclave Srebrenica, vandaag precies 25 jaar geleden. Het had een veilige plek moeten zijn voor vluchtelingen in deze oorlog. Er zijn soldaten van Dutchbat 3, veelal van de kazerne in Assen. Maar die soldaten zijn slecht bewapend, hebben bijna geen voedsel en brandstof en kunnen niet voorkomen dat de enclave wordt overlopen door de Serviërs.

Mannen en vrouwen gescheiden

Generaal Mladic laat onder de ogen van Dutchbat de mannen van de vrouwen scheiden. Ruim 8000 mannen en jongens worden vermoord. Op 11 juli is er elk jaar in Potocari, tegenover de basis van Dutchbat een herdenking.
Alok van Loon kwam via haar werk bij de Meppeler Courant in contact met de vrouwen. "Ik schreef in die tijd voor de Meppeler Courant. Ik had een interview gedaan met een jonge vrouw uit Srebrenica die in Dwingeloo woonde. Haar vader heeft dat interview laten zien aan een groep vrouwen uit Srebrenica in Sarajevo. En ineens kreeg ik een brief van die vrouwen. Ze vroegen of ik naar Bosnië wilde komen om hun verhaal aan te horen. Ik ben daar toen een week geweest."
Ik weet nog wel dat ik moeite had om niet zelf in tranen uit te barsten. Ik was zo geraakt door het verdriet.
Alok van Loon
"Ik dacht toen ik in Sarajevo aankwam dat die vrouwen me woedend zouden opwachten omdat ik uit Nederland kom. Ik was heel zenuwachtig. Maar ze hadden van alles voor me gemaakt en ze waren blij dat ik er was. Al die vrouwen vertelden wie ze verloren hadden. Ik weet nog wel dat ik moeite had om niet zelf in tranen uit te barsten. Ik was zo geraakt door het verdriet. Ik moest er wat mee doen."
Eenmaal terug in Nederland zoekt Van Loon contact met de politiek in de Tweede Kamer. Ze wordt uitgenodigd door de fractie van de SP om haar verhaal te komen doen. Samen met SP Kamerlid Agnes Kant ben ik later terug gegaan naar Bosnië om te kijken wat er met de vrouwen is gebeurd."
Samen doen ze verslag van die reis. Daar blijft het niet bij. Ze schrijft een boek onder de titel 'Vrouwen van Srebrenica'. "Dat boek was aanleiding voor een debat in de Tweede Kamer. Daarna kwam er geld voor psychosociale hulp."

Bloemenproject

Voor de inwoner van Geeuwenbrug houdt het daar niet mee op. Ze wil meer doen. Via haar stichting Toekomst Overlevenden Srebrenica, STOS, gaat ze op zoek naar fondsen om projecten op te zetten in Bosnië. De vrouwen verdienen het om met hulp een nieuwe toekomst op te bouwen. Eén van de grootste projecten is een bloemenproject. Daarbij krijgt ze hulp van de gemeente Winschoten. Er worden rozen en tulpen uit Smilde naar Bosnië gebracht.
In 2010 zegt ze in een reportage op TV Drenthe over de projecten dat de bloemen een helende werking hebben op de vrouwen. "Ze zijn trots. Ze lachen weer. En dat is een goed gevoel om te zien dat het zo goed gaat als je hier terug komt." Met de bloemen kunnen ze bovendien ook wat geld verdienen op de markt in de stad Tuzla.
Vrouwen van Srebrenica putten veel troost uit hun werk met bloemen (Rechten: Andries Ophof)
Vrouwen van Srebrenica putten veel troost uit hun werk met bloemen
Jarenlang is er gewerkt aan de wederopbouw van de stad Srebrenica. En nog steeds zie je sporen van de oorlog. Er blijft ook steeds discussie over de rol van Dutchbat in dit drama. Wie is er verantwoordelijk? Dat is steeds de vraag.

Niet zwart wit

Van Loon is daar genuanceerd over. "Ik had zoals iedere Nederlander het gevoel dat je goeie, de moslims, slechte, de Serven en de 'Jan Salies', de militairen van Dutchbat had. Maar toen ik er de eerste keer was, zag ik dat dit veel genuanceerder lag. Toen ik in 2004 voor het eerst in Srebrenica kwam kon je zien dat er veel meer aan de hand is geweest dan ons is voorgeschoteld. Er is zo ongelooflijk veel leed veroorzaakt in deze oorlog. Ook onderling en bij de Dutchbatters. En dan de 'labbekakkerige' houding van de Verenigde Naties. Er is heel veel verdriet en lijden wat misschien wel te voorkomen was geweest."
Dat het nu 25 jaar is geleden is voor Van Loon geen bijzonder moment. "Dat is elk jaar wel bij de herdenking rond 11 juli. Je weet gewoon hoe het leeft en dat het iedere keer veel los maakt bij mensen. De hele politieke situatie in Bosnië is lastig. Veel politici in Servië ontkennen dat er een genocide heeft plaats gevonden. Ik snap hoe moeilijk die vrouwen het hebben. Het maakt niet uit of het elf jaar, vijftien jaar of vijfentwintig jaar geleden is."

Niet aan het subsidie-infuus

Inmiddels is het werk van de stichting STOS gestopt. Er is moeilijk aan budget te komen voor projecten. Bovendien is het nu ook tijd voor de mensen daar om de projecten verder op te pakken om niet aan een subsidie-infuus terecht te komen. En dat gebeurt ook volgens Van Loon. Ze heeft nog regelmatig contact met een Bosnische arts hierover.
Hoe het nu verder moet en of een financiële bijdrage aan de slachtoffers door de Nederlandse staat zin heeft? "Ik denk dat erkenning van je lijden altijd goed is. Of het ze zal helpen in financiële zin denk ik niet. Het is ook maar de vraag in welke zakken het geld komt. Daar heb ik geen fiducie in. Maar dat je erkent van alle kanten dat er groot onrecht is geweest voor de slachtoffers, vrouwen en Dutchbat soldaten, dat is heel belangrijk."

Lees ook:

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.