Theatermakers PeerGroup verliezen grote subsidie: 'Dat kan toch niet'

Beeld uit de voorstelling Maalkop (Rechten: PeerGroup/Reyer Boxem)
Beeld uit de voorstelling Maalkop
De theatermakers van de PeerGroup uit Donderen krijgen de komende vier jaar geen subsidie van het Fonds Podiumkunsten. De groep had om 400.000 euro per jaar gevraagd, hetzelfde bedrag als de afgelopen vier jaar.
De PeerGroup maakt locatietheater in Noord-Nederland. Een bekende voorstelling die in de afgelopen jaren werd gemaakt en gespeeld was Maalkop, over een boer die afstand moet doen van zijn bedrijf. Ook Affaire Vermaning was een bekende voorstelling.

Positieve beoordeling van het werk

Het Fonds Podiumkunsten is over het algemeen positief over de producties van de PeerGroup. De artistieke kwaliteit is ruim voldoende, en dat geldt ook voor de publieke functie. Er is niet heel veel publiek voor dergelijke voorstellingen, schrijft het Fonds Podiumkunsten. Maar het aantal aanbieders van groot locatietheater is ook niet groot. En daarmee is het werk van de PeerGroup volgens de commissie 'een potentieel interessante toevoeging' aan wat er al aan toneel gemaakt wordt.
Verder heeft het fonds waardering voor de manier van werken van de PeerGroup. Er wordt veel gewerkt met lokale vrijwilligers, die meedenken over en meespelen in de voorstellingen.

Toch twijfels

Op een aantal punten heeft het fonds twijfels bij het werk van de PeerGroup. Het is mooi dat de groep per project een groot deel nieuw publiek trekt, dat niet vaak naar het theater gaat. Dat komt mede door de medewerking van lokale vrijwilligers.
Daarom gelooft het fonds ook wel dat de PeerGroup het begrote aantal bezoekers zal trekken. Maar er zijn twijfels of dat nieuwe publiek ook vastgehouden kan worden. Er is geen overtuigende strategie om het nieuwe publiek te bereiken en aan zich te binden.
De kritische geluiden van het fonds gaan verder over vorm en effect van de voorstellingen. De voorstellingen komen niet op een andere manier tot stand dan gebruikelijk is in de Nederlandse praktijk. Ook levert het werk van de PeerGroup geen bijzondere bijdrage aan de ontwikkeling van de Nederlandse podiumkunsten, schrijft het Fonds Podiumkunsten.
Het fonds laat weten dat van de 202 aanvragers 'slechts' 39 procent wordt gehonoreerd. Directeur-bestuurder Henriëtte Post van het fonds zegt zich te realiseren dat de uitkomst voor velen een bittere pil zal zijn. "We hebben scherpe keuzes moeten maken. Dat betekent dat een groot aantal positief beoordeelde aanvragers toch geen geld krijgt."
Ze wijst erop dat een aanzienlijk deel van het budget in vergelijking met 2016 naar de zogeheten basisinfrastructuur is overgeheveld. Daardoor is er meer ruimte voor muziekensembles, extra jeugdproducenten en ontwikkelinstellingen op het gebied van podiumkunsten. Financiële mogelijkheden voor de instroom, doorstroom en continuïteit van onafhankelijke makers zijn daardoor verkleind, aldus het fonds.

"Dat kan toch niet waar zijn"

De gevraagde jaarlijkse subsidie van 400.000 euro over vier jaar wordt dus niet toegekend. Wat dit zal betekenen voor de PeerGroup is nog niet duidelijk. Artistiek leider Dirk Bruinsma is teleurgesteld en strijdbaar. "We laten het er niet bij zitten en beraden ons op vervolgstappen. Want dit kan toch niet waar zijn. We zijn het slachtoffer van op handen zijnde bezuinigingen in de cultuursector."
De verrassing was groot bij de groep. "Er was een positief advies afgegeven. We zaten vanmorgen bij elkaar op het besluit van het fonds te wachten, en dan denk je toch 'het zal toch niet'... Dus wel."
De enorme tegenvaller kwam met het rapport van het Fonds. "Er is het noorden geen ander gezelschap als het onze. Bovendien krijgen we al twintig jaar steun van het Fonds Podiumkunsten. Dit is zo'n grote kapitaalvernietiging."
Het Fonds is een grote financier van de PeerGroup, net als de provincie Drenthe. Als het verzet tegen het besluit van het Fonds Podiumkunsten niets uithaalt, betekent het nog niet het einde van de groep. Maar dan zal het wel allemaal anders worden: "Dat wordt reorganiseren, plannen en ambities bijstellen. Maar zover is het nog niet, we gaan nu bekijken wat de beste strategie zal zijn voor ons." Na een intern beraad staat er een gesprek met de provincie op de agenda.

Garage TDI: geen subsidie

De Asser theaterwerkplaats Garage TDI had gevraagd om een jaarlijkse bijdrage van 125.000 euro voor de komende jaren. Dat geld komt er niet. De kwaliteit van het werk beoordeelt het Fonds Podiumkunsten als zwak. Verder mist de commissie een concrete strategie om publiek te bereiken voor de vrije voorstellingen. Het is niet duidelijk voor welke doelgroepen Garage TDI wil werken en hoeveel bezoekers worden verwacht.

Geld voor (een paar) festivals

Voor andere Drentse gezelschappen en festivals is er beter nieuws te melden. Het driedaagse FestiValderAa in Schipborg krijgt 25.000 euro per editie. Dat geldt ook voor het zeventiendaagse jeugdtheaterfestival Art of Wonder in Assen. Ook Puppet International in Meppel kan subsidie tegemoet zien, van 37.500 euro per editie. Het vijfdaags poppentheaterfestival vindt eens per twee jaar plaats in het najaar.
Festival Veenhuizen en Garage TDI hadden voor de komende vier jaar ook subsidie gevraagd, maar vallen buiten de boot. De plannen voor het Festival Veenhuizen noemt de commissie pril en onvoldragen, hoewel er waardering is voor het idee om de verhalen van de voormalige dwangkolonie te vertellen.

Lees ook:

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.