Opnieuw miljoenen om zeer hoge winkelleegstand aan te pakken

De winkelleegstand blijft toenemen. Ondanks dat in de Drentse steden en grotere dorpen al veel winkelruimte verdwenen is en binnensteden zijn opgeknapt.
Winkelanalist Locatus ziet dat de ombouw van oude winkelpanden tot woningen, kantoren of horeca stagneert. En door de coronacrisis komt er nog meer winkelruimte leeg te staan. Daarom trekken Gedeputeerde Staten de komende drie jaar nog eens 14,4 miljoen uit voor de binnensteden.
"Toen we vijf jaar geleden begonnen aan het opknappen van de binnensteden, wisten we dat het een grote opdracht was", zo vertelt gedeputeerde Henk Brink. "Er was en is veel leegstand en we moeten naar veel kleinere winkelgebieden in de binnensteden. Ik denk dat we een mooie start gemaakt hebben, maar we zijn er nog lang niet."

Eerste 13 miljoen euro

Uit de tussentijdse evaluatie van het Binnenstadsfonds en de Drentse Retailagenda blijkt inderdaad dat de eerste 13 miljoen euro van het Binnenstadsfonds van de provincie nut heeft gehad. Zo zijn lokale plannen en processen tussen gemeenten, vastgoedeigenaren en marktpartijen versneld.
Gemeenten en vastgoedeigenaren droegen op hun beurt weer tonnen of miljoenen bij om lastige dossiers zoals de extreme leegstand in winkelcentrum de Keyzerstroom in Meppel op te lossen. Dit geld was voor Hoogeveen, Emmen, Meppel, Assen, Coevorden, Beilen en Roden. Zij hebben gebruik gemaakt van dit Binnenstadsfonds.

Wat zijn de lopende maatregelen?

Er zijn verschillende maatregelen genomen de laatste jaren. Een overzicht:
- Vastgoedeigenaren worden met subsidies gestimuleerd om de gevels van hun winkels op te knappen.
- Gemeenten hebben veel geld gestoken in het aantrekkelijker maken van winkelstraten met meer groen, bestrating, water en kunst. Meer beleving is het motto.
- En ondernemers die in de aanloopstraten naar de centra zitten, worden met subsidies gelokt om te verhuizen naar de kernwinkelgebieden. Zo wordt de leegstand opgelost en het winkelgebied aantrekkelijker gemaakt. In deze aanloopstraten proberen gemeenten met vastgoedeigenaren de winkelbestemming van leegstaande panden af te halen. Bijvoorbeeld door er woningen van te maken. Of horeca.
Dit is in een notendop wat al in gang is gezet en wat volgens gedeputeerde Brink vooral door moet gaan. De problematiek speelt in alle grote kernen van Drentse gemeenten. In de reportage hieronder nemen we Hoogeveen en Meppel als voorbeelden.
(Verhaal gaat verder na reportage)

En dan de cijfers bij het verhaal

In 2016 had Drenthe in totaal 1.121.847 vierkante meter detailhandel. In 2019 was dat 1.102.555 vierkante meter. Er is dus bijna 20.000 vierkante meter aan winkelruimte verdwenen. Zo blijkt uit cijfers van Locatus.
Hierbij gaat het om verkooppunten die niet meer geregistreerd zijn en ook de leegstand wordt meegerekend in deze getallen.

Winkels staan leeg

In Drenthe zijn in vier jaar tijd 194 winkels verdwenen. Dat is een daling van 5,6 procent, zo blijkt uit de evaluatie Retailagenda.
Van die 194 winkels zijn er 79 winkels uit de markt gehaald in de steden die gebruikmaakten van het Binnenstadsfonds. Maar nog steeds staat een vijfde van de winkels in die zeven gemeenten leeg. En dit is fors hoger dan het landelijk gemiddelde van ruim 12 procent leegstand in andere middelgrote steden.
En de leegstand in Drentse winkelpanden duurt ook nog eens langer dan in vergelijking met de rest van het land. Gemiddeld staat in Nederland 26 procent van de panden langer dan drie jaar leeg. In Drenthe is dat 32 procent. Oftewel: Drenthe heeft een veel hogere structurele leegstand.

Hoofdpijndossiers

Ondertussen waarschuwen onderzoekers: het laaghangende fruit is wel geplukt. Er komen nu nog lastige zaken, zoals de lange structurele leegstand en de echte hoofdpijndossiers. Bij deze laatste categorie moet je denken aan de overdekte winkelstraten en passages. Die zijn groot en moeilijk te herontwikkelen. Voorbeelden hiervan zijn de Markt en de Weiert in Emmen, de Tamboerpassage in Hoogeveen en de Swaenenborgh in Meppel.
Maar er zijn ook lichtpuntjes: in Assen gaat het lukken om van de grotendeels leegstaande winkelpassage 't Forum woningen te maken.

Hard getroffen door coronacrisis

De verwachting is dat de coronacrisis de al bestaande veranderingen in ons koop- en winkelgedrag alleen maar versterkt. En dat er dus nog meer winkels zullen verdwijnen en er dus opnieuw veel leegstaande vierkante meters bij zullen komen.
De winkelcentra in de Drentse binnensteden hebben het tijdens de coronacrisis al extra zwaar. Assen, Emmen, Hoogeveen en Meppel behoren tot de winkelsteden die het hardst zijn getroffen door de crisis.
Steden die het vanwege de aanwezigheid van veel horeca en modewinkels moeten hebben van toeristen en consumenten die van verder weg komen, krijgen in zijn algemeenheid de hardste klappen. Ook het sterk toenemend aantal internetaankopen en het beperkte gebruik van het openbaar vervoer speelt een rol. Dat concludeert winkelanalist Locatus, die de economische effecten in 2500 winkelgebieden in Nederland onderzocht.

Pijlen gericht op EU

De provincie Drenthe heeft eerder geprobeerd een Regiodeal met het kabinet te sluiten voor de binnensteden en zo miljoenen binnen te halen, maar daar wilde Den Haag niet aan.
Gedeputeerde Henk Brink richt nu z'n pijlen op Brussel. Hoe groot is die kans? Brink: "Dat weten we niet, de EU is nu bezig de begroting voor de komende zeven jaar uit te werken. Waar gaat het geld naartoe en wat krijgen de lidstaten? Begin volgend jaar is duidelijk of er ook geld naar de binnensteden gaat. Maar: dit probleem speelt in heel Europa."

Alleen HEMA

Uit het Binnenstadsfonds mochten behalve de vier grote steden, ook Roden, Coevorden en Beilen geld halen. Het nieuwe Regiostedenfonds van 14,4 miljoen is alleen voor de HEMA-steden: Hoogeveen, Emmen, Meppel en Assen.
Op 28 oktober debatteren Provinciale Staten erover en op 11 november nemen ze een besluit.

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.