Hoe de Toegoenezen in Westerbork terechtkwamen

Bij Freekje en Marinus Jansen, Westeinde 27. Eddy Pendjol staat links. (Rechten: Collectie familie Pendjol)
Bij Freekje en Marinus Jansen, Westeinde 27. Eddy Pendjol staat links.
Eddy Pendjol (Hollandia, Nieuw-Guinea, 1953) zet zich in voor het behoud van de Toegoeneze geschiedenis. Voor dat wat er nog is: de gebruiken en de typische Toegoe-krontjongmuziek bijvoorbeeld. Maar ook voor dat wat verdwenen is, zoals Kamp Pieterberg. Hij kwam daar als 9-jarige terecht, met zijn moeder, broertjes en zusjes.
De Pieterberg in Westerbork werd gebouwd in het begin van de jaren 40 van de vorige eeuw en had daarna verschillende bestemmingen. Van 1951 tot 1962 was het een woonoord voor Molukse gezinnen, maar in 1962 en 1963 woonden in het kamp Toegoenezen. Dat kamp werd in 1994 voorgoed gesloten en in 1996 afgebroken. Het is dus niet het Molukse woonoord Schattenberg bij Hooghalen, wat nu Herinneringscentrum Kamp Westerbork is. De Toegoenezen die terechkwamen in de Pieterberg kwamen uit toenmalig Nederlands-Nieuw-Guinea, dat in 1962 aan Indonesië werd overgedragen. Toen rekenden ze nog op Suriname als definitieve eindbestemming, maar ondanks een tussenstop daar liep het toch anders.
We kregen we voor het eerst winterkleren. Dat was een consternatie, want dat kenden we niet. Wollen broek, dikke winterjas, een muts! En het eten was goedbedoeld. Maar niet wat wij gewend waren. Nasi uit blik. En bami uit blik.
Eddy Pendjol over de aankomst in Nederland, 1962
Eddy Pendjol, oktober 2020 (Rechten: RTV Drenthe/Sophie Timmer)
Eddy Pendjol, oktober 2020
Je hebt twee keuzes. Of weggaan, of Indonesiër worden. En dat vertikken we. Er is ooit gezegd: we willen niet onder Soekarno's bewind. Dus de enige optie was Nederland.
Eddy Pendjol
De relatie tussen Nederland en de Toegoeneze gemeenschap begint in de 17e eeuw, in 1673 om precies te zijn, in voormalig Nederlands-Indië op Java, wanneer ze zich als vrijgemaakte Portugese slaven tot het christendom bekeren. Deze mensen, ook wel Mardijkers genoemd naar het Maleise woord voor vrijheid, kregen een eigen stuk grond: de kampong Tugu, of Toegoe, wat grenspaal betekent. Door de eeuwen heen bleven de Toegoenezen onder bescherming van de Nederlandse overheid staan. De band is dus eeuwenoud. Toch duurde het tot laat in de jaren 60 van de vorige eeuw voordat de Toegoenezen een Nederlands paspoort kregen. Tel daar de vele internationale omzwervingen bij op, vooral in de 20e eeuw, met name gedreven door politieke omstandigheden, die uiteindelijk definitief in Nederland eindigden. De familie Pendjol kwam via onder andere Nieuw-Guinea, Nederland en Suriname, deels in Hoogeveen terecht.
"In 1945 was de proclamatie van Indonesië en in 1949 werd ons dorp geplunderd en verbrand. De Toegoenezen werden gezien als collaborateurs, 'zwarte Nederlanders'. Hun leven liep gevaar," vertelt Eddy Pendjol. "De leiders wilden er weg, maar ze wilden wel onder Nederlands bestuur blijven. Het werd Hollandia, Nieuw-Guinea. Eenmaal daar bleek er frictie met de lokale Papoea's. Er kwam een nieuw stuk land, achter de Amerikaanse kazerne. Er werden huizen gebouwd, een kerk en een waterleiding. Ik ben daar geboren. En mijn vrouw in 1954. Maar dat wisten we toen nog niet", glimlacht hij.
Toen Nieuw-Guinea werd overgedragen aan Indonesië, moesten de Toegoenezen vertrekken. "Je hebt twee keuzes. Of weggaan, of Indonesiër worden. En dat vertikken we. Er is ooit gezegd: we willen niet onder Soekarno's bewind. Dus de enige optie was Nederland. In allerijl werd een comité in het leven geroepen om de overtocht te regelen. Eén van de mensen daarin was mijn vader. Bij de laatste vergadering is de jeep waarin hij zat in het ravijn gevallen. Hij heeft het niet overleefd. Dat was zwaar voor mijn moeder, vooral toen we hoorden dat we weg moesten."
"We kwamen in Nederland eerst in Wezep aan, oktober 1962, in een korte broek en T-shirt. Het was behoorlijk koud. Maar we werden warm ontvangen, we kregen kamers toebedeeld. Hele grote kamers, afgescheiden door metalen klerenkasten, per gezin een gedeelte. En we kregen we voor het eerst winterkleren, dat was een consternatie, want dat kenden we niet. Een wollen broek, dikke winterjas en een muts! En als je een Toegoenees vraagt: hoe was het eten? Het was goedbedoeld. Maar niet wat wij gewend waren. Het was nasi uit blik. En bami uit blik. De Pieterberg daarna was in mijn herinnering een soort vakantiekamp met houten barakken. Ieder gezin kreeg eindelijk een eigen ruimte. En privacy. Alleen de woonkamer was verwarmd, als je 's morgens wakker werd in november zag je de ijsbloemen aan de binnenkant van het raam en de ijspegels aan de dakgoot. En dan kom je tot het besef dat we in een ander land zitten. Dat wij in Nederland zijn. En daarvoor wisten we niet eens waar Nederland lag."
We waren een bezienswaardigheid. Maar ja, eigenlijk waren de Nederlanders al Molukkers gewend, die zaten er daarvoor.
Eddy Pendjol
De Toegoenezen brachten na die eerste tijd in Nederland nog een aantal jaren in Suriname door. Dat was geen makkelijke periode. "Als kind heb je misschien een onbezorgde tijd, maar we hebben het er moeilijk gehad. Er waren tijden dat mijn moeder zich echt zorgen maakte omdat we alleen maar rijst hadden en een beetje gebakken vis," blikt Pendjol terug. "En toen vertrokken we weer. Voor de vierde keer, in 1967. Voor het eerst als Nederlanders. Dat paspoort was voor ons heel belangrijk. Omdat we al sinds de 17e eeuw Nederlands onderdaan zijn en in 1966 pas geaccepteerd werden als Nederlanders. Als je er later over nadenkt wat de reden daarvoor was, dan weet dat je niet. Daar moet je je ook niet druk om maken. Het is gelopen zoals het is gelopen", zegt Pendjol berustend. "Eenmaal terug in Nederland gingen we naar Pension Ada in Almelo. Dagen later kregen we bericht waar de broers en zusters van mijn moeder terecht waren gekomen. Wij waren de enigen in Almelo. Dat was de keus van mijn moeder, die wilde dat we integreerden, en dat kan alleen als je tussen de Nederlanders woont. Mijn vrouw kende ik al als kleuter, en ik kwam haar weer tegen in Hoogeveen. In 1967 zijn we getrouwd en ben ik naar Hoogeveen verhuisd."
Moeder Pendjol in Nederland met op de foto zes van haar kinderen (Rechten: Collectie familie Pendjol)
Moeder Pendjol in Nederland met op de foto zes van haar kinderen
18/10 Drenthe Toen Podcast Pendjol
Het hele gesprek met Eddy Pendjol is te horen in de podcast, en in de aflevering van Drenthe Toen van vorige week, zondag 11 oktober, en deze week, zondag 18 oktober, in het Radio Drenthe-programma Drenthe Toen, zondagmiddag van 12.15 uur tot 14.00 uur.

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.