Zoek mee naar overwinterende ooievaars

Een deel van de ooievaars in ons land trekt in de winter naar het warme zuiden (Rechten: Saxifraga/Jan van der Straaten)
Een deel van de ooievaars in ons land trekt in de winter naar het warme zuiden
De jaarlijkse wintertelling van het aantal overwinterende ooievaars staat weer voor de deur. Komend weekend kan iedereen die belangstelling heeft meetellen.
STORK, een vrijwilligersorganisatie die zich inzet voor de ooievaars in ons land, organiseert de telling sinds 2001 om zo meer te weten te komen over het trekgedrag van de ooievaar.

Weggaan of blijven

Van oudsher is de ooievaar een trekvogel: na de broedperiode in ons land vliegt de vogel eind augustus naar Afrika om te overwinteren. Vanaf februari komen ze weer in ons land aan. Maar een deel van de vogels die hier broeden, brengt hier ook de winter door.
De reden van de vogeltrek is dat ons voedselaanbod in de winter aan de magere kant is. Ooievaars eten vooral regenwormen maar ook slakken, insecten en soms muizen en mollen. Een bevroren bodem maakt het bemachtigen van deze prooien een stuk lastiger.

Overwinteraars

De vraag is hoe de ooievaars die wel in ons land blijven, de winter doorkomen. "Wij zijn ervan overtuigd dat de zachtere winters van invloed zijn op het gedrag van de ooievaars. Dat zie je ook bij andere vogels", aldus Wim van Nee van STORK. "De ooievaar overleeft op regenwormen dus zolang de grond niet bevroren is, kan hij zich redden. En een paar dagen vorst of sneeuw lukt ook nog wel."
Degenen die blijven, hangen graag rond in de buurt van hun broedplek. Die omgeving kennen ze en zo weten ze precies waar ze voedsel kunnen vinden. Mocht de winter wat strenger worden, dan gaan ze op zoek naar voedsel in de buurt van dierentuinen en ooievaarsstations. De laatste jaren worden ze ook steeds meer bij milieustraten gezien.
Veel ooievaars overwinteren in eigen land (Rechten: Saxifraga/Jan Nijendijk)
Veel ooievaars overwinteren in eigen land

Kansenspreiding

"Binnen de soort zijn er vogels die hoe dan ook op trek gaan", legt Van Nee uit. "Sowieso alle jongen van dat jaar." De vogels die tijdens de wintertellingen geteld worden, zijn dan ook vrijwel zonder uitzondering volwassen vogels. Ongeveer zeventig procent vertrekt naar het zuiden en maximaal dertig procent blijft achter.
Van Nee: "Op die manier spreidt de soort het risico. De ooievaar heeft een groot aanpassingsvermogen, zodra ze in de gaten krijgen dat die trek niet zo noodzakelijk is, zijn er individuen die het erop gokken."

Uitloper

Jaarlijks worden tussen de vijfhonderd en zevenhonderd ooievaars geteld, waaronder zo'n honderdvijftig die zich rondom het ooievaarsbuitenstation 'De Lokkerij' in de buurt van Meppel ophouden. Afgelopen jaar steeg dit aantal naar bijna duizend. "We hebben daar geen verklaring voor, dus het wordt spannend dit jaar", aldus Van Nee.
De tekst gaat verder onder de grafiek

Animo

De animo voor de jaarlijkse telling is groot. "Veel mensen weten ervan en het is een jaarlijks terugkerend iets. De ooievaar is een bekende en zeer zichtbare vogel die zich in de buurt van mensen begeeft. Bovendien pakken we het laagdrempelig aan, iedereen kan meedoen."

Tel mee

Zaterdag 16 en zondag 17 januari kun je meetellen en zo bijdragen aan meer informatie over de overwinterende ooievaars. Als je een ooievaar ziet, geef dan het aantal, de plaats en de datum door. Mocht je in het bezit zijn van een telescoop, probeer dan ook het ringnummer af te lezen.
De resultaten kun je doorgeven via de website van Waarneming.nl, via een mail naar wintertelling2021@ooievaars.eu of via een belletje naar 06 - 82610438 (dit telefoonnummer is alleen tijdens het telweekend bereikbaar).

Lees ook:

Heb je een nieuwstip, nieuwe informatie óf heb je een foutje gespot? Stuur een bericht, foto of filmpje via WhatsApp of mail de redactie.